(Goed) leven met risico

Wat als we voor niks een betere wereld maken?Ik ben al lang op zoek naar een beter woord voor de lessen die ik geef als “zelfverdediging”. Zelfverdediging klinkt zo passief, en op z’n ergst heb je een beeld van iemand die constant over haar schouder kijkt en overal gevaar ziet.

Dat is niet waar zelfverdediging over gaat. Daarom benoem ik het doel van zelfverdediging ook altijd als “een vrijer, veiliger en gelukkiger leven”. Maar hoe breng je veiligheid, vrijheid en geluk in balans? Hoe kun je leven met risico, zonder dat je constant bezorgd moet zijn?

Klassieke risico-inschatting

Omgaan met risico’s is uitgegroeid tot een vak met eigen theorieën en methodes. Je ziet dit vooral in de politiek en het bedrijfsleven. Er zijn een aantal standaard vragen die worden gebruikt om een beeld te krijgen van risico’s voor je organisatie of voor je project:

– Wat kan er allemaal gebeuren?
– Hoe groot is de kans dat het gebeurt?
– Wat is de consequentie als het gebeurt?

En daarna natuurlijk de vraag:

– Hoe kan ik voorkomen dat het gebeurt? En, als dat niet kan:
– Hoe kan ik het effect het minst erg maken?

Helaas zijn wij mensen niet zo goed in kansberekening. We hebben vaak een “gevoelde” beleving van hoe groot een risico is, en die komt lang niet altijd overeen met hoe groot het risico in werkelijkheid is. Een goed voorbeeld zijn de aanslagen van 11 september 2001. Daarna waren veel mensen bang om te vliegen, en maakten dus veel meer mensen dan normaal gebruik van de auto in plaats van het vliegtuig. Maar autorijden is zeer veel gevaarlijker dan vliegen, dus in die periode kwamen veel meer mensen om het leven dan wanneer iedereen gewoon was blijven vliegen.

Met COVID-19 is het hetzelfde. De kans dat je aan een auto-ongeluk overlijdt op weg naar je vaccinatie-afspraak is vele malen groter dan dat je aan een bijwerking van het vaccin overlijdt. En de kans dat je aan het virus overlijdt is tussen de 36,000 en 78,000 keer groter dan dat je aan bijwerkingen van het vaccin overlijdt. Alleen voelen we dat niet zo. Een vliegtuigongeluk of een bijwerking lijkt in onze beleving “erger” en dus urgenter.

De belangrijkste doodsoorzaken in Nederland zijn al jaren hetzelfde:

Per jaar:
– Ziektes (iets meer dan 140,000 personen)
– Verkeersongelukken (856 personen)
– Brand (153 personen)
– Moord (146 personen) (is al tijden aan het dalen, overigens)
– Verdrinking (107 personen)

Maar natuurlijk is niet alleen de dood een gevaar: mishandeling en seksueel geweld zijn twee andere gevaren waar we vaak over praten. Volgens de Prevalentiemonitor Huiselijk- en Seksueel Geweld 2020:

– 8% (470,000 personen) van de Nederlanders is in de afgelopen 12 maanden slachtoffer geweest van fysiek seksueel geweld
– 0,3% (45,000 personen) van de Nederlanders is in de afgelopen 12 maanden slachtoffer geweest van structureel huiselijk geweld

Ter vergelijking:

– in 2020 overleden wereldwijd 13 mensen na een aanval door een haai
– In 2020 overleden in Japan 17 mensen na een bijen- wespen- of hoornaarsteek

– In 2020 overleden tussen de 24,000 en 27,000 mensen aan COVID-19.

De O.O.D.A.-cyclus

Als je deze cijfers hebt voor alle mogelijke doodsoorzaken en alle mogelijk variaties van misdaden, dan kun je voor elk van die problemen een maatregel verzinnen. En dan kun je beslissingen nemen over wanneer je welke maatregel wil inzetten.

Eigenlijk lijkt dit heel erg op de klassieke beschrijving van het menselijk reactievermogen:

Observe – Wat neem ik waar? – Er komen politiewagens en ambulances aanrijden
Orient – Wat betekent dit? – Er loopt hier iets uit de hand
Decide – Wat besluit ik? – Ik kan hier beter niet zijn
Act – Wat ga ik doen? – Ik loop de andere kant op

Dit heet de OODA-loop (OODA-cyclus), en is bedacht door de Amerikaanse luchtmachtkolonel John Boyd. Klassiek risico-management is eigenlijk niets anders dan deze cyclus invullen, maar dan niet voor iets dat je waarneemt, maar voor iets waarvan je vermoed dat het kan gebeuren, zoals een haaienaanval of een verkeersongeluk.

Het model heet een “cyclus” omdat datgene wat je in stap 4 doet, impact heeft op je omgeving. De omgeving verandert daardoor en dat komt weer binnen als nieuwe observatie. En zo begint de cyclus opnieuw.

Het idee in veel disciplines, zoals zelfverdediging, militaire strategie en de zakenwereld, is dat je de cyclus zo snel mogelijk wil doorlopen. Dan ben je sneller dan je tegenstander en kun je handelen terwijl je tegenstander nog aan het oriënteren of beslissen is.

Het eerste probleem hiermee is dat er een limiet zit aan hoe snel je kunt zijn. Bij mensen is dat ongeveer een seconde. In het verkeer staat dit ook wel bekend als de reactieseconde. Een gemiddelde fitte (!) burger heeft een seconde nodig tussen de eerste O, het observeren dat er iets mis is, en de A, het beginnen met het indrukken van het rempedaal.

Dat betekent dat je zelfs op je snelst maar kan handelen aan de hand van iets dat een seconde in het verleden gebeurd is. Dat vinden wij mensen vaak lastig te bevatten. Wij denken dat we op het nu reageren. Maar in feite reageer je op op het verleden. Als er iets is dat de pandemie ons geleerd heeft, is dat alles wat we nu zien, een gevolg is van wat er in het verleden al is gebeurd:

Het aantal mensen dat vandaag overlijdt, zegt iets over hoeveel mensen er drie tot vijf weken geleden zijn besmet. Het aantal besmettingen dat vandaag plaatsvindt, kan vele malen hoger zijn dan dat. Dus elke maatregel die je neemt aan de hand van de cijfers die je vandaag hebt, is een reactie op de situatie drie tot vijf weken geleden. Niet een reactie op het nu.

De politiewagens en ambulances die nu aan komen rijden, zijn een reactie op een melding die soms meer dan een kwartier geleden is gedaan. De situatie – bijvoorbeeld bij een demonstratie of feest – is dus al in het verleden geëscaleerd. In de tijd dat de ambulance is komen aanrijden, is de situatie misschien al veel erger geworden.

De politicus die aanzet tot haat is al jaren geleden iemand geworden die overtuigd is dat witte mensen beter zijn dan anderen. De man die op een feestje opdringerig probeert aan je te zitten, is al jaren geleden iemand geworden die vindt dat zijn wensen belangrijker zijn dan jouw grenzen. De man die jou slaat, is al jaren geleden iemand geworden die vindt dat hij geweld mag gebruiken tegen zijn vriendin als ze niet aan zijn grillen meewerkt. De jongen die keer op keer vreemdgaat, is al jaren geleden iemand geworden die vrouwen ziet als een gereedschap om zijn wil mee te bevredigen.

En dat maakt heel veel uit. Het betekent namelijk dat je denkt dat je invloed hebt op hoe een beslissing uitvalt, aangezien je denkt dat die beslissing nog genomen moet worden. En het geeft je de illusie dat jouw argumenten, jouw mening nog uitmaakt.

De vrouw die met de politie-agent in discussie probeert te gaan over dat ze toch écht naar die demonstratie moet, snapt of accepteert niet dat die demonstratie al een uur geleden is opgeheven en dat de aanwezigheid van ME’ers, paarden en honden een gevolg is van de beslissing die een uur geleden genomen is. En dat de hele discussie die zij nu probeert te voeren, al een uur geleden is gevoerd.

Het meisje dat met de jongen in discussie probeert te gaan over dat ze niet wil dat hij aan haar zit, snapt niet dat hij de beslissing om ondanks haar grenzen aan haar te zitten, al jaren geleden heeft genomen. En dat anderen – of hijzelf – alle argumenten die zij aanbrengt, al jaren geleden heeft afgedaan.

Het model van de OODA-cyclus is dus een goede beschrijving van hoe mensen reageren op situaties. Het is alleen geen goede manier om beslissingen te blijven nemen.

Een nieuwe manier van beslissen

Als ik kijk naar effectieve beslissingen, zowel tijdens trainingen als bij incidenten als bij een crisis, dan valt me iets op. De mensen die effectieve beslissingen weten te nemen, slaan eigenlijk de eerste helft van de OODA-cyclus over.

Kijk naar hoe de premier van Nieuw-Zeeland reageerde op de pandemie: “Groepsimmuniteit is geen optie, dus we voor 0 COVID”. Ze besliste dus gelijk en handelde onmiddellijk, terwijl om haar heen landen druk bezig waren om informatie te vergaren over hoe het virus zich precies verspreidt en hoe het precies werkt. Gevolg: in Nieuw-Zeeland geen 26,000 sterfgevallen. Ook geen 2600 of 260. Maar 26.

Dat zie ik ook in mijn lessen. Degenen die tijdens de oefeningen effectief handelen, zijn degenen die gewoon doen. Degenen die niet proberen in te schatten wat hun trainingspartner gaat doen of aan het doen is, maar gewoon zelf gaan handelen. In veel beeldmateriaal van gewelddadige situaties zie je hetzelfde: degene die wint is degene die zelf een beslissing neemt en direct handelt.

“DA” is dus het belangrijkste gedeelte van de cyclus. “OO” komt eventueel later wel. Vaak heb je namelijk maar een paar keuzes. De informatie die binnenkomt kan wel heel breed en genuanceerd zijn, maar heeft dat een impact op het aantal alternatieven dat er is? Het is of “zero covid”, of de ziekte door laten woekeren. Het is of bij je vriendje blijven, of weggaan. Of er tien of twintig verschillende scenario’s zijn maakt niet uit als je maar twee alternatieven hebt.

Ook dit concept vinden we vaak heel moeilijk. Nemen we dan niet de verkeerde beslissing? Hoe moeten we dan weten wat we moeten doen? Dat lijken heel rationele vragen, maar ze komen wel heel toevallig overeen met onze oude bekende, de freeze. Een karakteristiek van bevriezen is dat we het gevoel hebben dat we heel hard aan het nadenken zijn. Soms zijn we dat ook, alleen heeft dat geen zin als we niet gaan handelen. Dit noemen we “analysis paralysis” – verlamd zijn door het analyseren.

De reactie van veel landen op de pandemie kun je beschrijven als een grote freeze-reactie. En die reactie wordt versterkt door een aanname uit het klassiek risicomanagement. Klassiek risicomanagement is namelijk vooral beschreven voor overheden bedrijven. En de onderliggende aanname voor overheden en bedrijven is dat elke maatregel iets kost. Elke maatregel die je neemt, is dan dus iets negatiefs. Daarom kijken veel organisaties eerst naar alle mogelijkheden om een maatregel niet te nemen.

Zo kijken mensen in crisissituaties ook vaak naar alle mogelijkheden om een maatregel niet te nemen. Komt die onweersbui echt deze kant op, kunnen we echt niet op dit terras blijven zitten? Loopt de demonstratie echt uit de hand? Kan ik niet gewoon hier blijven staan kijken? Is mijn vriendje echt ongeschikt? Kan ik niet gewoon in deze relatie blijven zitten?

Maar deze redenatie klopt niet. Niet elke maatregel is iets negatiefs. Niet elke maatregel is een kostenpost. Veel maatregelen zijn altijd een netto goed – ook al willen we dat niet zien.

Meer personeel inzetten betekent dat je meer marge hebt voor procesverbetering, onderzoek, opleiding, en klanttevredenheid. Meer zorgpersoneel opleiden zorgt voor meer expertise, betere kruisbestuiving in vakgebieden, betere onderlinge communicatie, meer ervaring en dus betere zorg. Meer persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar stellen zorgt voor betere hygiëne, vloeiendere en snellere gebruiksprocessen en dus snellere en betere zorg. Verbeterde ventilatie van bedrijfsgebouwen zorgt voor een betere werk-atmosfeer, minder vermoeidheid en ziekte, en dus meer productie.

En ook op persoonlijk vlak geldt dit:

Er zitten geen nadelen aan een eigen bankrekening houden. Er zitten geen nadelen aan fysiek fit blijven. Er zitten geen nadelen aan assertief worden, bewust zijn van je omgeving, meer beslissingen leren nemen, grensoverschrijdende mensen uit je leven weren. Er zitten geen nadelen aan goed koken en opruimen, aan nieuwe dingen blijven leren, aan leren voelen wat je wil. Er zitten geen nadelen aan de beste versie van jezelf worden.

Zelfverdediging – de mogelijkheid om voor onszelf te kunnen zorgen, voor onszelf te kunnen opkomen, en onze grenzen te kunnen handhaven en herstellen, desnoods met geweld, is een onderdeel van ons als mens. Als ik vrouwen in de les beter zie worden, zie ik ze tegelijk ook meer heel worden. Dingen als zen, mindfulness, assertiviteit en sport zijn eigenlijk losse onderdelen van het geheel dat zelfverdediging is.

Goed leven met risico

Risico bestaat nou eenmaal. Zekerheid bestaat niet. De wereld zal nooit veilig zijn. Je zult dus altijd moeten leven met risico, en ik geloof dat het fijner is om dat dan maar op de beste wijze te doen.

Zelfverdediging is voor mij nooit een manier van leven in bezorgdheid. Bezorgdheid veroorzaakt spierspanning en spierspanning maakt alles moeilijker. Bezorgdheid drukt op je leven, kost energie, en ik zou haast zeggen dat er mechanismen zijn waardoor continue bezorgdheid je juist minder veilig maakt. Bovendien is het niet fijn om zo te leven.

Uiteindelijk gaat zelfverdediging voor mij over een vrij, veilig en gelukkig leven. Dat betekent actief mijn interne afweersysteem stimuleren met training, assertiviteit, bepalen wie ik wil zijn en wie ik graag in mijn leven wil hebben.

“Actie is sneller dan reactie” is een principe uit de zelfverdediging. Maar ik denk dat het nog meer is dan dat. Actie is beter dan reactie. En de maatregelen die voldoen aan dat principe, zijn een goed op zich.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *