Stockholm syndroom

Het gebouw waar het originele "Stockholm syndroom" plaats vond

Het gebouw waar het originele “Stockholm syndroom” plaats vond

“Stockholm syndroom” is een woord dat een eigen leven is gaan leiden. Het woord betekent: het idee dat in extreme omstandigheden vrouwen loyaal worden aan de mannen die hen in hun greep houden.

De geschiedenis van het syndroom is nogal dubieus: de vrouw op wie dit woord is gebaseerd, zei inderdaad dat ze haar gijzelnemer volledig vertrouwde. Maar later vertelde ze dat de mensen die haar hadden moeten redden, haar gezegd hadden: “Blijf maar bij de gijzelnemers, als je sterft dan sterf je in elk geval voor je werk.” De vraag is dus of dit “syndroom” echt bestaat.*

Toch lijkt het alsof we ons vaak gedragen alsof we last hebben van zo’n “Stockholm syndroom”. Hoe komt dat, en, belangrijker: hoe kom je ervan af?

Het brein in overweldigende omstandigheden

Er is een afdeling in ons brein die bepaalt of we ons in “overweldigende omstandigheden” bevinden. Omstandigheden die door zo’n sterke macht worden bepaald, dat ons brein inschat dat we er geen invloed op hebben.

Het woord “inschat” is hier belangrijk. Er zijn aanwijzingen dat we zelf invloed hebben op wat ons brein “overweldigend” vindt en wat niet. De trainingen van elitetroepen zijn hier bijvoorbeeld op gebaseerd: die proberen steeds extremere omstandigheden uit het “overweldigende” en binnen het “dat kunnen we” te trekken. De kans is groot dat cultuur en de overtuigingen waarmee je bent opgegroeid hier grote invloed op hebben.

Bevriezen

Op het moment dat die afdeling van je brein dus bepaalt dat de omstandigheden waar je nu in zit, overweldigend zijn, treedt er een noodplan in werking. In de mens is dat: niet vechten of vluchten, maar bevriezen. Iedereen die met zulke omstandigheden wordt geconfronteerd, ook experts en vakmensen, bevriest. Dit is dé manier waarop de mensheid aan de tanden van roofdieren is ontsnapt. Over “de freeze”, zoals we dit noemen, heb ik sinds 2015 diverse artikelen geschreven.

Analysis paralysis

Een ander fenomeen dat optreedt is: heel veel denken. We noemen dit ook wel “analysis paralysis”: niets doen doordat je bezig bent met bedenken wat je gaat doen. Ons brein gaat in de analysemodus omdat het merkt dat wat er nu gebeurt, van levensbelang is. Het wil de juiste beslissing nemen, en bovendien alles tot in detail onthouden voor als zoiets ooit nog eens opnieuw gaat gebeuren. Helaas weerhoudt dat ons er vaak van om actie te ondernemen.

Blijven zitten waar je zit

Doordat overweldigende omstandigheden zoveel van ons vragen, probeert ons brein de situatie niet nog onvoorspelbaarder te maken. Het beleid in dit soort omstandigheden is dus: blijf zitten waar je zit. Elke stap in een nieuwe richting kan immers nog méér overweldigende problemen aan het licht brengen. Dit is een van de redenen waarom mensen vaak in relaties met verkeerde mensen blijven zitten: je brein is al in de noodstand, en hoe erg de situatie nu ook is; het onbekende lijkt nog veel enger.

Bij geweld in afhankelijkheidsrelaties (“huiselijk geweld”) wordt vaak gezegd dat het gevaarlijkste moment het moment is wanneer je probeert weg te gaan. Dat is gedeeltelijk waar: op het moment dat de dader ziet dat hij controle gaat verliezen, is de kans groot dat hij dodelijk geweld zal gebruiken. Maar dit idee doet het lijken alsof je beter niet weg kunt gaan, omdat je dan niet vermoord zult worden. En dat is niet waar. Uiteindelijk zal hij of zij je toch doden, en de weg ernaar toe zal bestaan uit steeds erger wordend geweld. Misschien kunnen we beter zeggen dat het gevaarlijkste moment het moment is dat je besluit te blijven.

De-escaleren (betekent niet wat je denkt dat het betekent)

Als we enigszins bij onze positieven zijn, dan proberen we overweldigende situaties vaak te sussen. We proberen vrede te stichten met degene die ons geweld aan doet. Dat is heel logisch vanuit het perspectief van een goed mens. Goede mensen denken vaak: “Als ik laat zien dat ik geen bedreiging voor hem ben, hoeft hij me geen geweld aan te doen.”

De denkfout is natuurlijk dat die ander ook een goed mens is. Dat hij alleen maar geweld gebruikt omdat het moet, in plaats van omdat hij er plezier aan beleeft. En wat we vaak niet weten, is dat geweld vaak juist wordt gepleegd tegen mensen die geen bedreiging zijn. Het woord “de-escaleren” is de laatste jaren erg hip. “De-escaleren” betekent: dingen doen om de situatie minder erg te maken. En mensen nemen vaak aan dat je overgeven, sussen, vrede proberen te stichten, aardig en conflictvermijdend doen, de-escalerend werken. Dat is niet zo. Deze dingen kunnen allemaal zeer, zeer escalerend zijn. Gewetenloze mensen tegemoetkomen kan de situatie veel, veel erger maken.**

Deze neiging om vrede te stichten met gewetenloze mensen noemen we ook wel “tend and befriend“. Het is belangrijk dat we begrijpen hoe dit werkt, want achteraf zorgt het voor veel psychische problemen.

Zelfverdediging en het dagelijks leven

Als je al deze natuurlijke reacties bij elkaar neemt, dan zou je kunnen zeggen dit een soort “Stockholm syndroom” is. Dit is hoe we ons gedragen in acute situaties. Maar geweld is niet iets dat is afgeschermd van het dagelijks leven. Geweld is niet speciaal. De intensiteitsschaal van geweld begint bij “aanwezigheid” en alle vormen van grensoverschrijding vallen eronder.

Wij mensen leven in omstandigheden, en die moet je meetellen. Als het warm is in de zomer, moet je meer drinken en koel zien te blijven. Als het koud is in de winter, moet je warme kleding aandoen en in beweging blijven. Belangrijker dan dat het warm is of koud, is nu dat er een pandemie aan de gang is. Wij lopen allemaal het risico om daaraan dood te gaan of zodanige orgaanschade op te lopen dat we niet meer kunnen rennen, fietsen, dansen of andere dingen die we graag doen.

Grote kans dus dat die afdeling in ons brein de huidige situatie ziet als “overweldigend” en het noodplan in werking heeft gezet. En dat heeft invloed op hoe wij ons gedragen.

Op 16 maart 2020 hield de minister-president van Nederland een toespraak waarin hij zei dat “we de verspreiding van het virus af kunnen remmen, en tegelijkertijd gecontroleerd groepsimmuniteit kunnen opbouwen.”

Groepsimmuniteit is een term uit de veehouderij. Veehouders laten soms een ziekte rondgaan, zodat daarna de groep als geheel bestand is tegen de ziekte. Logisch, want elk dier dat er niet tegen bestand was, is nu dood. Het is een strategie van niks doen. De dieren die overblijven, zijn niet overgebleven omdat jij iets slims hebt gedaan, maar omdat zij stom toevallig bestand waren tegen deze bepaalde ziekte. Dr Mike Ryan, die diverse Ebola-uitbraken heeft moeten managen, zei hier al schamper over “mensen zijn geen dieren”.

Maar hij zei ook in een verklaring voor de Wereld Gezondheids Organisatie, dat het een zeer gevaarlijke strategie is. Dat weten we inmiddels: doordat het virus in sommige landen niet in de kiem is gesmoord, heeft het zich kunnen ontwikkelen tot een veel gevaarlijker variant. In Nederland werd gezegd dat 60% van de burgers het virus moet krijgen om voor groepsimmuniteit te zorgen. In Brazilië is meer dan 70% besmet geraakt; de zorg is er in elkaar gestort met volle ziekenhuizen en mensen die dan maar thuis zuurstofflessen inslaan; en de gevaarlijkste mutatie is daar ontstaan.

Toen er in de Tweede Kamer kritiek kwam op het beleid van groepsimmuniteit, zei de minister-president: “Ik heb geen toespraak gehouden over groepsimmuniteit. Die ken ik niet.”

Dat is een rare opmerking. Half Nederland zat aan het scherm gekluisterd om deze toespraak te zien, en hij staat in zijn geheel op YouTube. Eerlijk was geweest als hij had gezegd: “Ja, dat was onze strategie, maar ik heb ondertussen geleerd en dit is een strategie die we vanaf nu niet meer volgen.” In plaats daarvan – ik ga het woord maar gebruiken – liegt hij.

En zo ontstaat er een slepend proces waarin Nederland tegen alle wetenschap in zegt dat mondkapjes niet werken, waarbij de uitgestoken hand van Duitsland steeds wordt genegeerd, waarin te zachte maatregelen worden genomen, te weinig beschermingsmiddelen worden ingekocht, te laat wordt gestart met testen, te weinig wordt getest, te laat wordt gestart met vaccineren, te weinig vaccin wordt ingekocht en het steeds aan strategie ontbreekt. En zelfs tien maanden later blijkt dat de strategie van groepsimmuniteit, waarvan de minister-president loog dat het niet de strategie was, precies is wat de regering is blijven doen. Al deze dingen staan niet ter discussie en dat is ook niet waar dit artikel over gaat.

Want nu komt het: de regerende partij bleef groeien in de populariteitspeilingen. En veruit de meeste mensen die ik spreek, uit allerlei beroepen en vaak hoog opgeleid, vinden dat Nederland het goed doet. Wij doen het aantoonbaar veel slechter dan de landen die wél de wetenschap volgen, volgens welk punt je ook meet, maar in plaats van boos te worden en om beter beleid te vragen, springen we in de bres voor onze regering.

We zeggen: “niemand weet hoe je hier mee om moet gaan” (niet waar, China heeft al in februari alle kennis gedeeld over het bestrijden van deze ziekte, en elk land dat daarnaar geluisterd heeft, heeft succes); “we weten pas over een paar jaar wat de impact is” (niet waar, er zijn nu al 18,000 mensen meer dood dan normaal, bijna het tienvoudige van het aantal doden op dezelfde bevolkingsgrootte in Duitsland net over de grens); “er is gewoon te weinig over bekend” (niet waar, zelfs het hele genoom was al vrijgegeven in het voorjaar van 2020, en de landen die wél testen, ontdekten de verschillende nieuwe varianten wél); “die lockdowns zijn ook niet goed voor de economie en mensen met andere ziekten” (niet waar; zieke mensen kunnen niet werken en de economieën van landen met harde lockdowns zijn al lang weer open, en juist met een harde lockdown en dus weinig besmettingen kan de overige zorg gewoon doorgaan) enzovoorts enzovoorts.

Het lijkt wel Stockholm syndroom.

En eigenlijk is dat niet gek. Wij hebben geen directe invloed op het beleid van de regering. En dus zitten we in een “overweldigende situatie”. En dus stelt ons brein het noodplan in werking.

In staat zijn te handelen

In het Duits is er een mooi woord voor “in staat zijn te handelen”: “Handlungsfaehig”. Als we een situatie als overweldigend inschatten en lijden onder de effecten van Stockholm syndroom, hebben we onze mogelijkheid tot handelen opgegeven. En daarmee geven we eigenlijk de hoop op. Als je besluit niets te doen, geef je de mogelijkheid op iets te verbeteren aan je situatie.

Maar wat kun je dan doen? Het eerste dat nodig is voor je hier iets aan kunt doen is, zoals altijd, opmerken dat je dit aan het doen bent. Heb je de hoop opgegeven? Voel je jezelf verstild? Blijf je roerloos op de bank zitten, met het idee dat er toch niets is wat je kunt doen? Als je niet accepteert dat je dit aan het doen bent, kun je er ook niets aan veranderen.

Terug naar het brein en de afdeling daarvan die het noodplan afroept. Een overweldigende situatie is per definitie iets waar je niet “Handlungsfaehig” bent. Sterker nog: heel waarschijnlijk is er een link tussen Post-Traumatische Stress Respons (PTSS) en ons eigen idee van in hoeverre wij in staat zijn te handelen. Veel mensen ervaren zelfverdediging of bezigheden die daarop lijken als therapeutisch. We praten dan vaak over “het lichamelijke component dat je mist bij therapie door praten alleen”, maar dat is niet specifiek genoeg. Anders zou een massage net zo goed werken. De enorme verbetering die mensen ervaren bij zelfverdediging is nou juist dat ze ervaren dat ze kunnen handelen.

De ervaring dat je Handlungsfaehig kunt zijn, is essentieel bij het omgaan met overweldigende situaties. VWO-leerling Amira maakte een zeer heldere video over bokstherapie. Ze merkt op dat de stoten bij haar bokstherapie eigenlijk veel gemeen hebben met EMDR, maar ze noemt ook dat boksen gaat over “het probleem aan gaan”, in plaats van ervoor weg te lopen. Dat is precies wat ik zie bij de oefeningen tijdens de cursussen die ik geef. Die oefeningen vragen van je dat je de problemen aangaat. De meeste vrouwen kunnen veel meer dan ze denken. En ze zijn zelf vaak totaal verbaasd als ze het kunnen. Blij verbaasd, om precies te zijn: “Ik vond het eigenlijk helemaal niet zo eng. Ik vond het wel leuk eigenlijk!” Hun inschatting van wat “overweldigend” is, verschuift.

Handelingsperspectieven

Om niet in “analysis paralysis” te vervallen, is het slim om heel concreet op te schrijven wat je kunt doen. Mogelijke acties die je daadwerkelijk kunt uitvoeren, om uit de verstilling van Stockholm syndroom te komen. We noemen dat “handelingsperspectieven”.

Een directe handeling in onze huidige situatie zou natuurlijk zijn: emigreren. Maar dat kost tijd en geld en moeite. Toch is het altijd verstandig je af te vragen: ga ik niet weg omdat het echt niet kan, of verzin ik allemaal smoesjes om de waarschuwingssignalen te negeren?

Misschien heb je niet de middelen of mogelijkheden om te emigreren. Wat is dan een goede manier om met dit soort situaties om te gaan? Ten eerste is het belangrijk dat je de hopeloosheid en de overgave niet blijft voeden. Het is essentieel om toch aan je mogelijkheid om te handelen te blijven werken, ook als die mogelijkheid beperkt is.

Een mooie oefening uit Systema gaat als volgt: twee medeleerlingen leggen je in een statische houdgreep. Als ze je vast hebben, ga je kijken wat je nog kunt bewegen. Dan pas kom je er achter dat er nog steeds heel veel beweging mogelijk is! Bij “ouderwetse” gevechtskunsten focussen we te vaak op het deel wat niet kan bewegen. We hebben bijvoorbeeld technieken om uit een polsgreep te komen. Maar hoeveel procent van je lichaam is pols? We raken in paniek over dat kleine stukje waar we geen controle over hebben, en vergeten dat de rest van ons lichaam nog kan bewegen.

Datzelfde geldt ook voor je dagelijks leven. Er is heel veel dat je kunt doen om Handlungsfaehig te worden. Buiten een ommetje maken. Binnen trainen (voor het 5BX programma van de Canadese luchtmacht heb je geen spullen nodig). Goed voor jezelf koken. Je huis mooier maken. Verhuizen. Nog eens kritisch naar je relatie kijken. Een EHBO set aanschaffen. Online cursussen EHBO volgen. Een ontsnappingsplan maken. Een mondkapje dragen. Survival skills leren. Een nieuwe taal leren. Nieuwe contacten maken. Een ander ommetje maken. Je inlezen in het beleid en stemgedrag van politieke partijen. Naar de stembus gaan.

De grootste valkuil

Ik noemde al eerder: geweld in afhankelijkheidsrelaties als voorbeeld van een soort Stockholm syndroom. Als je met een grensoverschrijdende persoon een relatie bent aangegaan, heb je een probleem. Maar normaal gesproken heb je nog andere mensen in je leven. Vrienden, familie en anderen die je steunen. Die jou kunnen helpen weg te gaan. In dat geval is je probleem dat je een relatie hebt met iemand die niet goed voor jou is.

Maar vaak is er iets anders aan de hand. Vaak hebben vrouwen die in zo’n relatie zitten, geen gezonde vrienden en familie. Dit is namelijk niet de eerste keer dat ze zo’n vriend, man, vriendin of vrouw hebben. Steeds hebben ze foute relaties. De een na de andere. Tot goede mensen afhaken, want goede mensen willen geen foute types in hun leven, en daar hebben ze alle recht toe.

In dat geval is het probleem niet dat je een relatie hebt met een persoon die slecht voor je is. Dat is slechts een symptoom. Het probleem is iets dat daaronder ligt, een reden waarom jij niet kiest voor mensen die goed voor jou zijn. En dan is de kans groot dat je voor je volgende relatie een nóg slechtere partner uitzoekt.

En dat zien we ook op het niveau van de gebeurtenissen van afgelopen jaar. Er is een groep mensen in Nederland die niet meer in de berichtgeving van de NOS gelooft, maar in plaats daarvan gelooft dat er duistere machten aan het werk zijn. Deze groep gelooft dat er een “linkse elite” bestaat die in de kelders van pizzeria’s kinderen misbruikt, en dat het bloed van deze kinderen wordt geoogst voor de rituelen van de onzichtbare leiders van onze wereld, die eigenlijk reptielen zijn.

Wat hier gebeurt is namelijk niet dat de persoon in kwestie niet meer in de minister-president gelooft omdat die liegt, en daarna een redelijker mens zoekt, maar dat, net zoals met foute vriendjes, de volgende relatie nog veel ongezonder is. Dit heeft dus niet zozeer iets te maken met een liegende minister-president, maar met een onderliggend probleem. De gestoorde complottheorieën zijn daar alleen maar een symptoom van.

Hopelijk ben je, als je dit leest, ondertussen van je stoel gevallen van het idee dat er mensen zijn die denken dat een groep regeringsleiders onder pizzeria’s kinderen misbruikt en hun bloed aan mensvormige reptielen voert. Maar eigenlijk is dat helemaal niet zo raar. Er is namelijk iets dat zo’n grote, absurde, belachelijke leugen doet dat een kleinere, redelijker leugen niet doet.

De grote, absurde, belachelijke leugen bevrijdt jou van de verantwoordelijkheid om in de werkelijkheid te moeten leven. Als je jezelf er toe kan brengen om écht in zo’n ongelooflijk absurde leugen te geloven, dan hoef je daarna nooit meer in te checken in de realiteit. En het is de realiteit waar mensen zo’n last van hebben. Dat je nu echt even niet iedereen kunt knuffelen. Dat er echt mensen dood gaan en dat als jij het krijgt, je ook dood kan gaan of echt maandenlange of blijvende klachten kunt houden waardoor je niet meer kan rennen, sporten of dansen.

Dat kinderen over het algemeen worden misbruikt door familie en vrienden van die familie, dat de daders in de meeste gevallen geen pedofielen zijn maar gewoon hetero of homo, dat jij die daders dus misschien wel kent en aardig vindt. Al die ongemakkelijke waarheden hoef je nooit meer in de ogen te kijken. De belofte van een fout vriendje is dat je nooit meer kritisch hoeft te kijken naar hoe jij je in een relatie gedraagt. De belofte van een complottheorie is dat je nooit meer kritisch hoeft te kijken naar je eigen beeld van de wereld.

En net zoals een fout vriendje zal de complottheorie je leven kapot maken. Vrienden zien jouw nieuwe ongezonde relatie, en zullen afstand van je nemen. Maar dat is nog maar het begin. Regel één van geweld is: “Ontken niet dat er geweld gebeurt terwijl het aan het gebeuren is”. En dat is wat je hier doet. Je ontkent dat er een pandemie is, en dus kun je niks doem om jezelf ertegen te beschermen. Je wordt nog minder “Handlungsfaehig”. Verplegend personeel heeft ondertussen ervaring met mensen die sterven aan COVID-19 maar terwijl ze doodgaan nog steeds denken dat het nep is.

Wat is je strategie?

Wil je niet terecht komen in een relatie met een fout vriendje of met een complottheorie, dan zul je zelf iets moeten gaan doen. De regering heeft gekozen voor de strategie van het niets doen. Dat is ook een keuze, maar het effect is dat er onder aan de streep gewoon geen strategie is. Het vervelende, net zoals in alle gevallen van zelfverdediging, is dat als jij een vrij, veilig en gelukkig leven wilt, je zelf een strategie moet opbouwen, want anderen zullen dat niet voor je doen.

En daarvoor is het belangrijk je af te vragen: wat is mijn missie? Wat is het doel wat je aan het eind van dit jaar behaald wilt hebben? Een van de meest helpende strategieën, voor je eigen fysieke en mentale gezondheid, en voor je vrijheid en levensgeluk, is: “Ik wil te allen tijde Handlungsfaehig zijn.” Wat je ook voor doelen nastreeft: deze strategie gaat je daarbij helpen.

Want je kunt niets doen als je de hoop hebt opgegeven. Je kunt niets doen als je de mogelijkheid om te handelen uit handen hebt gegeven. Je kunt niets doen als je de werkelijkheid van het geweld dat nu gebeurt, ontkent.

Ik zeg het zo vaak mogelijk: zelfverdediging gaat niet over moeten. Het gaat over mogen. Het gaat over vrijheid, veiligheid en levensgeluk. Ik maak geen reclame voor zelfverdediging en ik vind niet “dat iedereen dit zou moeten doen”. Jij hebt de vrijheid om dit te kiezen. Als je dat niet wil – dan is dat jouw keuze. En zo werkt het ook met foute vriendjes. Je hoeft van mij geen partner te zoeken die goed voor jou is. Als jij om wat voor reden dan ook mannen of vrouwen wil blijven uitkiezen die jou pijn en ellende veroorzaken – dan is dat jouw goed recht…

…tot er anderen bij betrokken zijn. En dan met name: kinderen. Als er mensen afhankelijk van jou zijn, heb jij niet het recht die mensen in gevaar te brengen. Niet door foute vriendjes, niet door onverantwoordelijk gedrag, en niet door kinderbloed-pizzeria-reptielmenspraatjes-sektes.

Deze pandemie kan The Big One worden, maar het hoeft niet. We kunnen hier slechter uitkomen, maar het hoeft niet. We kunnen ons leven laten leiden door het Stockholm syndroom, maar het hoeft niet.

—————————————————————————————————-
* Hill, Jess. See What You Made Me Do. Sourcebooks, 2020. Loc 1041.
** Ironisch genoeg is “vrienden maken met gijzelnemers” nou juist een van de uitzonderingen die wél wordt aangeraden. Als de gijzelnemers een ander doel hebben en jou alleen als middel gebruiken, is het belangrijk te laten zien dat je ook een mens bent. Nog steeds niet door onderdanig te zijn en vrede proberen te stichten, overigens. Maar door te laten zien dat je een compleet persoon bent, en niet een gereedschap.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *