Zelfverdediging is geen vechtsport

BoksenZelfverdediging wordt vaak gelijk gesteld aan vechtsport, en vechtsport wordt ook vaak aangeboden als basis voor zelfverdediging. Maar ik denk dat het belangrijk is om de grootste verschillen te benoemen en te begrijpen. Want in bepaalde opzichten is zelfverdediging zeker geen vechtsport, en is vechtsport geen geschikte voorbereiding voor zelfverdediging.

Vechtsport is een spel

Om maar meteen met het grofste verschil te beginnen: vechtsport is een spel. Zeker, het kan er hard aan toe gaan. Zeker bij kickboksen, MMA en dat soort varianten. Het kan er heel gewelddadig uitzien. Maar het is geen geweld. Het is een spel, met regels. Bepaalde dingen zijn verboden.

Als je daar aan gewend bent, kan het ten eerste nogal een verrassing zijn als je tegenstander ineens wél een van die “verboden” technieken gebruikt. En dat zal hij waarschijnlijk wel doen, want een echte aanvaller zal er alles aan doen om het gevecht naar zijn hand te zetten.

Ten tweede, als je altijd hebt geleerd dat er dingen zijn die “niet mogen” dan mis je belangrijke resources om jezelf te verdedigen en sta je bij voorbaat al 1-0 achter.

Vechtsport is eerlijk

Bij vechtsport proberen twee aan elkaar gewaagde tegenstanders van elkaar te winnen. Dat is waarom er gewichtscategorieën zijn bij bijvoorbeeld boksen. Het idee is dat het een eerlijk gevecht is, zodat de winnaar later kan zeggen dat hij of zij het op eigen kunnen heeft gewonnen.

Maar in een zelfverdedigingssituatie zet de dader juist alles naar zijn of haar hand om het gevecht zo oneerlijk mogelijk te maken. De dader zal altijd sterker, beter getraind en beter voorbereid zijn.

Op een wedstrijd kun je je voorbereiden

Dat is gelijk ook het volgende belangrijke verschil: bij vechtsport weet je dat het gevecht plaats gaat vinden. Met een beetje geluk heb je je er zelf voor ingeschreven. Dit is de sport die jij gekozen hebt, en je bereidt je voor op de meting met je tegenstander. Je doet vrijwillig mee.

Een zelfverdedigingssituatie is juist totaal onvrijwillig. Je bent per definitie verrast, want als je het aan had zien komen, dan was je natuurlijk al lang weggeweest. Geen tijd dus om even lekker te stretchen, warming-up te doen, of je zelfs maar mentaal voor te bereiden. Waarschijnlijk heb je nog niet eens door dat je in gevaar bent, terwijl de aanvaller al halverwege zijn plan is.

Vechtsport is een topprestatie

Een wedstrijd in de vechtsport gaat over de prestatie die je op je top kunt neerzetten. Je traint naar de wedstrijd toe, om te “pieken” op het moment van de wedstrijd. Zelfverdediging gaat juist over wat je voor elkaar krijgt onder de allerslechtste omstandigheden, tegen sterkere tegenstanders, als je verrast bent, wanneer je juist niet op je top bent.

Vechtsport is niet levensbedreigend

Bij vechtsport kun je er redelijkerwijs vanuit gaan dat je de wedstrijd overleeft, en zelfs zonder zware beschadiging. Met een beetje geluk geef je een paar uur later alweer een persconferentie over hoe je het vond gaan. Bij zelfverdediging weet je dat je moet vechten, omdat je anders zowel lichamelijk als psychisch zwaar beschadigd raakt, en het misschien niet overleeft.

Vechtsport heeft meer ruimte

Dan meer technisch: bij vechtsport is de afstand groter. Daardoor kun je meer zien aankomen wat er gebeurt. Je kunt even wat meer afstand nemen en er dan weer ingaan. Deze luxe krijg je bij zelfverdediging zeker niet. Bijna alle mensen die aan “gevechtskunsten” zoals karate, kung fu, en tai ji doen, zie ik op te grote afstand oefenen om realistisch te zijn voor zelfverdediging.

Bij boksen en MMA zie ik het steeds “erin en eruit” gaan, wat effectief is in een wedstrijd, maar waar je in het echt gewoon niet de kans voor krijgt. Op het moment dat je jezelf moet verdedigen, ben je verrast en zit de ander al in je ruimte. Stel je een gevecht in een telefooncel voor, dan krijg je een beetje het idee.

Bij sommige vechtsporten leer je je inhouden

Bij sommige vechtsporten, met name bij wedstrijden in de martial arts zoals karate en kung fu, worden er technieken gebruikt om te zorgen dat je je medesporters niet zwaar beschadigt. Schoppen worden aanraken, stoten worden afgestopt of zwakker gemaakt. Als je gewend bent dit te doen, oefen je waarschijnlijk ook weer op te lange afstand.

Maar het kan ook zijn dat je zo goed geleerd hebt om je in te houden, dat het heel moeilijk is, zeker in een crisissituatie, om dat inhouden even uit te zetten. Zo heb ik gezien hoe iemand uit de kung fu wereld de technieken allemaal “perfect” uitvoerde – het zag er prachtig uit – maar gewoon geen kracht kon ontwikkelen omdat ze zo goed had geleerd zich in te houden.

Sommige vechtsporten hebben een ander doel dan zelfverdediging

Bij sommige vechtsporten is het gevecht over als je je tegenstander in een houdgreep weet te houden. Dat doel is niet verenigbaar met zelfverdediging. Bij zelfverdediging is je doel om uit de situatie weg te komen. Gekoppeld met het feit dat een echte aanvaller groter, zwaarder en sterker is dan jij, heeft een potje worstelen echt geen zin.

Houdgrepen en klemmen zijn een te laag niveau van geweld en gewoonweg niet realistisch voor zelfverdediging. Als je een tegenstander van hetzelfde gewicht, kracht en training twee seconden met zijn schouders tegen de mat kunt drukken, ben je Olympisch wereldkampioen worstelen. In een zelfverdedigingssituatie zul je een hoger niveau van geweld moeten gebruiken, omdat je doel is heelhuids weg te komen.

Vechtsport is schoon

Vechtsport is clean. Alle voorwaarden zijn zo gemaakt dat het een meting is van de vaardigheid van de twee sporters. Ook bij gevechtskunsten zie je dit: de vloer is vlak en schoon, de sporters dragen uniformen en geen sieraden.

Zelfverdedigingssituaties zijn smerig. Ze vinden plaats in het donker, bij slecht zicht, in ruimtes met spullen. Dingen waar je over kunt struikelen. Ongelijke grond, water, plakkerige grond, gladde grond, grond bezaaid met glasscherven. Je tegenstander heeft misschien handiger kleding aan dan jij. Jij hebt misschien hakken aan, een rokje waar je niet zo goed in kunt bewegen, een handtasje, een capuchon of sieraden waar aan getrokken kan worden.

Bij vechtsport heb je maar één probleem

Vechtsport is een gevecht tussen twee tegenstanders. Bij zelfverdediging zijn er misschien andere mensen aanwezig. Houden ze zich afzijdig, of gaan ze misschien je aanvaller helpen? Kan je aanvaller versterking krijgen? Zijn er goedbedoelende “vredestichters” die vinden dat jij niet boos mag zijn, je niet zo moet aanstellen, of niet mag vechten? Ook jouw vrienden kunnen jou in de problemen brengen als ze jouw bewegingsvrijheid beperken, in de weg lopen of jou zelfs gaan proberen tegen te houden.

Vechtsport houdt op wanneer jij dat wilt

Een wedstrijd houdt op als jij je gewonnen geeft. Oké, je heb de wedstrijd dan verloren, maar je kunt gelijk alle zorg krijgen die je nodig hebt. Bij echt geweld begint de ellende juist pas als jij je gewonnen geeft. Je gewonnen geven is dus geen optie. Dan wordt het geweld alleen nog maar erger. Je moet dus zelf uit de situatie weg en daarna zelf de zorg zoeken die je nodig hebt.

Vechtsport is afgebakend

Bij vechtsport weet je wat bij de wedstrijd hoort en wat niet. Je weet wanneer je je in de wedstrijd bevindt, je weet wie je tegenstander is en je weet welk niveau van geweld je mag gebruiken.

In het echte leven is dat allemaal onduidelijk. Dat begint al bij of je denkt dat er ueberhaupt een misdaad wordt gepleegd of niet. Als een man aan je billen zit, is dat toch normaal? Als we op vrijdagmiddag bij de trainer moeten komen om seks met hem te hebben – mag jij dan als enige zeggen dat je niet wil? Wanneer is iets “normaal” en wanneer is iets een “misdaad”? Verkrachters noemen zichzelf geen verkrachter, en slachtoffers noemen datgene was ze is aangedaan ook niet altijd “verkrachting”.

Je zult dus altijd beslissingen moeten nemen met onvoldoende informatie. Je zult nooit genoeg weten om de perfecte beslissing te nemen.

Vechtsport biedt geen preventie

Het allerbelangrijkste aan zelfverdediging is preventie. Je wil gewoon dat je ueberhaupt niet in gevaar van aanranding of verkrachting terecht komt. In termen van vechtsport zou dat betekenen dat je er alles aan zou doen om te zorgen dat die wedstrijd niet plaatsvindt. Je zou dus niet naar de locatie van de wedstrijd kunnen gaan. Dan is er niks aan de hand. Of je zou je helemaal niet kunnen inschrijven voor de wedstrijd. Nog beter. Of natuurlijk helemaal niet op die vechtsport gaan.

Helaas is dat laatste in het echte leven geen optie. En dus is echte preventie een must. En dat gaat over alles wat je kunt doen voor het ueberhaupt een fysiek gevecht wordt. Nog afgezien van het feit dat in ca 85% van de gevallen van seksueel geweld er niet eens een fysiek gevecht is. Als al je antwoorden bestaan uit fysiek geweld gebruiken, kun je niet aan preventie doen. En in het ergste geval heb je geen antwoorden op de echte problemen.

Kun je vechtsport gebruiken voor zelfverdediging?

Het klinkt misschien alsof ik vechtsport en gevechtskunsten loop af te kraken. Hebben ze dan helemaal geen waarde? Natuurlijk wel. Het kan een onderdeel zijn van je zelfverdediging. Het moment dat een aanval fysiek wordt is meestal stap 5-7 in het proces van een aanval, en in die stappen kan het je behoorlijk helpen als je wel al ervaring hebt met een fysieke krachtmeting.

Vechtsport kan je ook fysiek in conditie houden. Als je het goed doet, kan het je helpen je slagkracht te vergroten. Het kan je ook leren om te gaan met tegenslagen en weerstand. Het kan je leren omgaan met pijn. Het kan je leren om beter te bewegen, meer baas over je eigen lichaam te zijn – allemaal positieve dingen.

Ik zou vechtsport dan ook aanraden om na een cursus zelfverdediging te gaan doen. Dan weet je over welk stukje van het probleem je het hebt, en je hebt een beter beeld van hoe geweld in de echte wereld plaatsvindt. Je kunt dan ook beter inschatten welke technieken bruikbaar voor je zijn, en hoe je jezelf het beste kunt blijven ontwikkelen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *