Weet wat je traint

Geen enkele training is realistisch. Het is belangrijk om dat te snappen, want alleen als je de gaten in je eigen training ziet, kun je begrijpen wat er voor nodig is om jezelf te verdedigen.

Wat is een gevecht?

Je kunt een gevecht even definiëren als “een situatie waarin je geweld moet gebruiken om je leven of je lichaam te beschermen”.

Ja, leven noem ik eerst, en daarna pas lichaam. Punt één van een gevecht: je kunt niet weten of het je alleen maar een paar schrammen en blauwe plekken gaat opleveren, of dat je leven op het spel staat.

In een zelfverdedigingssituatie heeft die ander jou uitgezocht om aan te vallen. Hij heeft dus alles naar zijn hand gezet:

  • Zwakker slachtoffer uitgekozen
  • Tijd en plaats uitgekozen
  • Verrassingsaanval uitgevoerd
  • Wapens tot zijn beschikking
  • Vrienden als backup

Met andere woorden: je bent aan het verliezen. Je zult dus een behoorlijk hoog niveau van geweld moeten gebruiken om dat te overleven.

Wat kun je trainen?

En daar beginnen de problemen met trainen. In een trainingssituatie staat per definitie je leven niet op het spel. Dus wat je bereid bent je trainingspartner aan te doen, is ook een stuk minder zwaar.

Wil je een echt gevecht winnen, dan moet je ofwel de wil van de tegenstander om te vechten vernietigen, ofwel zijn mogelijkheden om te vechten.

En dat kun je nu juist niet doen tijdens een training. Want om iemands wil te vernietigen, moet je hem ernstige psychische schade toebrengen, en om zijn mogelijkheden af te nemen, moet je iemands lichaam kapot maken.

Klinkt zwaar? Is het ook. En juist daarom kun je je bij je training geen illusies veroorloven.

Wat is realisme?

We zijn geneigd om de zo hard mogelijke trainingen als heel realistisch te zien. Maar dan zie je wel een paar factoren over het hoofd.

Neem bijvoorbeeld Mixed Martial Arts. Heel harde gevechten. Er mag een heleboel. Deze mensen zijn echt bezig elkaar af te breken.

Maar wat is er niet realistisch aan deze gevechten? Je kunt vast zelf wel een paar punten verzinnen:

  1. Je weet dat het gevecht gaat plaatsvinden. (Sterker nog: waarschijnlijk heb je jezelf er voor ingeschreven). Dus je kunt jezelf erop voorbereiden. Dat kado krijg je in het echt niet.
  2. Er zijn gewichtsklassen. Dus je komt niet als meisje van 55 kilo en 1m60 tegenover een man van 95 kilo en 1m85 te staan. Helaas, ook dat kado krijg je in het echt niet.
  3. Je weet dat je tegenstander ongewapend is.
  4. Je weet dat je tegenstander geen vrienden heeft die ineens bovenop je springen.
  5. Je weet dat je na het toernooi niet door je tegenstander verkracht zult worden.
  6. Je weet dat je het gevecht waarschijnlijk zult overleven (daar zijn scheidsrechters en dokters voor aanwezig).

Het belangrijkste voordeel van zo’n harde training is dat je leert incasseren (als je het goed opbouwt en als incasseren iets is dat je kunt leren, wat ik niet zeker weet). Het nadeel is dat vooral klappen tegen het hoofd erg slecht zijn voor je gezondheid.

En als je zo hard traint dat je elke keer verwondingen oploopt, ben je tussen de trainingen door minder goed in staat je te verdedigen.

Daarnaast schrikt dit natuurlijk veel leerlingen af – en dat zijn nou vaak juist de leerlingen die de training het hardst nodig hebben. Er is dus niet alleen een inhoudelijk gedeelte, er is ook een educatief gedeelte. Anders ben je mensen niet aan het trainen, dan ben je ze aan het selecteren. Dus naast dat je training mensen iets moet bieden dat ze in het echt kunnen gebruiken, moet het ze ook nog eens helpen vooruit te komen.

Daarom maak ik mijn trainingen veiliger door mijn leerlingen veel in slow motion te laten oefenen. Een andere manier zou zijn om wel op snelheid te trainen, maar niet door te slaan, maar dan sta je op een onrealistische afstand te trainen. Bovendien doe je in het echt wat je tijdens de training doet, en als je traint om mis te slaan, loop je het gevaar dat in het echt ook te doen.

Daarnaast geef ik nog veel oefeningen die niet direct een gevecht simuleren, maar die bedoeld zijn om een bepaalde vaardigheid aan te leren.

Want als ik echt iets wil bieden aan de mensen die het het hardst nodig hebben, dan kan ik me niet veroorloven dat iemand stopt met trainen omdat de training te hard of te zwaar is.

Wat haal je uit de training?

Twee dingen zijn essentieel bij elke training:

1. Voorstellingsvermogen, om te snappen wat de actie die je traint in het echt zou doen, en wat de actie van de tegenstander in het echt zou doen.

2. Een goede trainingspartner zijn. Accepteer wat de actie van je trainingspartner in het echt met je zou doen.

Als aanvaller in de les is het vaak jouw taak de verdediger te helpen iets te leren. Als je de regels van de oefening gaat overtreden omdat je graag wilt winnen, ben je niet bezig de ander te helpen iets te leren.

Goed trainen is vooral een kwestie van eerlijk zijn, tegen jezelf en tegen de ander, over hoe de dingen die je leert in het echt zouden werken.

Hoe maak je van jouw training een goede training?

Helaas is er nogal wat haat en nijd in de vechtsporten en gevechtskunsten. Iedereen vindt “zijn” discipline de beste, en er wordt wat afgekraakt aan wat andere mensen doen.

Maar het punt is niet op zoek te gaan naar “de beste” discipline. Je kunt elke stijl op een onwerkbare manier doen of juist op een effectieve manier. Als jij een stijl hebt gevonden die jij prettig vindt – helemaal goed! Het gaat erom dat je binnen jouw stijl op een effectieve manier traint. En dat betekent dat je kritisch naar elke oefening blijft kijken, en naar hoe jij die oefening doet.

Een goede training verandert hoe je tegen de dingen aankijkt. Als je tijdens de training merkt hoe gevaarlijk het is om op de grond terecht te komen, begrijp je dat je je niveau van geweld al vroeg in de aanval heel hoog moet maken, om te zorgen dat je ueberhaupt niet in die situatie terecht komt.

Als je je goed kunt voorstellen wat een aanval met je doet, begrijp je dat je een aanval beter kunt vermijden. En dat verandert hoe je tegen het leven aankijkt. Het stelt je vragen over wat je belangrijk vindt in het leven. Waarvoor je bereid bent te vechten? Kun je het je veroorloven jezelf niet te verdedigen? Wat kun je doen om jouw leven zo vrij, zinvol en prettig mogelijk te maken?

Uiteindelijk blijft een 100% realistische training onmogelijk. Daarom is het belangrijk dat je zelf gaat onderzoeken wat je uit elke oefening kunt halen, en wat er onrealistisch en realistisch is. Voor elke oefening geldt: weet wat je traint.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *