Afgelopen week was ik in Duitsland voor een congres over de watersnoodramp van juli 2021. Bij de analyse van de ramp werd het duidelijk dat zo’n ramp ook in Nederland gaat gebeuren; is het niet dit jaar dan wel volgend jaar of het jaar daarop. En dat het waarschijnlijk een stuk ernstiger gaat zijn dan in Duitsland. In mijn vorige blogpost heb ik al een heel aantal maatregelen genoemd die voor jou belangrijk zijn als het hier ook los gaat.
Een van de thema’s die steeds terugkwamen is hoe mensen reageren in extreme situaties. Dat is natuurlijk zeer relevant voor zelfverdediging. Want het allerbelangrijkste in zelfverdediging ben jij zelf.
Hulpverlener en getroffene tegelijkertijd
Gaandeweg het congres werd steeds duidelijker: iedereen die mee hielp om de ramp te bestrijden was zelf ook slachtoffer van de ramp. In een van de eerdere sessies werd een politiekorps genoemd waarvan 10% ook zelf huis en haard waren verloren, en doden en gewonden onder hun kennissen hadden. In een latere sessie werd een korps genoemd voor wie dat getal 50% was.
Maar even later werd benadrukt: eigenlijk is iedereen die bij zo’n ramp helpt, zelf ook getroffen. Door een verwoest landschap waden op zoek naar overlevenden, mensen helpen die hun geliefden kwijt zijn – dit alles doet iets met je. Het is niet “maar werk” en je kunt niet onbewogen blijven.
Dat is bij zelfverdediging precies zo. Achteraf komen anderen met briljante ideeën over wat je “gewoon” had moeten doen in die nare situatie, maar dat is makkelijk gezegd als je zelf niet getroffen bent. Als we mensen advies geven over wat ze in een crisis zouden moeten doen, vergeten we veel te vaak wat die crisis voor effect heeft op de persoon die erin zit. Je bent niet dezelfde persoon in een crisis als de persoon die nu op haar gemak dit artikel zit te lezen.
Dat is belangrijk om te erkennen, want anders krijg je zo’n idee van hoe je alles perfect zou moeten doen in zo’n situatie. Zeker vrouwen hebben in onze cultuur meestal aangeleerd dat ze alles “goed” om niet te zeggen perfect moeten doen. En dat bestaat niet, in een crisis.
Ten eerste: je hebt altijd maar halve, tegenstrijdige, en onjuiste informatie. Achteraf hebben mensen makkelijk praten omdat ze dan eenmaal weten dat die man een aanrander was. Maar dat wist jij op dat moment nog niet. Toen hield je waarschijnlijk nog rekening met dat het een misverstand was of dat jij misschien zelf onhandig hebt gecommuniceerd.
Maar zelfs met perfecte kennis bestaat er geen perfect ingrijpen. In een crisis word je niet plotseling Wonder Woman; je doet de dingen zoals je ze het meest gewend bent te doen. In een eerder artikel heb ik hier meer over uitgelegd, maar simpel gezegd: als jouw normale manier om met conflicten om te gaan is, dat je compromissen sluit, vriendelijk blijft, altijd de ander tevreden wil houden, en lief blijft lachen, dan kun je niet van jezelf verwachten dat je in een crisissituatie opeens totaal iets anders doet.
Tijdens een crisis is je brein in een heel andere staat dan normaal. Bij dreigend geweld tussen mensen, zoals bij dreiging van aanranding en verkrachting, schakelt je brein over op de beste manier om te overleven. Dat betekent voor ons mensen: bevriezen. Dat heeft mensen de beste kans gegeven tegen onze natuurlijke vijanden zoals tijgers, beren, etc.
Bij die switch naar crisismodus komen allerlei hormonen en andere stoffen vrij die nou eenmaal een hoop met je brein doen. Je bent letterlijk niet meer in je normale staat van zijn. Je bent niet heel rationeel meer, je kunt niet zo goed meer fijne handbewegingen maken, enzovoort. Het gaat om overleven, niet om het perfect doen.
Dat is belangrijk om vooraf al te weten, want je hoeft het dus niet “goed” te doen, en het is ook onterecht dat mensen dat achteraf van je vragen. Het gaat erom dat je uit die situatie wegkomt. “Als het stom is maar het is effectief, dan is het dus niet stom”. Hoe lelijk je jezelf uit een situatie redt is niet belangrijk zolang je je er maar uit redt.
Black Swan experience
De regenval die tot de watersnood leidde was veel heviger dan voorspeld, en ook de ramp zelf was heviger dan men voor mogelijk had gehouden. Bovenaan dit artikel zie je twee kaartjes. Links is het kaartje dat men in de meest extreme omstandigheden had verwacht. Rechts is wat er uiteindelijk gebeurde. Je ziet dat op het kaartje rechts dus uiteindelijk veel en veel meer land onder water stond dan men had voorzien.
De term “black swan” verwijst naar het gelijknamige boek van Nassim Nicolas Taleb. Wat Taleb hiermee bedoelde is dat er gebeurtenissen zijn die zo onverwacht zijn dat ze mensen compleet overdonderen. In Europa dacht men vroeger dat er alleen maar witte zwanen bestonden. Een zwarte zwaan was iets onmogelijks. Totdat iemand van een verre reis terugkwam met een echte zwarte zwaan.
Op het congres werd opgemerkt dat veel slachtoffers een “black swan experience”-hadden: hen overkwam dat wat ze voor onmogelijk gehouden hadden. Het gekke is dat Taleb eigenlijk schrijft over onnatuurlijke gebeurtenissen. In de natuur, beschrijft hij, zie je eigenlijk weinig afwijking van de norm: mensen kunnen langer of korter zijn, dikker of dunner, maar niet extreem lang of extreem dun. In de door mensen gemaakte wereld zie je dat extreme wél. Er zijn mensen die zwaar ondervoed zijn en er zijn miljardairs.
En zo vraag ik me af of de zwarte zwaan-ervaring ook niet iets is dat wij mensen zelf creëren. Maken we niet een soort “gemiddelde” van onze ervaringen en denken we dan dat grote uitschieters niet kunnen bestaan? Maar wat zegt onze eigen ervaring eigenlijk over wat er wel en niet kan gebeuren?
Sinds de jaren ’70 weten we dat het klimaat verandert en dat de mens daar de oorzaak van is. Er zijn sinds die tijd allerlei modellen gemaakt waarin je ziet dat de veranderingen niet alleen toenemen, maar ook steeds sneller toenemen. En dat betekent eigenlijk dat onze eigen ervaringen geen goede graadmeter zijn voor wat er gaat komen. De wereld van gisteren bestaat niet meer. Die komt nooit meer terug.
Dat vinden wij mensen moeilijk. Bijvoorbeeld nu, middenin de COVID-19 pandemie, willen mensen “terug naar normaal”. Maar dat normaal bestaat niet meer. We weten nu dat virussen zich door de lucht verspreiden, ongemerkt omdat degenen die ze verspreiden, er niet ziek uit hoeven te zien. Zoals we de afgelopen eeuwen hebben geleerd dat we ons drinkwater moeten zuiveren voor we het drinken, omdat we anders doodgaan aan infecties, zo moeten we nu gaan leren dat we ook onze lucht zuiveren. De wereld van voor COVID-19 bestaat niet meer.
“Terug naar normaal” is eigenlijk ook een gemeen trucje van onze geest. Nu, terugkijkend, vinden we de wereld van toen waarschijnlijk een paradijs. Wij mensen hebben vaak het idee dat vroeger alles beter was, en het liefst zouden we terug willen naar die tijd. Maar die tijd lijkt alleen maar fijn en veilig omdat je er achteraf naar kijkt. En achteraf weet je alles over die situatie. Achteraf kan het verleden niet meer veranderen.
Als je nu daadwerkelijk terug in de tijd zou gaan naar die periode waarvan je nu denkt dat ‘ie perfect was, zul je erachter komen dat je je toen helemaal niet zo gelukkig voelde. Die maandag was toen ook maar een maandag, en omdat je toen niet wist wat de toekomst zou brengen, maakte je je zorgen over van alles en was je misschien wel doodongelukkig om de omstandigheden waarin je leefde. Onze geest speelt een spelletje met ons. Het verleden was geen paradijs; achteraf lijkt het een paradijs omdat het ons achteraf niet meer kan verrassen.
Was de regenval in juli 2021 extreem? Was het vollopen van de rivieren extreem? Het was extreem in onze ervaring, omdat wij zoiets nog nooit hadden meegemaakt. Onze geest maakt er een black swan experience van. Kijk je naar het gegeven van klimaatverandering, dan zijn deze gevallen helemaal niet ondenkbaar of onmogelijk. Het is onderdeel van steeds heftiger en steeds sneller heftiger wordend weer. Dat wij het ondenkbaar of onvoorstelbaar vinden, is een eigenschap van onze ervaring en niet een eigenschap van de wereld.
Voorbereidingen voor een onvoorstelbare ervaring
We weten best veel over wat onze geest in tijden van crisis doet, maar het is moeilijk om heel concrete kennis te vergaren. Je kunt geen wetenschappelijke studie doen waarbij je de helft van de proefpersonen in doodsangst brengt en de andere helft niet. Dat zou te onethisch zijn. Dus moeten we het beeld van de mens in crisis bij elkaar puzzelen uit allerlei kennis die we hebben.
Het lijkt erop dat de veranderde staat van zijn, de menselijke crisisreactie, wordt getriggerd op het moment dat ons brein denkt: “deze situatie is te groot voor ons”. Ons brein beslist dat bliksemsnel, nog voor er een rationele gedachte over is geweest. Je kunt het vergelijken met blozen. Iemand zegt iets, en voor je de boodschap echt helemaal begrepen hebt, bloos je al. Waarschijnlijk is dan ook de allereerste echte crisisreactie niet iets dat je af kunt leren. In mijn vak zeggen we: de freeze is er nou eenmaal, die zal er altijd zijn, dat kun je niet afleren.
Wel lijkt het erop dat mensen die de freeze niet verwachten en mensen die de crisis niet verwachten, in een soort aanhoudende freeze terecht komen. Ik denk dat eigenlijk steeds weer diezelfde trigger afgaat, en dat het eigenlijk steeds opnieuw getriggerde freezes achter elkaar zijn. In mijn vak geloven we dat je daar wél iets aan kunt doen. Het allerbelangrijkste is accepteren dat de freeze bestaat en dat al je plannen bedoeld zijn voor daarna. Laat die eerste (tiende van een) seconde de freeze reactie maar gewoon komen.
Het lijkt er dus op dat iets in je brein beslist of het crisis is of niet, en dat “crisis” voor je brein zoiets betekent als dat de situatie “te groot” is voor jouw normale staat van zijn. Hieraan zijn twee dingen die je kunt doen. Je kunt jezelf minder klein en de crisis minder groot maken. En dat is wat we dan ook proberen te doen.
Een van de heftige ervaringen van mensen tijdens de watersnood was dat alle communicatie uitvalt. Wij zijn gewend om op elk moment met iedereen verbonden te zijn door WhatsApp, mail, Facebook, Insta, TikTok en wat voor tools nog meer. Voor veel mensen is het dan ook niet voor te stellen dat die communicatie er plotseling niet meer is, en dat je geen van je geliefden kunt bereiken. Ik denk dat het belangrijk is om in te zien dat dit niet “onmogelijk” of “onvoorstelbaar” is. Zodat je minder verrast bent wanneer het gebeurt.
Veel mensen hebben gezegd dat ze zich niet voor konden stellen dat zo’n overstroming, met meer dan 200 doden, in een welvarend Westers land kon plaatsvinden. Maar dat is eigenlijk een rare gedachte. Het weer trekt zich niets aan van landsgrenzen. Natuurwetten ook niet. Om in een crisissituatie minder verrast te zijn, is het belangrijk om in te zien dat dit soort dingen gebeuren. Stormen, overstromingen, droogtes – in de wereld van klimaatverandering zijn deze dingen niet abnormaal maar verwacht.
Natuurlijk is dat lastig. Ons brein houdt niet van onzekerheid. We hebben allemaal moeite met de gedachte dat ook hier elk moment een ramp kan ontstaan. Niet voor niets grepen velen tijdens de start van de COVID-19 naar complottheorieën: de verhalen die zo’n complot vertelt zijn vreselijk en absurd, maar ze geven wel het idee dat je iets zeker weet. Als een schimmige elite alles plant en aanstuurt, vindt ons brein dat minder erg dan als een virus gewoon random kan ontstaan. Er is zelfs een woord voor het fenomeen dat ons brein patronen ziet waar ze niet zijn: pareidolia.
Twee belangrijke filosofische stromingen proberen dan ook al eeuwenlang te helpen met leven in een onzekere wereld. Dit zijn het Stoïcisme en het Boeddhisme. Zij geven mogelijkheden om de onzekerheid van het leven juist aan te gaan, in plaats van het te negeren of net te doen of het er niet is. Zij zoeken de rust in acceptatie, in plaats van in ontkenning van de angst.
Jezelf minder klein maken
Dat zijn dus manieren om het onverwachte, het onvoorstelbaar-lijkende, minder groot te maken. De andere kant van de oplossing is om jezelf minder klein te maken. Daar hebben we in onze cultuur nog een heel lange weg te gaan. Meisjes worden opgevoed met het idee dat ze zwakker, langzamer, minder fit zijn. Ook nu nog denken mensen onterecht dat er vrouwen- en mannendivisies in de sport zijn omdat vrouwen niet van mannen zouden kunnen winnen. Dat is uiteraard onzin.
Op heel veel geniepige manieren worden vrouwen hun hele leven klein gehouden. Er zijn talloze manieren waarop we vrouwen zeggen, soms expliciet en soms impliciet, dat ze het niet kunnen. En alsof dat niet genoeg is, maken we het hen ook nog onmogelijk om te handelen. We leren vrouwen aan dat de harmonie moeten bewaren in elke situatie. Dat is natuurlijk een valstrik. Want als je de harmonie moet bewaren, kun je nooit je eigen grenzen bewaken. Zodra iemand iets van jou wil dat jij niet wil, heb je immers een conflict, en dat mag niet! Vandaar dat we in veel situaties zien dat vrouwen “een stukje van zichzelf weggeven” om de harmonie maar te bewaren.
Ook hier weer is de sleutel: erkennen dat dit bestaat. In je eentje vechten tegen een cultuur die jou al vanaf je geboorte gevormd heeft, is heel moeilijk. Beter is het te accepteren dat die cultuur er is, en dat het niet eerlijk is. Ja, die cultuur moet veranderen, maar dat is een systemisch probleem en kan alleen door de maatschappij als geheel opgelost worden. In het hier en nu is het beter om die cultuur eens flink uit te schelden, jezelf wat extra ruimte te geven, en te weten dat je sterker bent dan wat men je wil laten geloven.
Dat laatste is uiteindelijk een van de belangrijkste taken van zelfverdediging: je laten ervaren hoeveel meer je kunt dan je denkt. En te zorgen dat je dat verbindt over alle aspecten van je leven. En zo komen we terug bij de watersnoodramp van 2021. Want wat velen vertelden is: hoe onvoorstelbaar meer ze konden dan dat ze vooraf gedacht hadden. Uren, dagen achtereen bezig zijn met rampenbestrijding, geen vermoeidheid voelen, geen pijn voelen, even kort slapen en dan weer door. We kunnen als mens heel veel.
Evenwicht
Het gaat dus uiteindelijk om evenwicht. Wij mensen zijn nog steeds onderdeel van de natuur. Er is geen scheidingslijn tussen ons en de rest van de dierenwereld. Dieren zijn geen robotjes die dom op hun omgeving reageren en mensen zijn geen briljante wezens die rationeel in de wereld staan. Wij hebben mogelijkheden om met weer en klimaat om te gaan. Denk maar aan alle onherbergzame gebieden, zoals bijvoorbeeld Nederland, waar ooit mensen zijn gaan wonen zonder verwarming, koelkasten, of wifi.
Tegelijk zijn we ook geen goden. Als een storm of een overstroming losbarst, zijn wij ook nietig en kunnen wij ook omkomen. Een lid van de Reddingsbrigade vertelde me dat je in enkeldiep water ook kunt verdrinken. Bij overstromingen spoelen vaak putdeksels weg. Dat kun je door het troebele water niet zien, maar je kunt er wel in verdwijnen. Een gezonde dosis respect voor de natuur is dus essentieel.
Als je jezelf als te zwak inschat, wordt je door elke crisis overweldigd en kun je niet goed voor jezelf zorgen. Als je de wereld als te comfortabel inschat, word je overweldigd door de crisis die je nooit hebt zien aankomen, en kun je ook niet goed voor jezelf zorgen.
Het evenwicht ligt dus daar waar we ons goed bewust zijn van wat we allemaal kunnen – en wat we allemaal niet kunnen. In wat de wereld allemaal voortbrengt – stormen, virussen, overstromingen – en dat het verleden geen goede voorspeller is van de toekomst. Garanties bestaan niet, maar er zijn wel dingen die we kunnen doen om beter met de wereld om te gaan.