Strategie komt voor techniek

Deze demonstratie is niet waar die klem voor bedoeld is.Op de middelbare school hadden we een leraar tekenen. Als je niet wist hoe je je tekening beter kon maken, ging je naar zijn bureau. Hij pakte je vel papier en hield het voor zich, bekeek elk onderdeel en dan het geheel, en meestal stelde hij dan een vraag: “Wat zou er gebeuren als je dit element meer accent gaf? Wat zou er gebeuren als je hier een andere kleur gebruikte?”

Ergens, toen hij al een paar jaar onze leraar was, tekende hij een poppetje op het bord; of, nou ja, een poppetje… een ovaal (het hoofd) met een driehoek (de neus). Op dat moment besefte ik ineens: hij had nog nooit iets voorgedaan. Hij kon ongetwijfeld geweldig tekenen, maar wij hadden nog geen schets van hem gezien.

Voor wie is de les?

Ik ben er zeker van dat hij dit expres deed. Wij waren nog jong en we waren nog bezig met het ontwikkelen van onze eigen stijl. We kopieerden er op los natuurlijk: van stripverhalen tot schilderijen tot foto’s. Maar hij wilde ons niet beïnvloeden door het “goed” voor te doen.

Dit is me altijd bijgebleven, omdat ik veel voorbeelden van het tegenovergestelde heb gezien. In veel “martial arts” zie je leraren die maar wat graag hun technieken voordoen op hun leerlingen. En als die leerling dan probeert om weerstand te bieden, wordt ze nog afgestraft ook: “Nee, want als jij dat doet, doe ik dit!”

Deze leraren vergeten één heel belangrijke vraag:

Voor wie is deze les?

Zijn je leerlingen er voor jou, zodat jij, als leraar, kunt laten zien wat je allemaal kunt? Dan wordt het misschien eens tijd om uit te zoeken waarom jouw ego dat nodig heeft.

Het punt is namelijk: de les gaat niet om jou. Jij bent niet belangrijk. Het enige dat telt is of de leerling verder komt of niet. Dat had mijn tekenleraar zo goed begrepen. Het ging niet om hem.

Welke vechtkunst is de beste?

Onlangs zag ik op facebook een clip uit een serie of film. Een man staat een wushu vorm te oefenen, als hij wordt uitgedaagd door een Mixed Martial Arts-speler. Vervolgens maakt de wushu-speler de MMA’er helemaal in (natuurlijk). Steeds zie je een stukje van de vorm in flashbacks dat hij vervolgens op de MMA’er toepast.

Mensen, dit is niet hoe het werkt.

Toevallig dezefde dag zag ik een niet-fictief filmpje waarin precies het omgekeerde gebeurt. Binnen 5 seconden wordt de tai ji quan-grootmeester met de grond gelijk gemaakt. In een interview daarna vertelt de MMA-speler, Xu Xiaodong, hoe deze meester steeds opschepte over de technieken die hij had. Daarbij beschrijft Xu precies het probleem waar het over gaat: de tai ji meester was steeds bezig alles te “testen” op zijn leerlingen.

Het probleem daarmee is niet alleen dat leerlingen uiteraard minder ver zijn in hun weg dan jij. Het probleem is ook dat leerlingen vaak nogal goed meewerken met hun leraar. Of dat nou expres is of per ongeluk, leerlingen kunnen erg goed worden in het op de juiste manier aangeven van een aanval, zodat de leraar makkelijk zijn techniek kan laten zien. Zo kun je je als leraar een meester wanen – tot je iemand tegenkomt die écht weerstand biedt.

Wat de tai ji meester niet heeft begrepen (en wat de meeste mensen niet weten), is dat de vorm niet bedoeld is om in stukjes te hakken en in het echt te gebruiken. Als je het met een taal leren vergelijkt, is de vorm een oefenzin. En net zoals ik in Spanje niet ver kom met “Los elefantes comen emparedados”, kom je in een gevecht niet ver met “Grijp De Mus Bij De Staart”.

Oefenzinnen zijn er om een onderliggende vaardigheid te trainen. Maar daarnaast moet je ook woordjes leren, grammaticaregels begrijpen, veel schrijven en veel praten. En dat laatste is wat deze leraren te weinig doen. Échte gesprekken houden; met andere woorden: oefeningen waarbij je moet improviseren, tegen iemand die níet meewerkt.

Je “technieken” toepassen in een echt gevecht gaat er vanuit dat je kunt zien aankomen welke aanval er komt, en dan bliksemsnel techniek nummertje 347 uit de kast halen als verdediging.

Dit is niet hoe het werkt.

Maar wat Xu, ondanks herhaaldelijk aandringen van de interviewer, níet wil zeggen, is dat tai ji quan geen gevechtswaarde heeft. “Er zijn duizenden mensen die dit doen – hoe zou ik dat moeten weten?” En: “We zouden moeten samenwerken, om verder te komen.” Hij mag dan een blaaskaak zijn, maar dit is het soort nederigheid dat ik wel kan waarderen.

Wat is zinvol om te trainen?

Mensen leren graag “slimme vechttrucjes” en “technieken”. Maar dat heeft geen zin als je niet weet in welke context je aan het leren bent. De eerste vraag is daarom altijd: wat is je missie?

Als je gaat kanoën op de sloten in Noord-Holland, kun je dat in je bikini doen. Geen probleem. Doe je hetzelfde op zee, dan is het handig om een zwemvest aan te trekken. Doe je hetzelfde op wild water, dan zou ik tenminste een helm en misschien wat andere bescherming aanschaffen.

Dat geldt ook voor zelfverdediging. Het hangt heel erg af van de situaties waarin jij je wilt begeven (of waarin je je moet begeven – maar vraag je eens serieus af: wanneer moet het echt?). Ga je MMA doen, dan moet je iets anders leren dan als je wetshandhaver bent. Wil je wetshandhaver worden, dan werken weer andere dingen dan als je burger bent. Als je burger bent en je begeeft je graag in situaties waar vaak geweld ontstaat, dan zul je moeten overwegen vaker en op een hoger niveau te trainen.

Rory Miller zei eens: “Als je als burger vaker dan 3 à 5 keer met geweld te maken krijgt, moet je eens goed naar je levensstijl kijken.” De vraag is namelijk hoe belangrijk het voor jou is om je in gevaarlijke situaties te begeven. Wat krijg je hiervoor terug?

Ik ken een paar vrouwen die vaak interactie lijken te zoeken met gevaarlijke mannen. Als andere vrouwen denken, “hier moet ik niet zijn”, gaan zij er op af om een praatje te maken: met dronken, agressieve mannen, met mannen die verward en agressief zijn, enzovoorts. In hun eigen ogen misschien heel nobel, maar is het een goed idee? Ik neem aan dat als je dit doet, je opgeleid bent om dit soort interventies te plegen? En dat je wekelijks traint in het omgaan met geweld, zodat je de situatie onder controle kunt houden?

Niet?

Nou ja, uiteraard is het jouw leven. Het is aan jou om te beslissen wat je daarmee wilt doen…

…behalve dat je natuurlijk nog andere mensen in je leven hebt. Als jij daar met een vriendin bent, breng je ook je vriendin in gevaar. Gelukkig zijn veel mensen goed in staat om voor zichzelf op te komen. Je ziet dan ook dat vrouwen die zichzelf op deze manier in gevaar brengen, of graag met gevaarlijke vriendjes uitgaan, weinig vrienden overhouden. Want anderen zijn het zat om door hen in gevaar gebracht te worden.

Dus. Wat is jouw missie? De missie van een burger zou iets moeten zijn als “Ik ga vanavond weer veilig naar huis”. Je missie bepalen klinkt misschien als een stuk makkelijker dan technieken leren, maar juist in deze beslissing zitten een hoop gewetensvragen. Wat wil je wel en niet kunnen doen? Welke risico’s wil je wel en niet nemen? Kun je ermee omgaan dat je misschien dingen moet laten? Kun je begrijpen dat de wereld jou niets verschuldigd is?

In Nederland hebben we de rare uitdrukking “dat moet toch kunnen”. Onzin natuurlijk, de werkelijkheid is wat hij is en je zult ermee om moeten gaan. Als je je graag in gevaar begeeft en je bent niet bereid maatregelen te nemen, kun je niet klagen dat je het “recht” hebt om veilig te zijn.

Wat moet je doen om jouw strategie in te zetten?

Als je eenmaal een beslissing hebt genomen over je missie, kun je verder gaan naar het niveau van strategie. Hoe ga je op grote lijnen zorgen dat je die missie gaat bereiken?

Ergens hoog op dat lijstje zou moeten staan: niks te maken hebben met criminelen, gewelddadige types en andere gevaarlijke figuren. Als je je missie serieus neemt, dan komt hier de beslissing wat je allemaal uit je leven gaat gooien. Wat heeft een positieve invloed op jouw leven, en wat niet meer? Welke persoonlijkheden laten jou groeien, en welke leveren alleen maar problemen op?

Als je alleen maar focust op “technieken”, dan kun je gemakkelijk de werkelijkheid uit het oog verliezen. Dat is wat er met de tai ji meester in het gevecht tegen Xu gebeurde. Zoals Xu zegt: “Die mensen horen alleen maar: mijn leraar leerde van zijn leraar en die weer van zijn leraar en die weer van zijn leraar dat het werkt, dus het zou moeten werken.”

MMA is geen zelfverdediging; het is een duel. Dat is iets anders dan er op een hotelkamer achterkomen dat een of andere pick up artist je met geweld wil toevoegen aan zijn lijstje “veroveringen”. Andere situaties vragen om andere voorbereidingen.

Van strategie naar techniek

Je hoeft niet allemaal op MMA. Waar het om gaat is dat je bepaalt welke risico’s je bereid bent te nemen, zodat je je niveau van trainen daarop kunt afstemmen. Miller vertelt dat de eerste paar keer dat je met geweld te maken krijgt de adrenaline zó overweldigend is, dat je het puur op je eigen agressie en geluk doorkomt. Als burger zouden je voorbereidingen dus gebaseerd moeten zijn om hier je kansen zoveel mogelijk te vergroten.

En dan komen we bij het plaatje bovenaan deze post. Zomaar een foto die ik bij een reclame op internet tegenkwam, maar een goed voorbeeld van wat zelfverdediging níet is. Er stond een wervende tekst bij in de trant van “effectieve zelfverdediging”. Te vaak zie ik dingen als “Het systeem voor onoverwinnelijkheid” en dat soort claims. Er zijn geen garanties in de zelfverdediging.

En dan staat er dus zo’n foto bij. Ten eerste: deze beweging is niet bedoeld voor deze toepassing. De beweging zit zowel in tai ji quan als in aikido, maar ik heb nog nooit iemand de toepassing zien demonstreren waar hij voor bedoeld is. Terwijl, als je weet hoe gewelddadige situaties werken, en je weet wat de context is waarin deze beweging is ontwikkeld, kun je er met logisch nadenken en experimenteren wel uitkomen. Hint: er ontbreekt iets op de foto.

Ten tweede: De foto laat een gewrichtsklem zien. Gewrichtsklemmen werken op een pijnprikkel – en pijnprikkels zijn onbetrouwbaar bij een echte geweldssituatie. Prima als je met een paar collega’s iemand wil arresteren; maar in situaties van zelfverdediging heb je waarschijnlijk een hoger niveau van geweld nodig.

Maar ten derde: hoe past deze “techniek” in je missie van zelfverdediging? Je belangrijkste missie is immers om daar weg te komen (het principe van subsidiariteit). Hoe ga je dat doen als je techniek gebaseerd is op de ander vasthouden?

Dus ook bij zelfverdediging is het belangrijk om als leraar uit de weg te gaan. Niet “mijn leraar leerde van mijn leraar…” Leer van je leerlingen in wat voor situaties zij terecht komen. De dingen die een vrouw alleen op een feestje tegenkomt, zijn misschien wel heel anders dan de dingen die een politie-agent in een arrestatieteam tegenkomt. Dus kijk om je heen en zie hoe mannen vrouwen behandelen. Zet jezelf in hun positie en help hen uit te zoeken wat voor hen werkt.

En ga niet je spectaculaire trucjes voordoen op je leerlingen. Dat is wat Xu Xiaodong zo dapper durft te zeggen: in China worden gevechtsmethodes vaak tot een kunstje gemaakt. Prima als je het als kunstje vertoont, maar noem het dan niet effectief.

En ga niet laten zien hoeveel harder je kan slaan of geslagen worden dan je leerlingen. De voortgang van je leerling is het enige dat telt. Draag je daar niet (meer) aan bij, dan moet je stoppen deze leerling les te geven.

Het gaat niet om wat voor mij als leraar werkt. Het gaat om wat voor jou als leerling werkt. Waar jij beter van wordt.

Ik kan nog veel van je leren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *