Maar is het echt een conflict?

HonkbalknuppelConflicten kunnen ons opeten. Op meerdere manieren. We kunnen erin blijven hangen, waardoor we steeds maar weer boos worden en ons stresssysteem nooit rust krijgt. We kunnen ze steeds erger laten worden, en dingen zeggen die onze relaties stuk maken. En ze kunnen ons gevangen houden in een relatie die eigenlijk helemaal niet gezond is. Want een conflict is zélf eigenlijk een soort relatie. Daarom kan het ons heel erg helpen om ons af te vragen: is dit eigenlijk wel echt een conflict?

Geweld en menselijke relaties

Mensen zijn kuddedieren. Op allerlei manieren doen we wat andere mensen doen. “Wat anderen doen” is onze eerste en belangrijkste aanwijzing in elke situatie. En zodra een ander mens ons aanspreekt, denkt ons systeem dat we een relatie met die ander hebben. “Wat de ander doet” wordt dan erg belangrijk voor ons. Een groot gedeelte van ons automatische gedrag heeft als doel: onze relaties onderhouden. Want de kudde moet bij elkaar blijven.

Je kunt het concept “geweld” op verschillende manieren bekijken. Een van die manieren is: categorieën van geweld. Er zijn twee hoofdcategorieën: sociaal geweld en niet-sociaal geweld.

Sociaal geweld heeft een sociale functie: die kudde bij elkaar houden. De verschillende vormen van geweld in deze categorie zijn daarop gericht. Dat dit soort geweld een functie heeft, betekent overigens niet dat sociaal geweld iets “goeds is”, of dat “de groep bij elkaar houden” altijd het juiste is! Sociaal geweld gaat vaak over het handhaven van regels en hiërarchieën, en die kunnen zeer schadelijk zijn. In oorlogen bijvoorbeeld kan seksueel geweld gebruikt worden als “straf” voor het overtreden van de “regel”: “mensen uit een ander land mogen niet bestaan”.

Niet-sociaal geweld heeft een individuele functie: het bevredigt de belangen van het individu. Ook hier geldt: dat is niet per sé iets goeds. Er bestaan mensen die anderen graag zien lijden. De soorten geweld die in deze categorie vallen, kunnen een manier zijn voor een individu om het verlangen naar andermans lijden te bevredigen.

Ons brein heeft natuurlijk geen idee van die verschillen. Bij geweld dat door een ander lid van dezelfde soort, namelijk een ander mens, wordt gepleegd, neemt ons brein eigenlijk altijd direct aan: dit gaat over onze relatie. Een belangrijke stap in zelfverdediging is dan ook: het concept “relatie” weghalen uit dat wat er nu gebeurt.

Conflict als relatie

Daar heeft ons brein erg veel moeite mee, en dat zien we overal. In de media wordt vaak gesproken van een “familiedrama” als een man zijn familieleden of gezinsleden vermoordt. Alsof er een “samen” of een “wederzijds” component in deze daad zit. Dat zit er natuurlijk niet: dit is de daad van een mens tegen andere mensen. Moord is geen relatie.

Hetzelfde zien we met huiselijk geweld. Hier wordt meestal ook, zonder bewijs, direct aangenomen dat beide partners schuld hebben. Dat beide partners evenveel doen en dat het geweld onderdeel is van de relatie. Totaal onterecht krijgt daardoor het slachtoffer de schuld in de schoenen geschoven.

Zodra er ergens geweld wordt gepleegd, leest ons brein daar een “relatie” in. Misschien dat ons brein gewoon geen idee heeft van niet-sociaal geweld.

Het lastige is dat de manieren van de-escaleren van sociaal en niet-sociaal geweld meestal elkaars tegenovergestelde zijn. Over het algemeen is de-escaleren bij sociaal geweld een kwestie van duidelijk maken dat je de groep respecteert en niet tegen de regels van de groep in gaat. Ook hier weer: dit is lang niet altijd een goed idee! Je schikken naar een groep met schadelijke regels kan je je leven kosten. Bij niet-sociaal geweld is de methode van de-escalatie vrijwel altijd: laten zien dat de aanval niet gaat slagen. Met andere woorden: weggaan, en als dat niet mag of lukt: zó veel fysiek geweld gebruiken dat je wél weg komt.

Er is veel geschreven over hoe je verschillende vormen van geweld en verschillende daders kunt herkennen. Maar de vervelende waarheid is: wij zijn daar niet goed in. Hoe meer ik leer, hoe meer ik denk dat verschillende vormen van geweld proberen te herkennen helemaal geen goede manier van zelfverdediging is.

Een verzonnen voorbeeld. Je bent op vakantie in Zuid-Europa en je komt een prachtig klein kerkje tegen. Je gaat naar binnen. De plaatselijke priester ziet je, kijkt een seconde naar je, en sommeert je op boze toon mee te gaan naar aan kamertje aan de zijkant van de kerk. Wat is hier aan de hand?

Grote kans dat ons brein denkt: ik heb iets verkeerd gedaan, en daarom is die priester nu boos. Ons brein bedenkt ter plekke een relatie en, omdat voor ons als kuddedieren de groep het allerbelangrijkst is, verzint gelijk dat wij een regel van de groep (die er een seconde geleden nog niet eens was) hebben overtreden.

Dit is natuurlijk makkelijk in te vullen: in kerken in Zuid-Europa mag je niet zonder mouwen naar binnen, je hebt vast een truitje zonder mouwen aan, etc etc. Maar dat is iets dat ons brein later invult. Het sociale idee invullen om de groep te beschermen, is sneller. Het verhaal over het truitje verzint ons brein om dat sociale idee goed te praten.

Geloven we dat dit is hoe de situatie in elkaar steekt, dan gaan we waarschijnlijk mee naar het kamertje met de priester, want daar krijgen we dan vast wel een trui of moeten we onze excuses aanbieden of iets dergelijks. En als dit werkelijk de situatie is, dan klopt dat waarschijnlijk: sociaal geweld de-escaleren vereist mee te gaan met de regels van de groep, en je straf te ondergaan. Nogmaals: je straf ondergaan is lang niet altijd iets goeds. Je hebt natuurlijk geen enkel idee wat er in dat kamertje gaat gebeuren.

Onlangs heeft onderzoek aangetoond dat er eigenlijk heel veel variatie zit in hoe mensen verschillende gezichtsuitdrukkingen interpreteren. Wat ik als “boos” opvat, kan door een ander heel anders worden opgevat. Daarnaast gebruiken daders van geweld vaak een uitdrukking van boosheid tegen vrouwen, omdat de meeste vrouwen geleerd hebben dat ze moeten toegeven als een man boos is.

Misschien is dit dus helemaal geen geval van sociaal geweld maar van niet-sociaal geweld: een man ziet een vrouw die duidelijk niet van hier is en wil haar afzonderen om zijn verlangens te bevredigen. In dit geval is meegaan en doen wat de priester zegt, niet de-escalerend maar juist escalerend. Daders die geweld gebruiken om een doel te bereiken, worden vaak boos als hun slachtoffer meewerkt of smeekt om genade. Daders die geweld gebruiken omdat ze genieten van geweld, genieten van een slachtoffer dat meewerkt of om genade smeekt. In beide gevallen wordt het geweld dus erger.

Wil je dit geweld de-escaleren, dan is er maar één manier: weggaan, zo nodig met het zwaarste geweld dat je kunt vinden.

Twee verschillende versies van hetzelfde voorbeeld. Maar hoe weet je nou welke het is? Hoe weet je of je te maken hebt met sociaal geweld, of met niet-sociaal geweld? Hoe weet je welke methode van de-escaleren je moet kiezen?

Het antwoord is natuurlijk: dat weet je niet. En het maakt ook niet uit. De relatie is niet echt. De groep is niet echt. En de regels zijn niet echt. Het enige waar jij naar hoeft te kijken is: “Wat heeft de kleinste kans om slecht voor mij uit te pakken?”

Ga je met de priester mee, dan is er een kans dat je gewoon een preek krijgt. En er is een kans dat je verkracht wordt. Ga je weg, dan blijf je in beide gevallen ongedeerd. Een boze priester lijkt een conflict, omdat het lijkt of er een relatie is. Maar die is er niet. Dit is geen conflict.

Je hoeft het gesprek niet aan te gaan

Dit was een eenvoudig voorbeeld omdat je de priester niet kent en misschien wel niet verstaat. Dit soort situaties zijn altijd moeilijker als je in gesprek bent geraakt, en nog moeilijker als je de ander kent. Dan lijkt het nog veel meer of er een “relatie” bestaat, en dan is het meestal lastiger om uit de situatie weg te gaan. Niet omdat iets ons tegenhoudt, want meestal is er geen enkele barrière om weg te gaan. Maar omdat ons brein ons niet de toestemming geeft om de kudde op te splitsen.

Want er is bij dit voorbeeld natuurlijk nog een derde optie: je wil én niet weggaan én je wil niet doen wat de priester zegt. Dus je gaat in discussie. En dan heb je een conflict. Wat maakt het uit dat je blote armen hebt? Waarom zou de God van die priester dat erg vinden? Enzovoort.

Wat we als mensen meestal lastig vinden, is dat een conflict niet ophoudt omdat wij gelijk hebben. Al in het oude Griekenland waren er filosofen die “gelijk hebben” gelijkstelden met “gelijk krijgen”. Als je maar goed was in debatteren, dan kon je altijd “winnen” en altijd gelijk hebben. Binnen de kortste keren was de plaatselijke bevolking deze lui natuurlijk helemaal zat, want ze praatten recht wat krom was en krom wat recht was. Dat je goed kunt debatteren, betekent natuurlijk niet dat je gelijk hebt. En dat je gelijk hebt, betekent niet dat iedereen het met je eens gaat zijn.

In dit voorbeeld is de kans op succes natuurlijk klein. De kans dat een hele cultuur zich gaat aanpassen aan één buitenstaander die even op bezoek komt, is minimaal. Ook als je gelijk hebt. De kans dat je in deze situatie gaat krijgen wat je wil is klein, en de kans dat de priester steeds bozer wordt en jij steeds bozer wordt, is groot. En mocht je de situatie verkeerd in hebben geschat en de priester is op zoek naar niet-sociaal geweld, dan is elke seconde die je met hem doorbrengt plezierig voor hem en gevaarlijk voor jou.

Dus nee, je hoeft het gesprek niet aan te gaan. En dat is belangrijk om te zeggen, omdat ons brein vaak denkt van wel. Dat we met de ander moeten praten. Dat we daartoe verplicht zijn. Maar er zijn juist een heel aantal omstandigheden waarin het gesprek aangaan gevaarlijk is. En dan is het belangrijk te weten dat je niet hoeft te praten. En ook al denkt ons brein van wel, je hoeft het conflict niet aan te gaan.

Wanneer je beter niet in discussie gaat

Er zijn een aantal omstandigheden waarin het onverstandig is om in discussie te gaan. De eerste heb ik al genoemd: als je omringd bent door een andere cultuur, op het territorium van die andere cultuur, heeft het weinig zin om een conflict aan te gaan over normen en waarden. In het beste geval ga je niet je zin krijgen; in het ergste geval wordt je op verschrikkelijke wijze gestraft voor het breken van regels.

Dit gaat overigens niet alleen over landen. De cultuur die ergens heerst, wordt bepaald door de mensen die er zijn en of zij die plek als hun thuis beschouwen. De cultuur in een studentenhuis wordt bepaald door de regels die daar leven, maar als dezelfde groep studenten in een café hangt, is de kans groot dat ook daar hun cultuur geldt. Hetzelfde geldt voor voetbalsupporters, evangelische christenen, of welke cultuur je ook maar kunt aanwijzen.

Een andere situatie heeft betrekking op het onderwerp. Als jouw menselijkheid ter discussie wordt gesteld, is het zeer onverstandig om in discussie te gaan. Als mensen “in debat” willen gaan omdat je trans, non-binair, zwart, Aziatisch, chronisch ziek of welk ander label je maar hebt voor omstandigheden die bepaald zijn door hoe je geboren bent. Dit soort gesprekken zijn geen “debat”, want degene die vindt dat jij jezelf moet verklaren of bewijzen, blijft zelf buiten schot. Dit soort gesprekken starten vanuit een ongelijke positie, waarin de ander zich “hoger” vindt dan jij. Iemand die vindt dat de ander “minder” is, zal ook geen argumenten van die “mindere” accepteren. Dit is geen “debat”; dit is een bevel aan jou om een smeekbede te houden. En smeekbedes zijn altijd een slecht idee. Ze werken escalerend.

Er is een tijd geweest dat binnen Amerikaanse bedrijven twee onderwerpen niet besproken werden: religie en politiek. Het probleem met deze onderwerpen is dat ze binair zijn: of je hoort erbij, of niet. Hoor je erbij, dan ben je goed; hoor je er niet bij, dan ben je slecht. Mensen verweven ze makkelijk met hun identiteit, en daardoor veranderen ze niet gemakkelijk van mening. Discussies over religie of politiek lopen meestal uit de hand en komen bijna nooit tot een “oplossing”, en daarom werden ze in een werk-situatie als onwenselijk gezien.

Nogmaals, dit gaat niet over gelijk hebben. In veel maatschappelijke discussies wordt er een valse gelijkstelling gemaakt, “both sidesism”, waarbij net wordt gedaan alsof beide standpunten even valide zijn. Dat is natuurlijk niet zo. Racisme is schadelijk, en de twee posities, voor of tegen, zijn niet gelijk. Goed en slecht bestaan wel degelijk. Wat het niet betekent, is dat je hierover in discussie moet gaan. Sterker nog: in discussie gaan kan het idee versterken dat de twee standpunten wél gelijk zijn.

Wat hoop je hieruit te halen?

Een discussie of conflict geeft je brein het idee dat er een relatie is, en een sterk oplopend conflict of een voortdurende discussie kan jou het idee geven dat die die relatie sterker wordt, en dat maakt het lastiger om weg te gaan. En weggaan is je belangrijkste strategie om je veiligheid te vergroten.

En dan bedoel ik niet “vluchten”: ik bedoel de relatie ontbinden en verder gaan met je eigen leven. Vluchten wekt het idee van zwakte, en daders escaleren als ze zwakte zien. Daders zijn laf. “Weggaan” is een situatie achter je laten omdat die je niets meer gaat brengen. Weggaan is een situatie ontgroeid zijn.

Als je kunt inzien dat een conflict ook een soort van relatie is, kun je die relatie makkelijker ontbinden. En dan kun je jezelf objectiever afvragen: “Wat hoop ik uit deze situatie te halen? Hoe ga ik hier beter uit komen dan ik erin ging? Wat ga ik krijgen?” En het tegenovergestelde: “Wat zijn de risico’s? Hoe kan ik hier slechter uit komen?”

Het gaat om jouw leven – en dus is het essentieel om voor elke situatie waar je in gaat, ook een uitgang te hebben. Daarom is het belangrijk je af te vragen: “Ga ik het conflict aan omdat ik met deze persoon nog verder moet? Of denk ik dat ik met deze persoon nog verder moet omdat ik het conflict ben aangegaan?” Een eerste stap kan al zijn om het conflict niet meer aan te gaan. En te zien wat er dan nog over is van de relatie.

Zelfverdediging gaat vaak over toestemming. De toestemming die je jezelf geeft om voor jezelf te zorgen. Om te kiezen wat goed voor je is en af te wijzen wat slecht voor je is. Ik hoop dat dit artikel je helpt jezelf meer toestemming te geven: de toestemming om discussies en conflicten niet aan te hoeven gaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *