Heel worden (Je wordt al je hele leven klein gehouden deel 2)

Yin en yangIn mijn vorige blogpost beschreef ik hoe de maatschappij de hormonen van vrouwen reguleert. Hoe via de pil je aanmaak van testosteron wordt geblokkeerd. Hoe de maatschappij bepaalt wat voor vrouwen “geaccepteerd” gedrag is – en hoe die regels de aanmaak van testosteron verminderen. Daarbij heb ik echter een belangrijke conclusie over het hoofd gezien.

Er mist iets

Wat ik niet expliciet beschreef, is dat dit betekent dat je iets mist. Testosteron is een natuurlijk hormoon voor vrouwen, dat belangrijk is voor je welzijn en je seksualiteit. Het is dus niet zo dat je door met de pil te stoppen of testosteron-aanmakend gedrag te vertonen, ineens méér testosteron krijgt dan normaal.

Je begint met een achterstand, en het enige wat deze veranderingen doen, is zorgen dat je weer op een normaal niveau terecht komt.

De maatschappij neemt je iets af, en maakt zo dat jij niet meer heel bent.

Onze maatschappij is zeer vredelievend

We weten in onze maatschappij steeds minder van geweld, omdat we geweld steeds verder hebben uitgebannen. Dat is iets heel positiefs. Je kans om door geweld om het leven te komen is immens veel kleiner dan 100 jaar geleden, en toen was het immens veel kleiner dan 200 jaar geleden, en zo verder.

Nadeel ervan is dat we kennis over geweld kwijtraken. Geweld is erg simpel in categorieën onder te verdelen, en als je die verdeling eenmaal snapt, kun je een hoop ellende voorspellen – en dus voorkomen.

Ook voor bijvoorbeeld hulpverleners, rechters, psychologen en vertrouwenspersonen is het belangrijk de logica van geweld te begrijpen. Dat voorkomt verkeerde adviezen, victim blaming, en fouten die andere mensen weer in gevaar kunnen brengen.

Helaas: hoe vrediger onze maatschappij wordt, hoe minder we geneigd zijn om echt geweld in de ogen te kijken. Het is dus niet alleen zo dat we niet weten hoe geweld werkt – we willen het niet weten.

Tai chi is geweld

En dan krijg je soms hele kromme situaties. Ik geef naast zelfverdediging ook les in tai ji quan, ook wel tai chi genoemd. Tai ji quan is een Chinese gevechtsmethode. Letterlijk betekent de naam: “vechten volgens het ultieme principe”. Het symbool voor dit “ultieme principe” kennen we allemaal: dat is het symbool van yin en yang bovenaan deze post.

Yin en yang hebben elkaar nodig. Yin is de schaduwkant van de berg. Donkerder, kouder, natter, maar daardoor ook vruchtbaarder. Yang is de zonkant: lichter, warmer, meer herbergzaam, maar minder vruchtbaar. En in het symbool zit er altijd wat yin in het yang, en wat yang in het yin.

In tai ji zitten daardoor ook alle combinaties van groot en klein, hoog en laag, links en rechts, snel en langzaam, hard en zacht.

Tai ji quan heeft een lange geschiedenis in de 20ste eeuw: de Culturele revolutie, leraren die vluchten naar Taiwan, de verspreiding naar het westen, het gebruik van tai ji voor “gezondheidsredenen”.

En ergens lijkt het alsof al het yange eruit is gehaald.

Al het snelle, harde en stevige is eruit gehaald. En dat is een kwestie van politiek – niet omdat dat beter is. Aanvallen vinden plaats met een bepaalde logica. Als je bijvoorbeeld geld moet stelen omdat je kind anders niks te eten heeft, ga je je slachtoffer geen kans geven, want anders wordt je gepakt en dan kun je niet meer voor je kind zorgen. Dus je slaat zo snel en zo hard toe als je kunt.

Die logica van de aanval dicteert ook de logica van de verdediging. Naarmate een maatschappij vrediger wordt, gaat kennis over hoe aanvallen worden gepleegd, verloren. Gevechtsmethodes worden steeds meer aangepast aan hoe het er tijdens de training en tijdens wedstrijden aan toe gaat, en dat is compleet anders dan in het echt.

En zo ontstonden allerlei onrealistische ideeën over een “zachte” verdediging. Dat je alleen maar kunt verdedigen en niet hoeft aan te vallen; dat je de ander met allerlei “zachte” middelen kunt overwinnen…

Dat past prima binnen onze vredige maatschappij, en het past natuurlijk nog veel beter in het maatschappelijk beeld van wat vrouwen wel en niet mogen doen. Maar – afgezien van de vraag of het wel effectief is: is je tai chi dan nog heel? Kun je het nog tai ji noemen als je 50% van het leidende principe eruit hebt gehaald?

Is het nog gezond?

We willen het niet weten

In het afgelopen jaar heb ik veel felle reacties gehad van tai chi leerlingen die het niet eens zijn met “mijn” interpretatie van tai chi.

“Dat vechten, daar houd ik helemaal niet van”
“Dat is niks voor mij”
“Dat is niet mijn tai chi”
“Er zijn al mensen weggegaan omdat jij lesgeeft”
“Ik dacht dat het een hele lieve kraanvogel was”
“Maar denk jij dan echt aan het vechten de hele tijd?

Sinds ik heb geleerd hoe het verbod op testosteron-aanmakend gedrag je gezondheid beïnvloedt, snap ik waar deze houding vandaan komt. In mijn vorige blogpost beschreef ik al hoe deze mensen een verhaal maken van tai chi waarin zij de slechterik zijn.

Ik heb daar ook een nieuw woord voor geleerd: internalised misogyny. Vrouwenhaat die je als vrouw zelf gelooft.

Verschrikkelijk.

Iedereen die wel eens adrenaline heeft gevoeld, iedereen die wel eens verliefd of bang is geweest, weet hoe groot de invloed van hormonen op onze gevoelens en denken is. Je kunt je dus wel voorstellen wat voor invloed een permanente regulering van je hormonen voor effect heeft.

Maar toch snap ik het niet helemaal. Ik zou zeggen, dan heb je misschien geen zin om er op deze manier naar te kijken. Maar wordt je daar dan zo fel van?

Welk ingrediënt mis ik nog?

Wat zou er gebeuren…?

Ik denk: “angst”.

De angst voor wat er gebeurt als je jezelf toestaat om tegen dat kussen te slaan. De angst dat je erachter komt dat je iemand anders bent dan je denkt. Vergeet niet: voor veel vrouwen is “lief”, “zorgzaam”, “meegaand”, “betrouwbaar”, “eerlijk”, “zachtaardig” een belangrijke definitie van hun identiteit. Niet omdat ze dat zelf gekozen hebben, overigens, maar omdat je al van kinds af aan vanuit alle hoeken van de maatschappij krijgt opgelegd dat je zo hoort te zijn.

De woorden in bovenstaand lijstje heb ik van profielen op datingsites. Wat vrouwen dus over zichzelf naar de buitenwereld zeggen. Je kunt je overigens wel voorstellen wat een kwaadwillende denkt als hij naar dat lijstje kijkt.

En tja, hoe pas je dan iets in dat lijstje dat je waarschijnlijk als “agressief” zou bestempelen?

Ik denk dat veel mensen bang zijn dat ze iets anders worden dan ze zijn. Dat ze een verschrikkelijk monster worden, dat er woede vrijkomt en dat die woede andere mensen pijn doet.

Dat het iets is dat niet bij je hoort. Dat het niet “natuurlijk” is.

Ik heb goed nieuws. Gelukkig.

Je verandert niet in een verschrikkelijk monster.

Je bent niet de slechterik.

Heel worden

Er zijn een paar oefeningen die ik veel met leerlingen doe, die dit uitdragen. Een van de oefeningen is leren kracht te ontwikkelen bij het slaan tegen een kussen. Een andere gaat over efficiënt absorberen van kracht.

Ik heb nog geen enkele leerling in een allesverslindend monster zien veranderen.

Ik heb wel iets anders gezien.

Soms krijg ik leerlingen die zo zwaar beschadigd zijn, dat je het onmiddellijk aan ze ziet. Meestal zie je het aan hun houding. Vaak hebben mensen zich afgesloten van hun omgeving, hebben ze geen enkele persoonlijke ruimte, en is hun blik leeg en naar binnen gericht.

Soms lijkt iemand op een marionet waarvan de touwtjes zijn doorgeknipt. Er is niemand thuis.

En dan laat ik ze een van deze oefeningen doen. En langzaam gebeurt er iets prachtigs.

Die persoon wordt heel.

De oefening lokt de leerling uit om haar hele lichaam te gebruiken. Want je kunt niet slaan als je benen niet meedoen. Of je buik. Of je borst. Of je schouders. Of je armen. Je kunt geen kracht uitoefenen als er een lek zit in de leiding van de grond naar je hand. Je hele lichaam doet mee.

En voor het eerst staat er dan ook echt iemand.

De mensheid is niet slecht

Ik kan het niet vaak genoeg zeggen. De mensheid is niet slecht. Wij hebben vanuit onze geschiedenis een beeld waarin alle mensen als “slecht” worden geboren, en ook alle mensen weer “goed” kunnen worden.

Ik geloof daar niet meer in.

Ik denk dat het overgrote deel van de mensen – zeg 95%* – van nature goed is. Een gedeelte van die 95% – laten we zeggen 35% – kan overgehaald worden om slechte dingen te doen. De andere helft, 5%, is van nature gewetenloos. Uiteraard kunnen die mensen ook goede dingen doen – ze weten precies wat goed en slecht is, dus ze zouden er ook voor kunnen kiezen om alleen maar goede dingen te doen. Is die kans groot? Nee.

Maar het punt is: als jij moeite hebt om tegen een kussen te slaan, en een hekel aan geweld hebt, ga je niet ineens van die 95% naar die 5%.

Geef je jezelf de toestemming?

Zoals met heel veel dingen in de zelfverdediging – Nee wacht. Laat ik zeggen: zoals met heel veel dingen in het leven, komt de vraag uiteindelijk terug bij toestemming.

Geef je jezelf toestemming om “nee” te zeggen? Geef je jezelf toestemming om je gevoel te volgen? Geef je jezelf toestemming om in vrijheid te leven?

Als ik oefeningen doe die met vechten te maken hebben, bij zelfverdediging of bij tai ji quan, dan vraag ik eigenlijk aan je: mag je er zijn? Mag er ook ruimte voor jou zijn in deze wereld?

Geef je jezelf toestemming om heel te worden?

—————————————————————————————
*: Vrij naar Martha Stout, PhD. The Sociopath Next Door. Broadway Books, 2006.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *