Soms is het gewoon moeilijk

Onlangs werd ik gevraagd workshops te geven op een groot, landelijk evenement. Ik heb “nee” gezegd. Waarom? Omdat de organisatoren een bepaald beeld van zelfverdediging wilden neerzetten dat volgens mij niet klopt. Sterker nog: dat zo erg niet klopt dat het averechts werkt en mensen minder weerbaar maakt.

Ik snap wel waarom ze precies dat wilden organiseren. We willen vaak maar al te graag dat de lessen spectaculair, fysiek en actief zijn. Van gevechten in films en series hebben we immers geleerd dat vechten iets acrobatisch is. We hebben er een beeld bij. Maar wat ga je doen als dat beeld niet klopt?

Wat is echt?

Wat is dat nou, “echt”? Ik neem even het voorbeeld van zogenaamde “fitnesmodellen”. Dat zijn mensen die heel gespierd op de foto gaan. Ze trainen om zo groot mogelijke spieren te hebben. Maar daarna doen ze nog een paar andere dingen.

Ten eerste: ze gaan zichzelf uithongeren en uitdrogen, zodat hun spieren groter lijken. Zo erg zelfs dat ze gevaar lopen flauw te vallen, zwelling in de hersenen te krijgen en nierschade op te lopen. Er zijn mensen in het ziekenhuis beland door dit soort fotoshoots.

Ten tweede: ze bespuiten hun huid met een kleur om er zongebruind uit te zien (serieus, dit is een ding dat bestaat).

En met een beetje geluk staat er als de foto’s eenmaal gemaakt zijn, iemand klaar om via Photoshop benen te verlengen, huid te vereffenen, lichaamsdelen groter of kleiner te maken, kleur aan te passen, etc.

Uiteindelijk heb je dan een foto waar het idee aan hangt dat dit is hoe “fit zijn” eruit ziet. En daar heb ik een probleem mee. Ten eerste:

De persoon op de foto bestaat niet.

Er bestaat niet iemand die zo’n effen huid heeft. Er bestaat niet iemand die op deze manier gebruind is. Er bestaat niet iemand die rond kan lopen in de staat waarin deze persoon fysiek verkeert. Dit is wat we noemen een simulacrum: een kopie zonder origineel*. Een plaatje van iets wat niet bestaat en niet kan bestaan.

Ten tweede (open deur, maar ja): Deze persoon is niet fit.

“Fit zijn” beschrijf ik als volgt: in staat voor jezelf en voor anderen te zorgen, goede kans natuurrampen, hongersnood, droogte, extreme warmte en koude te overleven, goed kunnen vechten, een hoge weerstand tegen ziektes hebben, wakker zijn en goed op de hoogte van wat er om je heen gebeurt. Als je een app zou hebben die “fitheid”** meet, zou de persoon op het plaatje erg, erg, erg onfit zijn. Dit is niet degene die jou gaat redden als de aliens komen, een tsunami over Nederland raast, een burgeroorlog uitbreekt of een hongersnood toeslaat. Verre van. Jij mag die persoon gaan redden, niet andersom.

De hyperwerkelijkheid steelt je leven

En toch kijken we naar die plaatjes en verzuchten we: Zag ik er maar zo uit. Erger nog: ze geven ons het gevoel dat we niet goed genoeg zijn als we er niet zo uitzien. Ze worden ons idee van wat “normaal” is.

Dat noemen we de hyperwerkelijkheid. De hyperwerkelijkheid is leuker, mooier, fijner, spectaculairder en sexier dan de werkelijkheid ooit zal kunnen zijn.

En hij heeft met de werkelijkheid niets te maken.

Mijn probleem daarmee is dat doelen die je niet kunt bereiken, geen inspiratie meer zijn maar een kwelling. Ik zie veel mensen om me heen die zichzelf afkeuren, zichzelf omlaag praten, doodongelukkig met zichzelf zijn, omdat ze niet voldoen aan sprookjes uit de hyperwerkelijkheid.

Dat is onzinnig. En het is ook gevaarlijk. We kwijnen weg in de werkelijkheid terwijl we met ons hoofd in de hyperwerkelijkheid proberen te leven. Hij weerhoudt ons ervan gelukkig te zijn met onszelf. Hij weerhoudt ons ervan spontaan te zijn en onszelf te laten zien aan anderen zoals we werkelijk zijn. Hij weerhoudt ons ervan in contact te zijn met ons leven, onze wereld en onze medemensen. En hij weerhoudt ons ervan te leren en te groeien.

Als je wilt leren en groeien, moet eerst de hyperwerkelijkheid de deur uit

Veel van de ideeën die we hebben over vechten, spelen zich af in de hyperwerkelijkheid.

Een van de mooie dingen van de Chinese gevechtsmethode tai ji quan is, dat het ook een visie op het leven bevat. “Je top haal je op je tachtigste” is een spreuk die me altijd is bijgebleven. Dat kan alleen als je begrijpt dat je niet altijd 20 zult zijn. Je wordt ouder, en dat heeft impact op je lichaam. Dus even wat informatie die we normaal niet krijgen:

1. Iedereen heeft een ander lichaam. Werk met wat je hebt, en wens niet dat het anders was.

2. Na je dertigste gaan bepaalde blessures niet meer over. Zorg dus dat de kans dat je ze oploopt, zo klein mogelijk is. Wees voorzichtig met rekken, overstrek je gewrichten niet, en wees zuinig op je knieën en ellebogen. “Yoga-knieën” is inmiddels een bekende blessure, heb ik laatst gehoord. Ook een boel gevechtsmethodes zijn niet echt goed voor je gewrichten, als je ze onvoorzichtig doet. Als je eenmaal de blessure hebt, ga er dan met respect mee om. Accepteer dat hij er is, en werk er omheen, niet ertegenin.

3. Leren duurt even. Je kunt niet na 30 minuten, 3 weken of 3 maanden weten of je ergens “talent” voor hebt of niet. De vraag is: hoe graag wil je dit leren? Is het iets dat je “voor de leuk” doet, of vind je het een belangrijk onderdeel van je leven? Kun je het een onderdeel maken van wie je bent? En kun je dan accepteren dat je niet per sé de beste bent?

4. Er is altijd iemand beter dan jij. Resultaat is een combinatie van omstandigheden, aanleg, oefening, en nog wat andere dingen. Supermensen bestaan niet. Als je denkt dat je ergens de beste in bent, komt er iemand uit een dorp waar je nog nooit van hebt gehoord, en verslaat je. De wereld is te groot om controleerbaar te zijn.

5. Soms is het gewoon moeilijk.

Soms is het gewoon moeilijk

Tegen een boksbal slaan is leuk. Met elkaar over de grond rollen ook. Kan ik een cursus in elkaar zetten met alleen maar leuke dingen? Nee. Veel van de dingen die ik moet vertellen, gewoon droog, gaan jou veel meer helpen je weerbaarheid te vergroten dan tegen een kussen slaan. Minder leuk. Minder spectaculair. Wel belangrijker.

Als je zelfverdediging gaat leren, kom je de werkelijkheid tegen. Je daalt af uit de sprookjes van de hyperwerkelijkheid en je wordt geconfronteerd met wat er nou eenmaal is.

• Je gaat iets leren over de nare kanten van het leven. Ja, die zijn er ook. Je wordt geconfronteerd met je eigen kwetsbaarheid. Ja, niemand is onsterfelijk en niemand is onkwetsbaar.

• Je gaat aan de slag. Sommige dingen zijn totaal nieuw voor je. Je wordt geconfronteerd met je eigen belemmeringen. Met je eigen opvattingen die je soms in de weg zitten. Want zelfverdediging gaat over jou.

• Je vindt het moeilijk. Het gaat niet zo snel als je wil. Laatst zei een cursist, “Ja maar het doet nog wel pijn, dat vallen.” Eh, ja, klopt. Je doet deze beweging voor de derde keer. Dit is de derde keer in je leven dat je dit doet, en je vindt het erg dat je het nog “niet goed” doet? Dát is de hyperwerkelijkheid.

• Het doet pijn. Ja, soms doet het pijn. Het voelt vervelend. Je moet dicht tegen je trainingspartner aanstaan en dat voelt niet fijn. Denk je dat dat ooit weggaat? Dan leef je in de hyperwerkelijkheid. Van regen wordt je nat. En soms regent het als je op de fiets ergens heen moet. Dat is de werkelijkheid.

• Je bent bang. En terecht. Je kunt niet leven zonder angst. Angst gaat nooit weg – gelukkig maar. Hij hoort helemaal bij je. De kunst is om vriendschap met hem te sluiten zodat je met hem kunt samenwerken.

• Je bent een tijdje bezig en je lijkt niet meer vooruit te komen. Meestal gebeurt dit na 3-4 maanden en dan na 3-4 jaar. In het begin leerde je veel nieuwe dingen, en nu gaat het niet meer zo snel. En dingen die je verkeerd hebt aangeleerd, moet je nu afleren. Dat is veel moeilijker dan iets nieuw aanleren. Ik heb soms mensen in de les die al iets van “oosterse gevechtskunsten” (karate of kung fu bijvoorbeeld) hebben gedaan. Die hebben aangeleerd om niet hard te slaan. Die moeten dat dan eerst afleren voor ze echt hard kunnen gaan slaan. Ja, dat is vervelend. Ja, dat duurt lang. Maar het is onderdeel van leren, en je wordt er een rijker, sterker en gelukkiger mens van.

En soms, ondanks alles wat je hebt kunnen voorzien, gaat het gewoon niet. Je bent ergens mee bezig en het wordt niet zoals je wil of het lukt niet zoals je denkt dat het zou moeten zijn. Op die momenten staan er altijd mensen klaar met advies. Met wat je allemaal wel en niet moet doen. Dat het niet moeilijk is, dat het echt wel kan, dat je gewoon harder moet willen, dat het allemaal wel goed komt.

Misschien is het je opgevallen dat dat heel veel weerstand bij je oproept. Want of die mensen nou gelijk hebben of niet: het werkt niet. Soms is het gewoon moeilijk. Soms zijn de dingen gewoon ***. Dat hoort bij de werkelijkheid. Soms is het leven mooi, soms is het leven lelijk. Soms lukt het, soms lukt het niet. In de hyperwerkelijkheid bestaat dat allemaal niet. Maar in onze werkelijkheid wel.

Ontsnapping uit de hyperwerkelijkheid

Wat kun je nou doen aan die hyperwerkelijkheid? Dat is best wel moeilijk. We hebben het over gevoelens van onzekerheid, en dan vooral over sociale onzekerheid, en daar komt natuurlijk onze vriend de Aap weer bij kijken.

Dat maakt het lastig. Ik denk dat het belangrijk is dat je de dingen weet die ik hierboven heb beschreven. Dat je tegenargumenten hebt tegen de hyperwerkelijkheid. Maar dat is op het rationele niveau, en gevoel is ouder, sneller, en belangrijker.

Als zo’n plaatje van een gefotoshopt model eenmaal voor me ligt, dan heeft ie me. Boem, ik moet er wel naar kijken en het komt gelijk binnen. Daarom denk ik dat je jezelf best een beetje mag beschermen tegen de hyperwerkelijkheid.

Ik kijk niet naar plaatjes in tijdschriften. Ik kijk niet naar gefotoshopte modellen. En ik kijk niet naar films met Chinees of Japans zwaardvechten. Ze beïnvloeden mijn idee over wat goed is en wat werkt, terwijl ik zelf veel beter weet hoe een zwaardgevecht werkt.

Als ik kijk naar de momenten waarop de hyperwerkelijkheid de minste grip op mee heeft, dan zijn dat momenten waarop ik gewoon in contact ben met echte mensen. Niet via de app, facebook*** (hyperwerkelijkheid #1) of mail. Maar gewoon, in het echt, live, tegenover iemand.

En wat het allerbeste werkt, is aanraking. Op het moment dat je samen kunt trainen of gewoon samen kunt zijn en écht contact kunt maken, dan zie je dat de hyperwerkelijkheid maar een grijs en sneu gebeuren is.

Op dat moment heb je geen advies nodig. Geen motivatie, fitspiratie, ambitie of wat dan ook. Op dat moment is hetgene wat werkt, een goede vriendin die haar arm om je schouder legt en zegt: “Ik zie dat je het rot hebt. Soms is het moeilijk. Soms is het gewoon allemaal even ***.”

————————————————————————————————————–
* Ik gebruik het woord hier zoals de Franse filosoof Jean Baudrillard erover heeft geschreven. Het idee van de “Hyperwerkelijkheid” die ik later gebruik, komt ook van hem.

** Zo ongeveer de zwaarste training die er bestaat, is die van de Navy SEALS, de Amerikaanse elite-gevechtseenheid. Die mannen hebben geen six-pack. Ze hebben een buikje. Als ik er zo over nadenk: alle volwassen mannen voor wie ik ook maar enigszins respect heb, hebben een buikje.

*** Doe de rest van de wereld een plezier. Post niet alleen maar je meest perfecte foto’s en je meest gelukkige moment. Laat ook een keer zien dat iets niet lukt. Dat je het moeilijk hebt. Dat je iets niet weet. Dat je ergens over twijfelt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *