Alles wat ik weet van geweld klopt niet

Niets weten van geweld is gevaarlijk. En niet om de reden die je denkt.

Een tijdje terug zag ik een gevecht op straat. Ik heb het begin gemist, dus ik zag twee mannen met bebloed gezicht en eromheen nog een stuk of zes andere mannen en één vrouw. Ik kon niet goed zien wie bij wie hoorde, ik zag één soort van halfslachtige vuistslag, en voor de rest een hoop geloop, gedoe en geschreeuw.

De eerste keer dat ik een ooit zo’n gevecht zag, dacht ik: “Is dit echt? Het ziet er zo belachelijk uit.”

Ik twijfelde aan wat ik zag. Hoe kan dat?

De belangrijkste bron van beeldvorming over geweld

Een gemiddeld gezin in Nederland kijkt 3 uur en 15 minuten televisie per dag (2013). Stel, je begint op je 12de met kijken. 3:15 maal 365 dagen per jaar is 1150 uur TV per jaar. Stel je bent nu 18, dan heb je 6 jaar lang 1150 uur per jaar TV gekeken, wat neer komt op 6900 uur.

Laten we zeggen dat je de de helft van de tijd naar programma’s met geweld erin zit te kijken, van actieseries tot actiefilms tot drama tot tekenfilms tot vechtsportwedstrijden, en dat daar dan weer de helft ook echt vechtscènes zijn. Dus een kwart van 6900 is 1725 uur.

Stel dat eens tegenover het echte geweld dat je in je echte leven hebt gezien…

Wat is het doel van geweld in series en films?

Geweld in series en films heeft een bepaald doel: het is entertainment. Het moet jou vermaken en boeien.

Gevechten moeten lang en spectaculair zijn; de vechters sterk, knap en vaardig, en de held moet steeds bíjna het onderspit delven en het dan toch nog net redden.

Daarom worden gevechten bedacht door choreografen. Die “besturen” alle acteurs, hebben het overzicht over wie wat doet, en zorgen dat alles precies op het juiste moment samenkomt. Eigenlijk is het een grote dansshow.

Vergelijk dat met een echt gevecht, waarin niemand het overzicht heeft en niemand weet wat er gaat gebeuren.

Hoe wordt een gevecht beslist?

Je kent het vast wel uit films en series: de held en de slechterik staan tegenover elkaar. Er wordt flink geslagen. Langzaam begint de held te verliezen – het wordt steeds spannender – maar dan herneemt hij zich, en langzaam begint hij te winnen!

Superspannend natuurlijk, maar het is gebaseerd op een groot en gevaarlijk misverstand.

Jason Thalken beschrijft het in zijn boek “Fight Like a Physicist” prachtig: we denken in “hit points”. We hebben het idee dat je begint met een aantal punten, zeg 24, en bij elke klap gaan er een paar vanaf, totdat je er 0 meer overhebt, en dan ben je verslagen.

Maar daardoor kijk je totaal verkeerd naar echt geweld.

Want je zou wel gek zijn als je zo zou vechten. Je tegenstander is altijd groter, sterker, en zwaarder, dus als je er een keurige bokswedstrijd van maakt, verlies je.

Alleen, het hit points idee is onzin.

Ik hoor vaak: “Ja maar ik ben toch niet sterk genoeg”. Maar dat is te vaag. Hoe sterk ben je? Hoe sterk is niet sterk genoeg? Niet sterk genoeg om wat te doen? Je kunt hier alleen iets over zeggen als je heel concreet bent.

Vechten gaat over kracht gebruiken om een effect te bereiken. Een effect bereik je door gebruik te maken van aarding, structuur, gewicht, ontspanning en targeting. Als je gaat slaan, doe je dat niet met je armspieren. En je gaat een tegenstander ook niet 20 keer tegen zijn goed beschermde borstkas slaan. Dat doet niks. Hit points bestaan niet.

Je gebruikt jouw kracht tegen zijn zwakte, nooit kracht tegen kracht.

Als je gaat slaan, breng je je buik in beweging door middel van je core spieren. Daar zit genoeg kracht in om een kleine auto op te tillen. Ja, ook bij die van jou. Door ontspanning komt die kracht in je hand terecht, en daarmee raak je vervolgens een kwetsbaar doel.

Dus, nee, je gaat niet met jouw armspieren tegen de ribbenkast van een tegenstander slaan. Je gaat met jouw core spieren tegen het kaakgewricht van een tegenstander slaan. Bijvoorbeeld.

Rory Miller houdt de teller bij van een klap op het oor. 119 keer gebruikt.

119 keer einde gevecht.

Daar hoef je dus geen bodybuilder voor te zijn.

Rory noemt zelfs een voorbeeld van een 12-jarig meisje dat haar vader bijna knockout slaat. Zelf heb ik de ervaring van een 16-jarig meisje met dunne armpjes die ongeveer 55 kilo woog, en harder sloeg dan iedereen. Als je weet dat zelfs een 12-jarige hard genoeg kan slaan, dan weet je dat ook gewicht geen probleem is.

Een schotwond is meteen dodelijk (niet waar)

Ander voorbeeld. Mensen die worden neergeschoten, vallen in films meestal direct op de grond. Vaak zijn ze ook gelijk dood.

Maar Jason Thalken beschrijft dat als je direct wegrent van een aanvaller met een pistool je kansen om het te overleven tussen de 97% en 98% liggen. Zelfs de kans dat je overlijdt als je wordt neergeschoten of neergestoken ligt maar rond de 20%.

Stel je zou Hollywood geloven. Wat zou je dan doen als je wordt neergestoken?

Niets weten van geweld is levensgevaarlijk.

Leren over geweld is belangrijk voor iedereen

Onze maatschappij is heel vreedzaam, en wordt steeds vreedzamer. Het verschil met 100 jaar geleden – zelfs het verschil met 50 jaar geleden – is enorm. En dat is heel mooi. Maar daardoor verliezen we kennis over hoe geweld werkt, en dat is gevaarlijk.

Want je geeft het op terwijl dat helemaal niet nodig is.

Geweld is heel goed te categoriseren en meestal heel erg voorspelbaar. Zinloos geweld bestaat niet. Die voorspelbaarheid is een groot kado, want dat maakt dat je heel veel geweld kunt vermijden. De beste manier om te winnen is immers om niet te zijn op de plek waar geweld plaatsvindt.

Daarom vraag ik: Hoe ziet echt geweld er uit? Dat verschilt, afhankelijk van in welke categorie je terecht komt. Wat ik bovenaan deze post beschreef, noemen we de “Monkey Dance”: een geritualiseerd dominantieconflict tussen twee mannen. Seksueel geweld heeft weer een ander patroon, maar ook dat volgt logisch uit wat een aanvaller wil.

Vervolgens kijken we: “OK, dit is wat er gebeurt, wat heb ik dan nodig om daaruit te komen?”

Maar daarnaast is het essentieel dat ook hulpverleners, rechters en anderen in het hulpverlening- en strafproces weten hoe geweld werkt. Hoe daders te werk gaan en waarom op die manier. Anders kunnen ze totaal verkeerde adviezen geven. Of door hun houding, oordelen of uitspraken slachtoffers zelfs beschadigen door victim blaming.

Geweld is onderdeel van het leven. We leren ook allemaal zwemmen. Waarom zou je niet ook wat over geweld leren? Het kan je leven redden…

Drie belangrijke boeken over geweld:

* Meditations on violence
* Facing violence
* The Gift of fear

————————————————————————————————————–
*: Ik hou niet van het woord “gevechtskunsten”. Vechten is geen “kunst”: vechten gaat over een ander schade toebrengen. Ik noem dit soort dingen dan ook liever “gevechtsmethodes”.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *