Werkt mijn karate / wushu / tai chi nou ook als zelfverdediging of niet?

tai ji quan
Naast zelfverdediging geef ik les in de klassieke Chinese gevechtsmethode tai ji quan, beter bekend als tai chi. Een tijd lang leek dat een spagaat: zelfverdediging is superpraktisch en heeft geen regels of technieken; tai ji bestaat uit een traditionele vorm met vastgestelde bewegingen.

Eerlijk gezegd worstel ik vaak met wat ik leraren martial arts zie onderwijzen. Vaak zie ik simpeler mogelijkheden om een beter effect te verkrijgen, en nog vaker zie ik technieken die in het echt totaal niet zouden werken. Maar toch geloof ik dat wat in gevechtskunsten* zit, ooit heeft gewerkt. Ik denk alleen dat je de onderliggende principes van geweld moet begrijpen, om de technieken van een gevechtskunst te kunnen interpreteren.

Van gevechtsmethode naar gevechtskunst

Om te kunnen begrijpen hoe en waarom klassieke gevechtsmethodes zijn veranderd in iets dat niet meer overeenkomt met hoe het er in de werkelijkheid aan toe gaat, moet je snappen hoe zo’n gevechtskunst zich heeft ontwikkeld sinds haar ontstaan tot aan het heden. Ik denk dat er een aantal fases zijn geweest:

Fase 1. Echt geweld, op leven en dood, vindt frequent plaats. Mensen die vechten, doen wat werkt. Ze zouden dit niet als “kunst” of zelfs als “methode” bestempelen. Het is gewoon hun leven. Mensen vertrouwen op hun eigen ervaringen meer dan op ervaringen van anderen. Wat ze doen is niet spectaculair. Het moet werken. De afstand is intiem: alleen uitschakelen telt.

Fase 2. De wereld wordt vrediger. Voorvechters van rivaliserende gemeenschappen dagen elkaar uit in open wedstrijden; deels om hun techniek te verfijnen, deels om prestige. Spectaculaire technieken ontstaan als reclame voor de scholen van meesters, om geld in het laatje te brengen. Leren doe je van leraren met ervaring in het echt of in wedstrijden. Gevaar van dood bestaat nog, maar is veel kleiner. De afstand is die van boksen: raken telt.

Fase 3. Nog vrediger omstandigheden. Gevechten worden gestyleerd en technieken staan nu vast. Traditie is belangrijk. Leren doe je van de traditie. Modificatie mag niet meer. Het vak is niet meer levend. Je draagt een uniform en je buigt voor de leraar. Blessures zijn onacceptabel. De afstand is buiten gevechtsbereik: de aanval raakt de verdediger niet.

Fase 4. Interventie van overheden of bezettingsmachten. Technieken of hele systemen worden verboden, opzettelijk verkeerd overgebracht, of omgebouwd tot gezondheidsformules. Oefeningen met tegenstander worden nog nauwelijks gedaan. De bewegingen veranderen onder invloed van esthetiek of vermeende gezondheidsaspecten.

Haal uit jouw gevechtskunst wat erin zit

Jij zit nu in fase 5. Je hebt een traditie, wat geschriften, scholen en stijlen, en je krijgt “iets” aangeleerd. Alle veranderingen na fase 1 vernietigen kennis die we ooit hadden. Wat overblijft in fase 5 is een 4 keer met de hand gekopieerde tekst waar 4 verschillende schrijvers per ongeluk en opzettelijk fouten in hebben gemaakt. Wat moet je daar nou mee?

Ik zie ook dat alle voordelen voor je gezondheid, je mindset, je weerbaarheid en je dagelijks leven, nog steeds ergens verstopt zitten in elke “gevechtskunst”. Ik geloof dat je al die voordelen weer naar boven kunt halen als je op de juiste manier met jouw martial art om gaat.

Daar moet je wel een beetje archeologie voor doen. Dat begint met kijken naar wat een gevechtsmethode zou moeten doen, en daar wat gezond verstand op loslaten.

Eerst een paar aannames:

1. De basis van elke martial art bestaat uit gevechtshandelingen die ooit hebben gewerkt.

2. De meeste bewegingen zijn licht tot zwaar gemodificeerd. Vaak moet je dat zoeken in de grootte van de beweging, verandering van afstand, verwisseling van links/rechts, voor/achter, etc.

3. Sommige bewegingen zijn niet meer te ontcijferen. Bewegingen die zelfs niet werken als jij ze weer terug probeert te modificeren, zet je op een lijst met dubieuze bewegingen. Je laat anderen erover nadenken en accepteert dat je nooit zult weten waarom ze in jouw traditie zitten.

Vervolgens laten we er wat principes uit de huidige kennis van geweld op los:

1. Geweld gebeurt op korte afstand. ga er van uit dat een aanval minstens 5cm moet penetreren om effectief te zijn. Je moet dus echt op heel korte afstand met elkaar oefenen.

2. De aanval moet logisch zijn. Vraag 3x “waarom”: waarom gebruik ik deze verdediging, waarom valt de aanvaller op deze manier aan – en nog een extra “waarom” voor de zekerheid.

3. De aanval moet raak zijn. Sla niet langs, maar in het doel. Verander niet halverwege van richting.

4. Oefen langzaam. Slow is smooth; smooth is fast. Als je snel oefent, moet je jezelf dingen aanleren om je techniek onschadelijk te maken: bijvoorbeeld je slag vroegtijdig stoppen of op een verkeerde afstand gaan staan. Dit is de meest gemaakte fout in martial arts. Dit is de reden dat veel technieken als “blok” worden gezien, terwijl ze eigenlijk een slag zijn.

Snel oefenen voelt realistisch, maar is juist het tegenovergestelde. Ik zie vaker bij mensen met kung fu of karate-achtergrond dat ze zich hebben geleerd niet hard te slaan. En dat is héél moeilijk weer af te leren. Terwijl, als je langzaam oefent, kun je alle remmingen eruit halen, en als je het dan een keer echt nodig hebt, kun je explosief handelen.

Daarnaast: Denk niet in termen van snel/langzaam maar van meer/minder tijd. Jij en je tegenstander hebben elk evenveel tijd. Als je denkt dat jij zowel een blok als een tegenaanval kunt maken in de tijd dat hij alleen een aanval kan maken, maak je een ernstige denkfout. Tijdens jouw techniek doet je tegenstander ook iets!

5. Je kunt een aanval op korte afstand niet zien aankomen. Maar zelfs als dat je wel lukt, “verlies je je beurt” als je blokt. Veel technieken die worden aangeleerd als blok, werken prima als aanval, als je maar de correcte afstand aanhoudt. Kijk maar eens goed naar de technieken van jouw gevechtskunst. Zie je mogelijkheden als de blok een aanval moet worden?

6. Houdingen bestaan niet. Elke handeling is een beweging. Klemmen draaien ook niet om een eindpunt, maar zijn onderdeel van een beweging. Elke seconde is er dat wat er is, en elke seconde verandert er iets.

7. Doe wat werkt voor jouw lichaam. Werk altijd binnen je eigen macht, en ga niet voorover leunen of reiken. Kopieer je leraar niet, maar gebruik zijn bewegingsprincipes als motor onder je eigen bewegingen. Mijn leraar is groot, zwaar en sterk. Hij kan op lange afstand werken. Ik ben klein en moet door de dekking van mijn tegenstander heen dringen om effect te hebben.

8. Wat is je missie? Wat is je doel? Verschilt dat van het doel van de originele gebruiker? Wat betekent dat voor de techniek die je bekijkt? Gebruik zo min mogelijk abstractie. Kijk direct naar: hoe gaat deze handeling mij helpen mijn doel te bereiken.

9. Tradities ontstaan altijd in een context. Begrijp hoe jouw context anders is. In de tijd van fase 1 was er geen politie, geen ziekenhuis, weinig anatomische kennis etc. En iedereen droeg een wapen. Dat verandert alles.

10. Niets is persoonlijk. Oefen met respect voor elkaars lichaam en je hebt automatisch respect voor de ander.

Welke voordelen krijg je van oefenen op “fase 1”?

Leren omgaan met tegenstandWaarom zou je dit doen? De meeste martial arts worden beschouwd als traditie die al eeuwen hetzelfde is. Ik geloof dat niet, maar je zult tegen heel wat heilige huisjes aanschoppen als je het waagt kritiek te hebben op die zogenaamd eeuwenoude beweging.

Als je teruggaat naar fase 1, zul je geweld onder ogen moeten zien. Waarom zou je dat doen? Wat krijg je ervoor terug?

1. Op korte afstand werken is werken met angst. Het helpt je enorm om niet in paniek te raken als mensen te dichtbij komen, zowel fysiek als verbaal. Het helpt je om je kalmte te bewaren, wat er weer voor zorgt dat situaties minder snel escaleren.

2. Op zeer lage snelheid met elkaar kunnen oefenen vergroot je controle over situaties. Hoe langzamer je kunt zijn, hoe meer tijd je voor jezelf maakt. Daarnaast geef je jezelf daarmee de ruimte om te leren.

3. Dit levert je ook op dat je precies kunt zijn. Je hebt je bewegingen beter onder controle en je leert de juiste handeling te herkennen en nemen in situaties onder druk.

4. Tikken krijgen tijdens de training is gezond. Het stimuleert je om je te verzetten; het stimuleert je hele lichaam om wakker te zijn. Bij massages wordt er ook op je spieren geklopt.

Tegelijkertijd leer je om te gaan met tegenslagen, kritiek en agressie van anderen. Je leert dingen onpersoonlijk te maken en boven tegenslagen te gaan staan. Je wordt minder snel emotioneel en dat helpt je in allerlei situaties.

Voorwaarde is wel dat de klappen die je krijgt gedoseerd zijn. Een beetje pijn is ok. Maar het moet vallen binnen wat jij kunt absorberen. Daardoor kom je vooruit. Te snel te hard werkt precies tegenovergesteld. Dan conditioneer je om bang te zijn, emotioneel te worden, te schrikken. Precies wat je niet wilt. Blessures maken je alleen maar minder klaar voor het leven. Als leraren hebben wij de verantwoordelijkheid dit doseren goed te doen, en te zorgen dat medeleerlingen dit ook goed doen. Niemand hoort jouw school te verlaten omdat het te hard is.

5. “Geloof” in jouw gevechtskunst is uiteindelijk altijd onrealistisch. Door met een sceptische blik naar je eigen school en leraar te kijken, toepassingen te proberen en te testen, leer je onafhankelijk te zijn. Dat levert je vertrouwen op in je eigen oordeelsvermogen, en dat is de basis voor zelfvertrouwen.

6. Door bewegingen te maken die bij jouw lichaam passen en niet de leraar te kopiëren, beweeg je veel gezonder. Bewegingen die kloppen als gevechtsbewegingen, zijn per definitie binnen je eigen macht, ontspannen, zonder gestrekte ellebogen en knieën, en met het meest effectief gebruik van je lichaamsgewicht en structuur. Ze zijn daardoor de meest gezonde bewegingen. Daar kan geen gecodificeerde regel tegenop.

7. Door te snappen wat je aan het doen bent, leg je intentie in je bewegingen. Je lichaam vormt zich automatisch naar wat je wilt doen, en zo leer je op een natuurlijke manier bewegen. Ik kan een beweging twintig keer voordoen, en de leerlingen vinden hem nog steeds moeilijk; of ik kan ze één keer een echte aanval geven, en ze maken uit zichzelf de juiste beweging. Zo train je je spieren en je controle.

8. Door de technieken en handelingen te oefenen, ga je begrijpen hoe een lichaam werkt. Je krijgt een ander gevoel voor tijd. Deze twee dingen zijn een soort lichamelijk begrip van situaties. Klinkt heel vaag: je moet dit ervaren. Maar ook deze dingen gaan je iets opleveren in je leven.

Mijn tai ji quan

De tai ji waarin ik lesgeef, is de Yang-stijl 48-vorm. Dat is een verkorte vorm, afgeleid van de 108-vorm van Yang Chen Fu. Die 108 is weer een simplificatie van de 108 van Yang Lu Chan. Die laatste vorm leer ik bij mijn leraar, Thierry Alibert.

Thierry is, zoals ik al zei, een grote, sterke kerel. Hij heeft een achtergrond als bokser, zowel Amerikaans als Frans, en in wushu en karate. De man van wie Thierry tai ji quan heeft geleerd, had dat niet. Daarom is wat Thierry doet, compleet anders dan wat zijn leraar doet.

Ik ben leraar zelfverdediging, geen bokser, dus ik gebruik een kortere afstand. Boksen is iets compleet anders dan echt geweld. Tikken uitdelen werkt voor jou niet; jij moet zorgen dat je aanvaller ophoudt met aanvallen, zodat je weg kunt komen. Dat is een andere missie.

Daarnaast ben ik veel kleiner, lichter, en minder sterk dan Thierry. Dus ook ik heb heel wat aan mijn tai ji quan gesleuteld. Daarom hebben Thierry, zijn leraar en ik alledrie een heel andere vorm. Zo blijft wat we doen “levend” en blijft het zin hebben wat we doen.

Werkt tai ji quan als zelfverdediging?

Elke blok moet ook als aanval werkenRory Miller beschrijft dat training van technieken pas werkt als je 3 tot 5 echte gevechten hebt meegemaakt, omdat je eerst moet wennen aan de adrenaline en het geweld. Dus voor een burger gaat het aanleren van technieken je niet erg helpen. Daar kun je beter improvisatie-oefeningen voor doen.

Die improvisatie komt wel terug in het zoeken naar de toepassing van elke handeling. Elke handeling in tai ji quan is niet een houding, hoewel ze wel vaak zo genoemd worden, en zelfs geen beweging. Het is een bewegingspatroon. Dit patroon is eigenlijk een handeling die je in verschillende situaties het beste resultaat oplevert. Meestal maakt het niet zoveel uit wat voor aanval er komt; als je dat bewegingspatroon uitvoert, kom je in elk geval in een betere positie.

Daarnaast is ook tai ji gebaseerd op de natuurlijke reflexen van het menselijk lichaam. Dat zie je vooral in de overgangen van het ene patroon naar het andere. Dat leren uitzoeken leert je heel veel over jouw lichaam in noodsituaties.

Maar bovenal levert een juiste training van tai ji je op dat je jouw lichaam effectief leert gebruiken. En daar heb je in je hele leven wat aan.

Meer weten over onze tai ji school? Kijk op onze website: Centrum Well Utrecht.

———————————————————————————–
* Trouwe lezers weten al dat ik een hekel heb aan het woord “gevechtskunst”. Kunst is een mooi schilderij of een beeld maken, iets dat je aan het denken en voelen zet. Geweld is niks verhevens of moois of kunstzinnigs: geweld is naar. Punt.

Foto’s © Kwok-Square 2016

2 gedachten over “Werkt mijn karate / wushu / tai chi nou ook als zelfverdediging of niet?

  1. Nico

    Interessant stuk. Hoe sta jij tegenover de visie dat Taijiquan je ook op een mentale weerbaar maakt en je in staat stelt de vele, vaak negatieve en stress veroorzakende invloeden, op te vangen en af te handelen?

    Reageren
    1. Valeer Bericht auteur

      Hartelijk dank voor je reactie, Nico.

      Ik denk dat tai ji dit zeker voor je kan doen. Alleen al doordat je een routine hebt van een activiteit die fysiek is en waar je even met je hoofd ergens anders bent. Hoe langer je traint, hoe meer je training een rustpunt wordt in je leven.

      Daarnaast helpt het om iets te doen dat moeilijk is, en dat is tai ji. Het helpt omdat je toch doorgaat terwijl het moeilijk is, en terwijl het lang niet altijd lukt of gaat zoals je wilt. Daar leer je van dat je toch gewoon door kunt gaan met wat je doet, ook als het niet helemaal loopt zoals je voor ogen had.

      Ten derde denk ik, zoals ik in het artikel ook schrijf, dat vooral het werken met een partner, tikken krijgen en omgaan met nabijheid en aanraken, heel veel doet voor je mentale veerkracht. Een van de belangrijkste aspecten van tai ji en zelfverdediging is dat je ervaart dat je meer kunt, en meer kunt hebben, dan je denkt.

      Ten vierde denk ik dat je, als je hier bewust mee bezig bent, leert dat er dingen zijn waartegen je je kunt en wilt verweren. Uiteindelijk zitten alle grote levensvragen in tai ji. Hoe ga je om met blessures? Hoe ga je om met ouder worden? Hoe ga je om met fysieke en mentale beperkingen? Je kunt hier steeds van blijven leren.

      Dus ik denk zeker dat je tai ji kunt gebruiken om ook mentaal weerbaarder te worden, zoals je beschrijft.

      Reageren

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *