Is mijn organisatie een misbruikfabriek?

Verlaten bandenfabriek, Ray McSavaneyDit weekend publiceerde NRC Handelsblad een artikel over een docent aan de Universiteit van Amsterdam die zich al jaren schuldig maakt aan grensoverschrijdend gedrag. Als dit als een schok of verrassing komt, heb je de afgelopen jaren niet opgelet, want de ene na de andere instelling blijkt dergelijke “predators” te herbergen.

Een omslag in het denken

Het lijkt alsof we al jaren met dezelfde problemen kampen, en er maar niks verandert. Ik denk dat dat klopt. En ik denk dat daarvoor eerst een omslag in het denken moet komen. Uiteraard heb ik zelf ook op verschillende opleidingen gezeten waar een of meer docenten grensoverschrijdende dingen deden. Het verhaal dat daarover verteld wordt is dat hij een goede docent is, maar gewoon wat “rare trekjes” heeft.

Als je iets wilt doen aan dit probleem, moet je beginnen met dit idee over boord te gooien. Het eerste dat je moet begrijpen is dat de baan van docent ontzettend aantrekkelijk is voor predators. Zoals veel mensen naar het vak van docent kijken, is het namelijk een baan waarin de leraar de leerlingen dingen mag vertellen die die leerling voor waar dient aan te nemen. De leraar bepaalt daardoor het verhaal.

De leraar bepaalt daardoor de sfeer in het vak, en wat wel en niet moet kunnen. Bovendien heeft een leraar toegang tot een eindeloze stroom jonge vrouwen. Daarnaast zijn er nog enkele voordelen die dit vak tot een felbegeerde positie voor predators maken.

Het is dus niet zo dat hij een goede docent is en zijn grensoverschrijdende gedrag bijzaak. Het grensoverschrijdende gedrag is de hoofdzaak. Het inhoudelijk vak is een excuus dat de hoofdzaak alleen maar ondersteunt.

Pro-actief crisismanagement

Als je deze denkslag maakt, begrijp je dus dat het niet toeval is dat predators opduiken in jouw organisatie. En dat het dus belangrijk dat je je plannen al klaar hebt voor wanneer dat gebeurt. Wanneer, niet als. Het moet onderdeel worden van je bedrijfsvoering dat je organisatie regelmatig geïnfiltreerd zal worden door predators. Dat moet je uitgangspunt zijn.

Ik heb ooit gewerkt bij een kranten- en tijdschriftenhandel. Een manager die medewerkers aanraakte, was na anderhalve week de laan uitgestuurd. Het is dus niet onmogelijk om dit gedrag aan te pakken. Je taak als instelling is een organisatie te bouwen waar mensen iets kunnen leren. Veiligheid hoort daarbij. Predators moeten dan ook zo snel mogelijk weggestuurd worden.

De manier om aan preventieve zelfverdediging te doen is door de kosten voor predators te hoog te maken. Want daar houden ze niet van. Dit zijn mensen die de hoogste baten tegen de laagste kosten zoeken. Dit zou ook je uitgangspunt als organisatie moeten zijn. Het moet voor predators gewoon te lastig zijn om voet aan de grond te krijgen. Helaas denk ik dat veel organisaties juist gemakkelijk zijn te infiltreren. En, als een predator eenmaal voet aan de grond heeft, er geen plannen zijn voor hoe je weer van hem afkomt.

De reputatie die je wil hebben is dat je een lastige plek bent voor predators en dat het ze teveel zal kosten om binnen te komen en te blijven.

Geloof slachtoffers

Steeds weer klinkt de roep “Geloof vrouwen”. En daar hebben veel mensen – ook vrouwen – het moeilijk mee. Ik denk dit geen rationele weerstand is. Het is de moeite die alle mensen hebben met het verbreken van de harmonie. In mijn vak noemen we dit de innerlijke Aap. De Aap kan niet verdragen dat een groep verstoord wordt. En daarom richten we ons op degene die de grensoverschrijdingen aan het licht brengt.

Want zoals ik eerder zei: de leraar bepaalt de sfeer in het vak, en bepaalt wat wel en niet kan. Iedereen die meer dan een moment in die groep verblijft, accepteert impliciet die ongeschreven regels. Dit is waarom predator-achtige leiders vaak schokkende dingen zeggen. Ga je daar niet tegenin? Dan accepteer je het leiderschap. En het geeft een gevoel van medeplichtigheid. Zo’n predator kan altijd achteraf zeggen: maar je hebt er toch niks van gezegd toen ik dat deed? Dit is gecalculeerd gedrag om te zorgen dat iedereen zich aan de regels van de predator houdt.

Die regels zijn dus zo geaccepteerd dat als iemand daar tegen protesteert, hoe terecht ook en hoe belachelijk de regels ook zijn, er vaak genoeg goedbedoelende omstanders klaar staan om de verstoring te sussen. En dat werkt altijd in het voordeel van de status quo, en dus in het voordeel van de predator.

Wat je moet beseffen, is dat mensen niet zomaar hun mond open doen. Ik ben ook opgeleid als vertrouwenspersoon: een rol waarbij mensen gegarandeerd anoniem met iemand kunnen praten over onder andere seksuele intimidatie. Wat opvalt is dat zelfs onder wettelijk geregelde veilige omstandigheden, mensen niet direct vertellen waar ze echt voor komen. Meestal vertellen ze eerst iets minder ergs. Waarom? Ze willen eerst zien hoe jij reageert. Want wat ze echt te vertellen hebben, is zo pijnlijk dat als jij daar onsympathiek op reageert, dat letterlijk beschadigend is. Reageer je verkeerd, dan bedanken ze je vriendelijk, zeggen “Ja ik denk dat dit al echt geholpen heeft,” en je hoort nooit wat nou de echte reden is dat ze langskwamen.

Het is dus niet zo dat normale mensen zomaar met beschuldigingen van seksueel geweld strooien. Een veel groter probleem is al die slachtoffers die niks durven zeggen. Zoals ik al eerder schreef, geeft nieuw DNA-onderzoek uit de VS aan dat je eigenlijk elke verkrachting als een serieverkrachting zou moeten beschouwen. Het is het bekende tipje van de ijsberg: als er in je organisatie een slachtoffer naar voren komt, is er grote kans dat er nog meer slachtoffers zijn.

Doe je daar niks aan, dan verandert je school vanzelf van een normale organisatie in een misbruikfabriek. Een veilige thuishaven voor predators waar geen gezond mens wil zijn.

Een andere opvatting van docent zijn

Bovenaan schreef ik over hoe docent zijn meestal wordt gezien. Ik zei expres niet dat dit is wat een docent is. Een van de belangrijkste docenten in mijn vakgebied zei eens “Ik kan je geen les geven in zelfverdediging als je voor mij moet buigen”. Bij zelfverdediging is het essentieel om autoriteit te wantrouwen, en moeten buigen voor wie dan ook leert je daar juist het tegenovergestelde van aan.

Zo is het ook met elk ander vak. Als je een docent hebt die iedereen precies vertelt hoe het moet, lijkt het alsof hij erg goed is. We zijn, ook weer mede dankzij de Aap, als mens nogal snel onder de indruk van zelfvertrouwen. Maar de kans is groot dat hij juist geen goede docent is. Een goede docent leert je kritisch nadenken – ook over zijn uitspraken en over zijn gedrag.

Hij is geen goede docent

Als je grensoverschrijdend verdrag vertoont, is dat niet iets dat naast je vak staat. Het is onderdeel van hoe jij bent als leraar. Je maakt geen omgeving voor je leerlingen waar ze kunnen opbloeien. Je bent niet kritisch naar jezelf. Dus je bent dus per definitie niet goed in je vak. Voor onderwijsinstellingen is dit belangrijk om te begrijpen. Het is niet zo dat hij een goede expert is met wat problemen: hij is gewoon geen goede leraar.

En het probleem met problematische mensen is dat ze goede mensen wegjagen. Want elke normale docent die op zo’n vakgroep aankomt, denkt: wat is dit hier voor toestand. En vertrekt zo snel mogelijk. Een predator in je organisatie houdt je kwaliteit laag.

Om nog maar te zwijgen van alle goede leerlingen die vertrekken omdat ze dit gedrag zien en terecht kiezen voor hun eigen veiligheid. Een predator op je school beschadigt je vak.

De pijn die gevoeld moet worden

Op dit moment lijkt het erop alsof het leed van de slachtoffers gezien wordt als “collateral damage” – nevenschade. Het lijkt alsof we niet zien dat dit slechts een onderdeel is van een heel pakket aan schade. Het leed van de leerlingen, het afschrikken van goede docenten, het inhoudelijk kritisch zijn van het vak, het ontmoedigen van nieuwe leerlingen. Zolang deze pijn niet gevoeld wordt, zal er niks veranderen.

Onderwijsinstellingen zullen die pijn dus moeten gaan voelen. Ze zullen moeten gaan voelen dat dit geen nevenschade is, maar dat dit hun core business beschadigt. Vriendjesnetwerken van grensoverschrijdende docenten moeten ontmanteld worden. Nieuwe predators moeten worden geweerd. Infiltranten moeten zo snel mogelijk worden verwijderd. Alleen dan kan er een cultuur ontstaan waarin scholen kwaliteit kunnen gaan leveren.

Wacht niet tot morgen. De tijd is nu.

——————————————————————————————
Lees het artikel in het NRC.

“Misbruikfabriek” is mijn vertaling van “abuse factory”, een term van voormalig FBI-agent Joe Navarro geleend heb.

5 gedachten over “Is mijn organisatie een misbruikfabriek?

  1. Jos Poelman

    Leuk om te lezen Valeer. ‘Pittige’ insteek. Artikel om over na te denken. Bv over : ….geeft nieuw DNA-onderzoek uit de VS aan dat je eigenlijk elke verkrachting als een serieverkrachting zou moeten beschouwen. Het is het bekende tipje van de ijsberg: als er in je organisatie een slachtoffer naar voren komt, is er grote kans dat er nog meer slachtoffers zijn. Hartelijke groet,
    Jos

    Reageren
    1. Valeer Bericht auteur

      De opmerking dat elke verkrachting in principe als serieverkrachting beschouwd zou moeten worden, is van Rachel Lovell, in het artikel over de 11.000 ongetestte rape kits die werden gevonden in een opslag in de VS, zoals geciteerd in dit artikel van The Atlantic.

      Reageren

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *