3 soorten angst

Onlangs vroeg een leraar “Wat is het probleem met angst?” Mijn onmiddellijke gedachte was: “Dat we er niet naar luisteren.” Toen ging ik eens nadenken, en dacht: “Als je er niet naar luistert, wordt het alleen maar erger. Wat als je altijd naar je angst zou luisteren? Volgens mij zou je dan veel rustiger worden, initiatiefrijker, en gelukkiger.”

Dit besprak ik met een aantal mensen, maar het idee is een beetje zijn eigen leven gaan leiden. Ik merkte: we begrijpen elkaar niet. Een paar dagen geleden besefte ik ineens: we praten allemaal over verschillende soorten angst. Én over verschillende soorten “luisteren”.

Angst #1: ik ben ergens bang voor

Ik ben bang om te gaan bungee-jumpen. Niet dat ik hoef te bungee-jumpen. Maar ik ben er wel bang voor. Ik zou het niet graag willen doen. Ik ben bang voor een gevecht met meerdere tegenstanders die ook nog eens messen hebben. Ook weer iets dat niet heel waarschijnlijk is. Maar ik ben er wel bang voor. En ik ben bang om dat ene leuke meisje op een date te vragen.

Is deze angst erg? Ja, hij kan belemmerend zijn. Even heel functioneel: als hij me ervan weerhoudt dingen te doen die mijn leven beter zouden maken.

Maar eigenlijk lopen we dan op de zaken vooruit. Want in eerste instantie is deze angst gewoon een belangenbehartiger. Deze angst is mijn vriend. Het is logisch dat ik bang ben voor bungee-jumpen, want als er iets misgaat, ben je wel dood (er is deze zomer iemand bij gestorven). En bang zijn voor mensen met messen is ook niet heel dom.

Bang zijn om iemand op een date te vragen is al wat gekker – dit is de innerlijke Aap, natuurlijk, die bang is dat ik voor gek zal staan en uit de troep gegooid zal worden en een langzame, pijnlijke hongerdood zal sterven. Dat is natuurlijk onredelijk. Maar ik zou een rotavond kunnen hebben, ze zou mij belachelijk kunnen maken bij anderen, en ik zou op die manier toch een beetje uit de groep gegooid kunnen worden.

Zie je wat ik doe? Ik luister eerst naar mijn angst. Mijn angst is mijn vriend, dus ik wil graag horen wat die te zeggen heeft. Ik merk dat ik daar rustiger van word. Ik accepteer dat ik die bepaalde angst heb. Zelfs terwijl ik dit schrijf, word ik rustiger.

Maar.

Vervolgens ga ik kijken: wat ga ik nu doen. Ga ik bungee-jumpen? Nou, dat is een afweging. Denk ik dat het mij veel moois zal brengen? Zou ik het eigenlijk heel graag willen? Nee, niet echt. Dus nah. Moet ik het per sé doen omdat ik er bang voor ben? Nee zeg. Zo dwangmatig ben ik ook weer niet.

Mensen met messen? Wil ik niks mee te maken hebben. Lijkt me beter. Want mensen met messen hebben nog andere eigenschappen waarvan ik denk, nah, die gaat niet echt mijn leven verrijken. Ga ik nog iets doen? Ja, ik ga alerter zijn op wie ik in mijn leven ontvang, en beter kijken naar of mensen mijn leven verrijken of juist niet. En ik ga aan mijn weerbaarheid werken. Ik heb een hele tijd met messen getraind. Ga ik er elke avond in trainen? Nee, dat ook weer niet.

Ga ik dat meisje op date vragen? Ja. Want ondanks mijn angst, zou een “ja” mijn leven kunnen verrijken. En zelfs met een “nee” kan ik wat. De mogelijke negatieve effecten neem ik voor lief.

In je omgaan met angst moet er dus een bepaalde balans zitten. Je huis niet meer uitkomen vanwege de angst is niet in balans zijn.

Als het een fobie wordt, als de angst niet meer in verhouding is tot datgene waarvoor ik bang ben – dan kan ik nog iets anders gaan doen, namelijk psychologische hulp zoeken. Een professional in de arm nemen om me ermee te helpen.

Is er een gevaar als je niet naar je angst luistert? Tja, één van de meest gebruikte technieken van daders is “typecasting” – jou op een bepaalde manier beschrijven waar jij tegenin wilt gaan. “Jij durft vast niet zomaar met een vreemde man mee naar een feest.” Of: “Ja, nu ben ik hier natuurlijk een beetje de creepy oude man.” Allebei opmerkingen waar we graag tegenin gaan, want we willen onszelf niet laten bepalen door een ander. Dan ben je misschien ongehoorzaam, maar wel op een manier die de ander toevallig heeeeel goed uitkomt. En als je dan het dwangmatige idee hebt dat je iets moet doen omdat je er bang voor bent…

Deze angst noem ik, voor het onderscheid in deze blogpost, even vrees.

Angst #2 – Ik voel me hier niet prettig

Ik zat laatst in een café in een luie stoel koffie te drinken. Er stonden daar twee van die stoelen met daartussen een tafeltje, maar ik was alleen. Op een gegeven moment kwam er een jongeman aanlopen, die mij vroeg: “Is hier nog een plek vrij?”

Ik voelde me niet op m’n gemak. Mijn systeem werd waakzaam, ik was de hele tijd met mijn gedachten daar, in plaats van bij mijn boek. Ik had het idee dat ik iets moest doen, maar wat? Contact maken misschien? We zaten tenslotte in hetzelfde schuitje, zo aan een tafel voor twee zonder dat we bij elkaar hoorden.

Na een tijdje stond die jongeman een beetje bruusk op, en stormde het café uit.

Toen ging er een andere man zitten. En daarbij voelde ik helemaal niets.

Aha.

Mijn systeem had dus geprobeerd me iets te vertellen. Ik ging terugkijken naar de situatie. Wat was er eigenlijk feitelijk gebeurd?

  1. Ik had mijn stoel recht gezet, maar de stoel van de jongeman stond nog steeds schuin naar mij gericht;
  2. Hij had zijn glaasje water vlak naast dat van mij gezet;
  3. Hij sprak met een lichtelijk geaffecteerde stem;
  4. Elke keer als hij zijn kopje van het tafeltje pakte, keek hij naar mij.

Deze jongen wilde iets van mij.

In “The Gift of Fear” beschrijft Gavin De Becker prachtig hoe het onbewuste gedeelte van onze hersenen ook constant aanstaat, en dat conclusies die daar worden getrokken, vaak lichamelijk aan ons worden afgeleverd.

Dus in plaats van een gedachte zoals “Hier klopt iets niet” komt er een ongemakkelijk gevoel in je buik. We weten dat het zenuwstelsel in onze buik net zo groot is als het ruggemerg en de rest van de zenuwen in ons lichaam bij elkaar. Wat daar gebeurt is niet alleen maar dom eten verteren.

Ik denk dat deze angst je belangrijkste belangenbehartiger is. En dat hij altijd gelijk heeft. Er is altijd iets dat het alarm heeft doen afgaan. Dat kan uiteindelijk niet gevaarlijk blijken te zijn. Maar íets heeft het alarm doen afgaan.

Wat bedoel ik daarmee? Nou, de reden dat er een “gevaarlijke” situatie is, dát vertelt je gevoel je weer niet. Ik weet echt niet 100% wat die jongen van mij wilde. Of hoe hij dat zou doen. Laat staan waarom. En of hij écht gevaarlijk was? Geen idee. Dit zijn allemaal interpretaties. Maar de 4 feiten die ik boven noem, zijn wél echt gebeurd.

Had ik iets moeten doen in deze situatie? Was ik werkelijk in gevaar?

Het mooie aan zelfverdediging leren, is dat hoe beter je je veiligheid op orde hebt, hoe langer je de situatie kunt “uitluisteren.” Je hebt immers nog een boel achter de hand voor als je moet escaleren. Daar wordt je ook weer rustiger van, en dat heeft ook weer een effect op of je wordt uitgezocht of niet.

Als hij me had gevraagd mee te gaan met hem, had ik dat gedaan? Haha, nee, natuurlijk niet. Als hij me had vastgegrepen, had ik dan een probleem? Nee, dan had hij een paar klappen gekregen en dan was hij wel afgedropen.

Heb je moeite met “nee” zeggen? Wil je een ander geen pijn doen? Vind je dat je niet onbeleefd mag zijn? Denk je dat je toch niet sterk genoeg bent? Dan was deze situatie wel een probleem geweest.

Ik was een keer bij een les waarbij voor een oefening de leerlingen door de leraren in een hoek werden gedreven. Een aantal vrouwen had erg moeite met deze oefening, maar ze bleven in de hoek staan, wanhopig tegen zichzelf pratend om zichzelf te kalmeren.

Dit bedoel ik als ik het heb over het gevaar van niet naar je angst luisteren. Ten eerste wordt je angst alleen maar groter als je er niet naar luistert (één van de vrouwen barstte na de oefening in huilen uit). Maar ten tweede – je gaat niet handelen. Je blijft daar maar.

Uiteindelijk heeft deze angst te maken met waarnemen. Met situational awareness. En dus met zen. Deze angst is niet alleen een belangenbehartiger; hij maakt je leven mooier.

Nog een reden om goed naar deze angst te luisteren, is dat de echt enge daders vaak heel goed zijn in wat ze doen. Op Amerikaanse universiteiten plegen daders gemiddeld(!) 5,8 verkrachtingen per persoon. Als je dat voor elkaar krijgt, heb je dus een manier gevonden om ermee weg te komen. Zoals ik al eerder schreef: er zijn geen onaardige bad guys. Als je dus denkt dat je aan de dader een signaal gaat zien, heb je het mis. De signalen die je gaan helpen, komen vanuit jou, niet vanuit hem.

Ik zou je aanraden zeker naar deze angst te luisteren. Het Korps Mariniers van de Verenigde Staten heeft een methode ontwikkeld* om mensen te kunnen lezen – ook in andere culturen. De methode is aardig om te leren, maar het mooiste is wat erbij zit. Dat is namelijk het principe van “Bias for action” – voorkeur voor handelen.

Als een marinier hooguit 3 signalen ziet moet ze handelen. En zoiets zou jij ook best voor jezelf kunnen definiëren. De US Marines hebben daar een protocol voor, van 3 mogelijke handelingen, die ze één voor één afgaan, maar ze moeten er altijd één van kiezen en doen.

Het mooie hiervan is, dat als je die acties al van tevoren (thuis op de bank) hebt bedacht, ze echt vanuit jou komen, en je minder gevaar loopt dat je toevallig precies doet wat die ander wil.

Deze angst noem ik even gealarmeerdheid.

Angst #3: – Ik schrik me kapot!

Ik loop over straat en plotseling gaat er een enorm stuk niet-echt-legaal vuurwerk af. Ik verstijf – waarschijnlijk een tiende van een seconde, maar het lijkt wel een minuut te duren. Dan krijg ik de controle over mijn lichaam weer terug. Ik kijk om me heen en loop verder.

3 soorten angstIn dit geval is er écht iets gebeurd. Eigenlijk zijn deze drie angsten dus verschillend al naar gelang van wanneer ze plaatsvinden.

De grafiek hiernaast is gebaseerd op het idee van de US Marines, dat er een periode voor een gebeurtenis is, de gebeurtenis zelf, en een periode daarna. Daarin heb ik geprobeerd te tekenen waar de verschillende angsten zitten. Angst #1 ging over iets wat zou kunnen gebeuren. Angst #2 ging over wat hoogstwaarschijnlijk gaat gebeuren. Angst #3 gaat over iets dat zojuist is gebeurd.

Als eerste krijg je dan altijd de freeze. Je neemt een grote hap lucht en houd je adem in, zodat je even bewegingsloos kunt zijn, en de tijger je adem niet voelt en ruikt. Je maakt jezelf vaak even weg, zodat het net lijkt of je er niet bent, en de tijger je niet ziet. Je armen en benen worden koud want het bloed trekt naar je core, zodat als de tijger je een arm afbijt, je niet doodbloedt.

Dit gaat allemaal instinctief en onbewust: hier heb je geen controle over. Dit gebeurt je gewoon. De perfecte verdediging tegen een tijger, want met vechten of vluchten maak je echt minder kans. Dus wéér heeft je angst het bij het goede eind, en weer werkt het alleen maar in jouw belang. “Fight or flight” is leuk voor dieren, maar voor mensen is het echt onzin. Dus de freeze gebeurt iedereen: politie-agenten, ambulancepersoneel, soldaten. Iedereen.

Hoe kom je hier uit? Nou, ten eerste: door het niet te ontkennen (“Dit gebeurt niet dit gebeurt niet dit gebeurt niet” is niet echt een behulpzame gedachte). Oké, ik ben dus bevroren. Net zoals bij de andere twee angsten, luister je dus eerst weer naar wat je vriend je te zeggen heeft: “We zitten in de shit!”

Klopt, we zitten in de shit. Maar vervolgens hoef je niet naar het advies van je angst te luisteren. Het advies van je angst is hier namelijk: we blijven bevroren, want vechten en vluchten helpt niks tegen een tijger.

Allebei waar, maar de meeste ellende waar wij tegenwoordig in terechtkomen heeft weinig met tijgers te maken. Dus vervolgens ga je wél handelen. Ook hiervoor geldt weer: een goede voorbereiding is essentieel.

En niet alleen essentieel: ook positief. Want de gewoontes die jou “freeze-bestendig” maken, vergroten ook weer je initiatief in je leven, en ik durf te beweren dat je dat ook gelukkiger zal maken.

Ik noem deze angst dan maar even schrik.

Handelen, handelen, handelen

Dit zijn drie voorbeelden van verschillende soorten angst. Misschien zijn er wel meer. Ik ben geen psycholoog, dus misschien is wat ik als één soort beschrijf, eigenlijk wel twee, of zijn er twee eigenlijk één. Dit is wat ik onderscheid.

In de praktijk zie ik veel dat mensen vooral bij vrees en gealarmeerdheid de angst wel voelen, maar vervolgens tegen zichzelf zeggen “maar het zal wel niks zijn.” Vaak ligt hier een overtuiging aan ten grondslag: “de angst mag niet omdat ik geen negatieve gedachten over een ander mag hebben”. Terwijl ik keer op keer weer zie dat mensen exact hebben aangevoeld wat de situatie was, en dat er iets niet klopte. Dus dan leer je jezelf de juiste signalen (zoals deze, bijvoorbeeld) te negeren. Je bent je eigen alarmsysteem kapot aan het maken.

Bij alle drie de angsten hierboven gaat het er denk ik om dat je eerst luistert. Naar het signaal, welteverstaan, niet naar het advies. Dat je accepteert dat je bang bent. Als je het niet accepteert, kun je er ook niets aan gaan doen. Sterker nog: ik denk dat hoe erger je het oppot, hoe meer je van jezelf niet bang mag zijn, hoe erger je ontkent dat je bang bent, hoe groter de angst wordt. En hoe groter de problemen.

Maar daarna geldt voor alle drie: ga handelen. En je kunt daar maar beter een plan voor hebben, om te zorgen dat je de dader niet in de kaarten speelt. In de les geef ik hier opdrachten en huiswerk voor, en die zijn beiden essentieel. Ook dát is weer een voorbeeld van angst niet ontkennen. Niet je ogen sluiten voor het gevaar dat bestaat, maar het gevaar recht aankijken.

—————————————————————————————
* Left of Bang. Steven Pressfield & Jason A. Riley. Black Irish Entertainment Llc, 2014.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *