Zelfverdediging is verouderd

Als mensen het over zelfverdediging hebben, praten ze vaak over wat wel en niet zou werken “op straat” en in “een straatgevecht”. Maar wat is dan eigenlijk een straatgevecht en zijn er niet andere problemen die relevanter voor jou zijn?

Wat is een straatgevecht?

Soms vergeten we hoe snel onze wereld steeds minder gewelddadig is geworden. In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog werden mensen van Joodse afkomst of van het Joodse geloof op straat nog wel eens aangevallen door andere burgers. Dit is één van de redenen voor het ontwikkelen van Krav Maga, de Israëlische gevechtsmethode. Ná de Tweede Wereldoorlog, in de jaren vijftig en zestig, behoorden sommige jongeren in de grote steden tot groepen die duidelijk herkenbaar waren aan hun kleding. Als die groepen elkaar op straat tegenkwamen, kwam het wel eens tot gewelddadige confrontaties.

Veel docenten in de zelfverdediging zijn vroeger beveiliger, politie-agent of uitsmijter geweest. Voor al deze mensen was het beeld van geweld: groepen jongeren die met elkaar vechten, op straat, als bendes, bij voetbalwedstrijden en in het uitgaansleven. Voor al deze mensen was dát de situatie waar ze heelhuids uit moesten komen. Logisch dus dat “een straatgevecht” het beeld geworden is van waar zelfverdediging voor moest werken.

Maar is dat zelfverdediging?

In het huidige Nederlands recht is “zelfverdediging” iets dat aan regels gebonden is. Één van die regels is dat je pas fysiek geweld mag gebruiken als je niet kunt vluchten. Grote kans dus dat als je terechtkomt in een straatgevecht, je geen zelfverdediging kunt claimen. De eerste vraag die de rechter zal stellen is immers “Waarom ben je daar niet weggegaan?”

In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog hoefden de Joden niet te rekenen op bescherming van de staat, dus namen ze het recht in eigen handen. Volgens de wet van nu geen zelfverdediging misschien, maar voor de mensen in die situatie noodzakelijk om te overleven.

Beveiligers, uitsmijters en politie-agenten zijn ook niet bezig met zelfverdediging. Zij hebben een bepaalde taak waar soms fysiek geweld bij nodig is. Een situatie onder controle houden, mensen buiten de deur houden, mensen arresteren.

Het is heel begrijpelijk dat dít de voorbeelden zijn die in mijn vakgebied vaak worden besproken, maar het zijn allemaal géén voorbeelden van zelfverdediging. En het zijn ook niet bepaald voorbeelden van situaties waar vrouwen vaak in terecht komen (hoop ik dan). Ik heb vaker gezien hoe docenten eigenlijk niet goed wisten hoe ze de vraag van een vrouw moesten beantwoorden. Wat vrouwen meemaken, is simpelweg niet hun belevingswereld.

Dat zie je terug in de fysieke “technieken” die we leren. Meestal begint het met twee tegenstanders op anderhalve meter afstand, klaar om elkaar aan te vallen. Dat is een duel, geen zelfverdedigingssituatie. En vaak worden er controle-technieken als houdgrepen en klemmen geleerd. Logisch als je politie-agent of beveiliger bent, maar voor een zelfverdedigingssituatie zijn deze technieken te zacht en niet effectief genoeg.

Zelfverdediging voor vrouwen

Het wordt wel vaker gezegd: vrouwen leven in een andere wereld dan mannen. Als je dus zelfverdediging wilt geven aan vrouwen, zul je je moeten verdiepen in hoe het is om een vrouw te zijn. Hoe het is om je hele leven te leren dat je kleiner en zwakker bent. Om je écht voor te stellen hoe dat moet zijn. In dit artikel staat een oefening waarbij je je als man voorstelt door een groep mannen aangerand te worden. Dat zou eigenlijk een verplichte oefening voor elke docent moeten zijn.

Het is dus ontzettend belangrijk om te begrijpen in wat voor soort situaties vrouwen terecht komen. En dus kijken we in de les naar hoe échte daders te werk gaan. Want een echte verkrachting ziet er heel anders uit dan wat de meeste mensen (ook vrouwen) zich erbij voorstellen. En dus zijn ook de echte problemen heel anders dan je zou denken.

Daarom wordt het tijd dat we het beeld van het “straatgevecht” loslaten, en er een ander beeld voor in de plaats zetten. Dat andere beeld heeft namelijk andere oplossingen en andere vaardigheden nodig.

Ik zal eerlijk zijn: ik heb er nog geen woord voor. Ik heb nog niet één woord dat het model samenvat van wat het probleem is en wat je daar voor oplossingen voor nodig hebt. Ik heb wel een aantal stukjes van de puzzel. In de les behandelen we de specifieke vaardigheden die je nodig hebt, maar hier zal ik proberen wat breder de principes te beschrijven die terug zouden moeten komen in het model.

#1 “Urban warfare”

Vroeger vonden veldslagen – het woord zegt het al – plaats op open velden, waar de troepen vrij konden bewegen, en bijvoorbeeld charges te paard goed werkten. Een “straatgevecht” is daar eigenlijk nog de nasleep van. Maar tegenwoordig wordt oorlog vaak gevoerd binnen gebouwen. In onze schone en lege trainingszalen en dojo’s vergeten we vaak dat gevechten plaats vinden op plaatsen.

De plekken waar je als vrouw met problemen te maken krijgt, zijn geen slagvelden, maar huiskamers, slaapkamers, toiletten, gangen op feestjes, auto’s, en zo verder. Daar staan meubels en liggen spullen. Een belangrijke vaardigheid om te leren is dus hoe je gebruik kunt maken van die omgeving.

Dat je omgeving niet langer een vaststaand gegeven is, maar iets dat je naar je hand kunt zetten. Als je moet ontsnappen uit een kamer, moet je dan de deur gebruiken, of is er een gipswand waar je doorheen kunt trappen? Is er een raam waar je uit kunt klimmen naar een afdak, het dak van een auto, of een boom? Kun je een kast omgooien als barricade of een koffietafel tegen de schenen van je tegenstander schoppen?

Het feit dat je je altijd ergens bevindt, is het eerste belangrijke aspect van een nieuw model.

#2 “Hinderlaag”

Als je in een zelfverdedigingssituatie terecht komt, ben je per definitie verrast. Als je het aan had zien komen, was je daar al lang weggeweest. Dat betekent dat je ten eerste moet leren omgaan met het feit dat je verrast bent. Dit komt meestal neer op omgaan met bevriezen. Begrijpen én accepteren dat je verrast gaan zijn en gaat bevriezen, zorgt ervoor dat je minder last hebt van de effecten van verrassing op je lichaam, gedachten en emoties.

Het is dus belangrijk om te begrijpen dat je je niet mentaal zal kunnen voorbereiden of even wat stretches doen voor je aan de slag moet. Je zult gelijk actie moeten ondernemen.

Daar hoort bij dat je beslissingen leert nemen op onvoldoende informatie. In een echte crisissituatie heb je nooit alle informatie die je zou willen hebben om een goeie beslissing te nemen.

#3 “Contraspionage”

In veel gevallen zul je verrast zijn omdat een situatie niet is zoals je gedacht had. Degene met wie je zo leuk stond te praten, blijkt ineens tegen jouw wil in je mee te willen nemen naar huis. Je vriend of man blijkt ineens drankverslaafd, agressief of jaloers te zijn. Dat is natuurlijk niet echt “ineens”, en daarom is het zo belangrijk zo vroeg mogelijk te handelen naar de waarschuwingssignalen. Maar als je in een zelfverdedigingssituatie terecht bent gekomen, heb je kennelijk signalen gemist of genegeerd.

Dus specifiek zul je om moeten kunnen gaan met de plotselinge realisatie dat degene die je voor je hebt, niet is wie je dacht dat hij of zij was. Dat vereist dat je snel van gedachte kunt veranderen, dat je snel een beslissing kunt nemen en snel van koers kunt veranderen. Daarvoor moet je onafhankelijk kunnen denken. Je eigen initiatief nemen. Een situatie snel overzien en kijken wat daarin bruikbaar voor jou is.

Het is dus belangrijk te weten wat sociale banden met je doen – ook iets wat we in de les uitgebreid behandelen. En dan de vaardigheid ontwikkelen om deze persoon tóch je leven uit te werken, ook al voelt dat heel moeilijk.

Je moet dus leren switchen tussen “dit is een leuke gezellige situatie” en “dit is een situatie waarin mijn leven in gevaar is”.

#4 “Asymmetrische oorlogvoering”

Zoals ik al schreef, hebben vrouwen meestal aangeleerd dat ze altijd kleiner en zwakker zijn. Meestal is het onderliggende idee daarvan dat je té klein en té zwak bent. Dat is niet zo. Je bent sterk genoeg.

Bovendien is het niet relevant. In een zelfverdedigingssituatie heeft de aanvaller jou uitgezocht omdat hij denkt zeker te weten dat hij je aankan. In een zelfverdedigingssituatie ben je dus altijd kleiner en zwakker. Het maakt niet uit of je een vrouw of een man bent.

Zelfverdediging is dus altijd een kwestie van “asymmetrische oorlogvoering”: het principe dat jij en je tegenstander niet over dezelfde middelen beschikken. Dat betekent dus dat je op een andere manier zal moeten vechten. Boksen tegen een grotere, sterkere, voorbereide tegenstander heeft niet zoveel zin. Het is al geen eerlijk gevecht – daar heeft hij al voor gezorgd – dus je moet ook niet proberen het op een “eerlijke” manier te winnen. Het idee is om jouw sterkste mogelijkheden in te zetten tegen de zwakste plekken van je tegenstander.

Het is dus belangrijk dat je leert hoe sterk je bent, en dat je leert hoeveel er mogelijk is. Zijn er voorwerpen die je als wapen kunt gebruiken? Ontsnappingsmogelijkheden die jij wel kunt benutten en hij niet? En hoe kun je je slagkracht maximaliseren?

#5 “Pro-actief crisismanagement”

De meeste vaardigheden die je nodig hebt, zijn mentaal en niet fysiek. Vaak ontstaan problemen op het moment dat je niet meer het overzicht hebt over wat goed is voor je leven en wat niet, en als je niet meer goed kunt zien waar je wel en niet invloed op hebt.

Dit is het verschil tussen strategie en tactiek. Strategie is het grote plaatje, het grotere plan. Tactiek is wat je concreet doet om dat plan te bereiken. Problemen ontstaan als je tactieken niet meer je strategie ondersteunen.

Je grotere plan zou moeten zijn om een veilig, vrij en leuk leven te hebben. Omdat geluk voor ons vaak betekent: fijne relaties met andere mensen hebben, is het daarom belangrijk om de juiste mensen je leven in te laten en problematische mensen uit je leven te weren.

Vaak gaat dit mis als mensen vergeten opnieuw naar het grote plaatje te kijken. Ze blijven dan dingen doen om in het dagelijks leven met problematische mensen om te kunnen gaan. Bijvoorbeeld door zich aan te passen. Of door alleen minimaal voor zichzelf te zorgen om dan weer volop verder te kunnen gaan met die problematische persoon te helpen of te vriend te houden.

In het bekende essay Betrayed by the angel beschrijft Debra Anne Davis de handelingen die ze neemt nadat er een onbekende man haar appartement binnen is gedrongen: flirten, hem gunstig stellen, het hem naar de zin maken. Al die handelingen doet ze om om te gaan met het feit dat er een vreemde man in haar appartement is. Dat is het tactisch niveau. Strategisch niveau zou zijn: slaan, schoppen, bijten, krabben, je omgeving gebruiken (het is jouw appartement en jij weet waar alles ligt) en zorgen dat die situatie zo snel mogelijk ophoudt.

Een belangrijke vaardigheid is dus kunnen “switchen” tussen die twee niveaus. Op het moment dat iemand je aanspreekt, op het moment dat iemand iets van je wil, op het moment dat je met iemand thuis bent of zelfs al in een relatie zit: op dat moment kunnen uitzoomen en denken: “is dit goed voor mijn leven?” En dan actie ondernemen op dat niveau. Niet proberen het de ander naar de zin te maken, of te handelen alsof jij je nou eenmaal moet aanpassen. Maar in plaats daarvan de interactie, het contact of de relatie verbreken.

Daarvoor is het handig als je je leven al op de rit hebt. Als je je eigen bankrekening hebt, en niet alleen maar een gedeelde rekening. Dat je over je eigen geld kunt beschikken. Dat je de mogelijkheid hebt om uit te wijken naar vrienden of familie, in het geval van een relatie. Dat je de mogelijkheid hebt om vrienden of een taxi te bellen, in het geval van een date.

Zorgen dus dat je leven zo stevig in elkaar zit dat het niet door één persoon verstoord kan worden. Er gaan crises gebeuren in je leven. Da hoort er nou eenmaal bij. Pro-actief crisismanagement betekent dat je dat accepteert en alvast de nodige voorbereidingen treft.

Naar een relevant model van zelfverdediging

Het enige belangrijke aan zelfverdediging is dat het werkt – voor jou. Oplossingen die voor anderen werken, hoeven niet per sé de oplossing voor jou te zijn. Het is dus belangrijk dat je zelfverdediging je eigen maakt. Dat je snapt hoe de dingen die je leert, van toepassing zijn op jouw leven. En dat je ze onderdeel maakt van je leven.

Uiteraard is het aan ons, docenten, om ons te verdiepen in de situaties waar vrouwen in terecht komen, en daar oplossingen voor te verzinnen. Vaak weten we niet beter dan wat ons geleerd is, maar daarom is het des te belangrijker da we ons afvragen: voor welk probleem is dit een oplossing? In welke context is dit ontstaan? En klopt die context voor ons nog?

Een bijwerking van zelfverdediging is dat het bijna onmogelijk is om er veel ervaring mee op te doen. Als je drie keer of meer in een fysieke zelfverdedigingssituatie terecht komt, heb je je preventie niet op orde, of is er iets anders flink mis met je levensstijl. Dat betekent dat we vooral moeten leren van onze voorgangers – maar die leefden in een andere situatie. Het is dus essentieel om te blijven kijken naar de inhoud van je lessen, en om die te blijven aanpassen aan de situatie van je leerlingen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *