Posttraumatische groei

What doesn't kill you, makes you ...Instagram staat bol van de quotes die suggereren dat alle ellende die je meemaakt, je sterker maakt: “What does not kill you, makes you stronger” en allerlei varianten daarvan. Dit is vaak hoe mensen die zeer heftige gebeurtenissen hebben meegemaakt, het beschrijven: dat ze na die gebeurtenis een meer betekenisvol leven zijn gaan leiden, meer empathie en altruïsme hebben ontwikkeld, et cetera.

Maar het is belangrijk om daar even bij stil te staan. Het onderliggende idee kan namelijk best schadelijk zijn: straks gaan we trauma nog zien als iets wenselijks. Wat klopt er hier niet?

Het directe gevolg van seksueel geweld, misbruik en mishandeling

Op het moment dat we slachtoffer worden van (seksueel) geweld, haalt onze geest een trucje met ons uit. Een van de belangrijkste doelen van onze geest is namelijk het gevoel te hebben dat je controle hebt over je leven. En dat is nou juist wat er niet is op het moment dat je slachtoffer bent van seksueel geweld of geweld in een afhankelijkheidsrelatie. Je wil het niet, en hij doet het toch. Dat is zo ongeveer de definitie van “geen controle hebben”.

Daar wil onze geest niks van weten. Dus verzint het een verhaaltje: het verhaaltje dat jij de schuld zou hebben. Want als je schuld had, was je ook verantwoordelijk, en als je verantwoordelijk was, had je controle. Dat is totale onzin natuurlijk: de enige die schuld heeft aan jouw verkrachting, is de verkrachter. De enige die schuld heeft aan jouw misbruik of mishandeling is de dader.

Maar dat interesseert de geest niet. Dit trucje werkt op de “overlevingslaag”, en daarom is dit schuldgevoel heel hardnekkig. Je kunt een slachtoffer uitleggen dat het niet haar schuld is; ze kan dit begrijpen, opgelucht zijn, emotioneel worden – en een half uur later kun je weer opnieuw beginnen. De geest wil geloven dat het altijd controle heeft, en dus moet dat schuldgevoel in stand worden gehouden.

Op een voedingsbodem van schuldgevoel, groeit alleen maar ellende

Dit is het begin van veel ellende. Als jij namelijk echt schuldig bent aan je eigen verkrachting, of aan dat je ouder je sloeg toen je kind was, dan ben je wel heel slecht. En dat is wat deze mensen dus vaak geloven: dat ze een slecht, vies mens zijn. En als je een slecht, vies mens bent, dan verdien je het natuurlijk ook niet om zelf te kiezen wat je wel en niet wil. Om te zeggen dat deze mensen vaak sub-assertief zijn, is een understatement. Ze mogen van zichzelf niets goeds voor zichzelf wensen.

En daardoor kunnen anderen heel makkelijk over hun grenzen gaan. Want wie zijn zij om hun grenzen aan te geven? Ze zijn immer vies en slecht. Logisch dus dat indicatie nummer #1 dat je slachtoffer van seksueel geweld gaat worden, is, dat je al eens slachtoffer bent geweest.

Zo is het dus ook logisch dat er veel foute mensen hun leven in komen. Want wie vies en slecht is, heeft immers geen recht om aan de poort te selecteren wie er wel en niet binnenkomen. En dat heeft weer gevolgen voor je hele gemeenschap. Want als goede, gezonde mensen zien wat er voor foute figuren om jou heen hangen, blijven ze zelf weg. Logisch, want iedereen mag kiezen voor zijn of haar eigen veiligheid. Hoe meer slechte mensen je toelaat in je leven, hoe meer de goede mensen je zullen mijden.

Daarnaast heeft het ook gevolgen in je werk. Als je namelijk geen “nee” mag zeggen van jezelf omdat je jezelf slecht en vies vindt, ga je allemaal afspraken maken die je toch niet na kunt komen. Grote kans dat de mensen om je heen dat zeer vervelend vinden. Je houdt je immers niet aan je beloftes. Dus al gauw ontstaat het idee dat je onbetrouwbaar bent. Het is dus ook vaak zo dat mensen die slachtoffer zijn geweest van seksueel of ander geweld, financiële problemen hebben.

Als je niet om jezelf mag geven, is herstel haast onmogelijk

Het oneerlijke aan geweld is dat de dader iets verschrikkelijks heeft gedaan, maar dat als het slachtoffer er goed uit wil komen, zij daar zelf aan moet werken. De dader gaat jou niet weer heel maken. Dit is ook het ontzettend oneerlijke aan zelfverdediging. Hij heeft een misdaad begaan, maar jij gaat werk doen. Dat is erg lastig. En daar komt dus bij dat je geest dus vindt dat jij niks goeds voor jezelf mag doen. Niet voor jezelf zorgen, laat staan veranderingen aanbrengen in je leven om vrijer, veiliger en gelukkiger te worden.

Dus de acties die slachtoffers nemen, draaien vaak om de hete brij heen. Een bekend fenomeen is dat slachtoffers zichzelf opzettelijk lelijk maken, omdat ze zo hopen dat geen verkrachter ze meer wil. Slecht verzorgd haar, vaak met felle kleuren er half in; slecht verzorgde tanden; vale, slechtzittende kleding, slechte voeding, et cetera. Buiten dat dit averechts werkt – het maakt slachtoffers herkenbaarder voor daders en dus de kans op herhaald slachtofferschap groter – maakt het het negatieve zelfbeeld alleen nog maar erger. En ook hier weer – gezonde mensen blijven uit de buurt. Zij zullen denken: “Wie doet zichzelf dit aan? Daar zal vast iets mee zijn…”

Dit is slechts een greep uit de veelvoorkomende ellende waar slachtoffers mee te kampen krijgen door dat ene moment waarop de dader hen tegen hen zin in als voorwerp heeft gebruikt.

Zelfrapportage is niet betrouwbaar als je geest trucjes met je uithaalt

Nou is het wel zo dat zolang het henzelf niet betreft, slachtoffers vaak heel strijdbaar kunnen zijn. Ze hebben niet de gezonde, normale en natuurlijke boosheid als hun eigen grenzen worden overschreden, maar ze kunnen publiekelijk zeer stellig zijn, in hun activisme voor een goed doel of hun roep om gerechtigheid. Hoewel ze vaak geen enkele empathie voor zichzelf kunnen opbrengen, hebben ze empathie hoog in het vaandel staan en zijn ze zeer gespitst op andere mensen die onvoldoende empathie vertonen.

En, inderdaad, ook slachtoffers kunnen zeggen “Ik ben sterker geworden door mijn trauma”. Maar het is belangrijk om dat met een korrel zout te nemen – want zij zijn er immers van overtuigd dat ze zelf schuldig en slecht zijn. Dus dan kan het trauma alleen maar iets goeds zijn, iets wat zij, als slechte mensen, verdienen. Ze draaien de feiten soms zo ver om dat het lijkt alsof de dader een slachtoffer was en zijzelf de dader.

Terwijl – voor buitenstaanders is vaak direct duidelijk dat het slachtoffer niet sterker is geworden. De beschadigingen zijn zo zichtbaar dat je er niet omheen kan dat het trauma hen zeer veel zwakker gemaakt heeft. En als je hen op de man af vraagt, “Als iemand jouw lieve nichtje dit zou aandoen, in plaats van jou zelf?” zeggen ze: “Ik zou hem slopen!”

En daar zit eigenlijk al de hint dat het beeld van het “goede trauma” niet klopt. Als trauma jou sterker, beter, empathischer en zingevender zou maken, moeten we dan niet even iemand inhuren die hetzelfde bij je lieve nichtje of je dochtertje doet? Natuurlijk niet! Het voorstel is te idioot om er zelfs maar over na te denken. Het motto “What does not kill me, makes me stronger” gaat over zelfafwijzing, en niet over wat goed werkt om echt sterker te worden.

Afzien als ideaal van de westerse cultuur

Helaas zit dat idee van het “goede trauma” ook nogal in onze cultuur. Zeker de laatste jaren zijn er weer allerlei ideeën over hoe je jezelf kan laten afzien om sterker te worden. Met als voorbeelden planten die sterker worden als ze worden vertrapt, of theekopjes die met goudlijm worden verbouwd tot kunstwerken.

Maar dat is maar in heel specifieke gevallen waar. Je kunt daar niet zomaar een algemeenheid van maken. Als je je been breekt, wordt je been niet sterker. Grote kans dat die breuk een zwakke en/of pijnlijke plek zal blijven. Hetzelfde geldt voor gescheurde kniebanden en ander letsel. Tegen stenen muren slaan en schoppen om jezelf “te harden” is onzinnig en werkt absoluut averechts. Van roken worden je longen niet sterker. Van wonen in een klam en tochtend huis wordt je niet gezonder. En ga zo maar door.

Zelfs je spieren belasten om sterker te worden werkt niet tijdens het belasten zelf. In de sportschool met gewichten sjouwen maakt je niet sterker. Het is de goed getimede en ondersteunde rustperiode erna die je sterker maakt.

Bewijs voor het ideaal van afzien ontbreekt

Gelukkig is die kreet “What does not kill me, makes me stronger” ook daadwerkelijk onderzocht. In een meta-onderzoek (een onderzoek over onderzoeken heen), bleek dit idee dan ook totaal niet te kloppen. Wat mensen zelf rapporteren over hoe ze zich voelen, is immers zeer gekleurd door hoe onze geest naar zichzelf kijkt. Dat heet een “cognitieve bias”: een afwijking in het besturingssysteem van de hersenen, waardoor wat we denken te weten, niet klopt met de werkelijkheid.

Judith Mangelsdorf, Maike Luhmann, en Michael Eid bestudeerden 122 onderzoeken over groei na traumatische of juist positieve gebeurtenissen (Hier de publicatie als PDF). Zij vonden geen bewijs voor het idee dat negatieve ervaringen leiden tot groei. Ze vonden wel een groei in eigenwaarde, relaties en gevoel van competentie, maar vonden dat zowel bij negatieve als positieve gebeurtenissen. Ze vonden geen aanwijzingen dat negatieve gebeurtenissen meer effect hebben dan positieve.

Met andere woorden: nee, de nare gebeurtenis die je hebt meegemaakt, heeft jou niet beter gemaakt. Je was veel beter af geweest als je die ervaring niet had gehad, of in plaats daarvan juist een positieve ervaring. Alle eventuele groei die je misschien hebt ervaren is niet “te danken” aan het geweld dat jou is aangedaan of de dader die dat heeft gepleegd. Alle groei die er wel is geweest, is een verdienste van jou. Alles wat je hebt gedaan of bereikt na het geweld, heb jij gedaan. Ondanks de ellendige dingen die die persoon of personen jou hebben aangedaan.

Je krijgt niet wat je verdient

Een andere cognitieve bias (we hebben er helaas een heleboel) is het idee dat als iemand anders iets naars overkomt, ze dat wel verdiend zal hebben. Dit heet “victim blaming” en is een manier van onze geest om energie te besparen en ons goed te voelen over onszelf.

Helaas is er een trend die van deze denkfout een soort geloof maakt: het idee van de “wet van de aantrekkingskracht”. Aanhangers van deze trend geloven dat als je iets maar graag genoeg wil, je het ook daadwerkelijk zal krijgen. Dus als jij die mooie auto of dat leuke huis hebt gekregen, komt dat doordat je het heel graag wilde en er veel aan hebt gedacht. En dat betekent dus ook dat al die mensen die in honger en ellende leven, gewoon niet goed genoeg hun best hebben gedaan om een beter leven te willen. Kinderen die sterven aan ziektes en parasieten, kinderen die geslagen of misbruikt worden, hebben al die ellende dus eigenlijk aan zichzelf te danken – dat is de consequentie van dit geloof.

En daar is de cirkel dus weer rond. Dit geloof werkt namelijk precies op het schuldgevoel van slachtoffers. “Ik zal het ergens wel gewild hebben, anders was het niet gebeurd”. We weten dat victim blaming schadelijk is. Niet dat het vervelend of onaardig of onprettig is – nee, dat het beschadigend is. Dat slachtoffers er langzamer en minder goed door herstellen. En we weten dat de geest van slachtoffers maar al te graag elk argument aangrijpt om zichzelf voor schuldige te verklaren.

Bedenk goed welke trend je aanhangt

Op dit moment loopt er een campagne van Rutgers en Atria tegen victim blaming. En dat is hard nodig. want victim blaming zit in ons allemaal, en victim blamerige gedachten zullen nooit weggaan.

Maar naast dat we ons moeten uitspreken als iemand het slachtoffer de schuld geeft, is het belangrijk dat we ons uitspreken tegen trends die hetzelfde doen. Zowel de trend van de “wet” van de aantrekkingskracht als de trend van het afzien als ideaal, doen dit. De uitspraak “Wat mij niet ombrengt, maakt mij sterker” komt van Friedrich Nietzsche, de door de nazi’s zo geliefde filosoof. De focus op afzien als manier om sterker te worden, werd door Adolf Hitler met beide handen aangegrepen om jongeren tot “pure” Duitse supermensen om te vormen.

Laten we goed nadenken welke trend we aanhangen. Zodat we niet weer dezelfde fouten maken als in het verleden. De groei die ik zie bij mijn leerlingen, komt in een stroomversnelling door positieve ervaringen. En ik ben dankbaar als ik daar bij mag zijn. Want ze doen het immers helemaal zelf.

2 gedachten over “Posttraumatische groei

  1. Carola

    Dank je wel voor het schrijven hiervan. Ik haat het als mensen de nare dingen die ik heb meegemaakt proberen om te zetten in lessen of iets positiefs. Het is niet positief. Het is hard werken, vreselijk hard werken, waar ik soms bang ben aan ten onder te gaan. Dus hou het voor je, dat “je krijgt niet meer op je bordje dan je aankan” en al die positieve shit. Nogmaals bedankt voor het publiceren van dit artikel. Jammer dat ik niet in de buurt van Utrecht woon.

    Reageren

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *