Kerstspecial – bullshit bingo!

De meeste mensen zitten thuis en er wordt vast aardig wat gebinged bij de kerstboom. In veel van onze favoriete series en films wordt flink geknokt. Tijd dus voor een spelletje zelfverdedigings-bullshit bingo! Actiefilms, fantasyseries, kostuumdrama’s… vaak zitten ze vol met “tropes”: elementen die in veel films en series terugkomen en waarvan iedereen aanneemt dat het nou eenmaal gewoon zo is.

Maar, net zoals met jargon op kantoor, weten we eigenlijk wel wat er gezegd wordt? Of s het eigenlijk gewoon… bullshit. Dus hieronder een bullshit bingokaart als stip op de horizon die jou in je kracht gaat zetten om de juiste synergie te creëren… alleen dan dus niet voor kantoortaal, maar voor actie in series en films. Dus pak de kerstkransjes, je kruik, je deken en de kat erbij, zet je favoriete knokfilm of -serie op, en speel mee!

De grote kerst zelfverdedigings bullshit bingo

laat de bullshit beginnen!

Onzinharnas

In menige fantasy of kostuumdrama komt een veldslag voor, en vaak zien we de hoofdpersonen wild om zich heen slaan. Je hoort een hoop special effect-geluiden, en de hoofdpersoon slaat dwars door het harnas van de tegenstanders heen.

Ehm, nee. Als je met een zwaard dwars door een harnas heen zou slaan, zou niemand een harnas dragen. Harnassen zijn zwaar, dus niemand gaat daar voor z’n lol in rondlopen, en ze zijn ook duur. Als je toch niet beschermd wordt door 25 kilo staal, dan ga je wel gewoon in je hemd rondlopen; dan wordt je veel minder snel moe en kun je sneller bewegen.

De werkelijkheid is dat zelfs kleding van katoen, wol of leer vrij goed beschermt tegen houwen met een zwaard (steken is een ander verhaal), zeker als je het in lagen draagt en er veel plooien in zitten. En duellisten hadden nogal eens de neiging om een heel realistisch als mensenhuid beschilderd borstkuras onder hun openhangende shirt te dragen, zodat ze zogenaamd “naakt” het gevecht in gingen, tot hun tegenstander erachter kwam dat zijn zwaard niet werkte.

De slechterik met eeuwig moreel

De held slaat de slechterik neer, maar hij staat weer op! Nogmaals tegen de grond dan. Oh nee, hij staat weer op! Hoe zwaar gewond hij ook is, hij blijft maar komen! Ik merk dat deze mythe diep geworteld zit in de geest van leerlingen en leraren. Mensen hebben vaak het idee dat ze tegen de Terminator moeten vechten, en dat het een uitputtingsstrijd is tot de laatste druppel bloed.

Daarbij vergeten ze nogal wat een crimineel is. Dat is namelijk iemand die niet gepakt wil worden – want waar hij of zij mee bezig is, mag niet. Een aanrander wil geen grote krassen over zijn gezicht, want dat is nogal herkenbaar en bovendien heb jij dan misschien wel DNA van hem onder je nagels. Daarnaast – vechten is werk. Meer werk dan waar een crimineel zin in heeft.

Criminelen – waaronder aanranders, zijn heel goed in de kosten/baten-analyse. Als jij te moeilijk bent, zoeken ze wel iemand anders. Het risico om gepakt te worden of zelf het onderspit te delven is veel te groot.

Het allerbeste zwaard

Ik heb zelf meer dan 17 jaar les gehad in het hanteren van het Japanse zwaard, en daar heb ik heel veel van geleerd. Toch vind ik het altijd nogal cringe als mensen beweren dat samuraizwaarden de beste zwaarden ooit waren. Dat waren ze niet. Elk volk dat lang genoeg met ijzer aanklooit, komt op de meest effectieve methode om een zwaard in elkaar te zetten. En dat is eigenlijk overal ter wereld hetzelfde – want ijzer, mensen en natuurwetten zijn overal hetzelfde.

Een zwaard is dus eigenlijk altijd rond de kilo zwaar, met de balans ergens in het blad, getemperd zodat de rand scherp kan worden gemaakt, en rond de 70 centimeter lang. Een Chinese jian, een vikingzwaard, een katana – ze hebben allemaal hetzelfde doel en werken allemaal min of meer hetzelfde.

Vechtstokjes

In veel martial arts- en superheldenfilms worden vechtstokken gebruikt waar de held dan zeer bekwaam mee kan zwaaien. Dat ziet er lekker spectaculair uit, maar vechtstokken zijn eigenlijk niet een ding. Lange stokken in martial arts zijn eigenlijk altijd bedoeld als oefenwapens om een speer of hellebaard mee na te bootsen. En die scherpe metalen punt is nou juist het hele eh… punt. Middellange stokken hadden vroeger vaak een zware knop om bijvoorbeeld een sleutelbeen of hersenpan mee te verbrijzelen. Of ze hadden metalen spikes om door de schedel heen te slaan. En kortere stokken zijn eigenlijk altijd oefenwapens voor messen of zwaarden.

Dat stokken eigenlijk niet zo handig zijn als wapen, hebben we afgelopen jaar vaak genoeg kunnen zien bij allerlei rellen. Zelfs oude dametjes die met de “lange lat” (wapenstok van de politie) een flinke mep kregen, dropen niet af. Het idee van een “wapenstok” is dus eigenlijk een misverstand. Ongetwijfeld krijgen die oude dametjes en andere relschoppers als ze eenmaal thuis zijn een flinke blauwe plek, maar stokken stoppen geen geweldplegers.

Slachtoffers willen wraak!

Was het maar zo. Wraak is een natuurlijke reactie als jou iets naars is aangedaan. De meeste slachtoffers zijn echter beschadigd – dat is wat geweld met mensen doet – en onderdeel van die beschadiging is dat mensen hun boosheid kwijt zijn. De meeste slachtoffers voelen zich zelf schuldig of schamen zich, en zijn dus helemaal niet op zoek naar wraak.

Sterker nog, als een slachtoffer weer oprecht boos kan zijn op de daadwerkelijke dader, is dat een goed teken dat hij of zij aan het helen is!

Pas op, landmijnen!

Meestal als iemand in een film of serie op een landmijn trapt, hoor je “klik” en dan wordt het tijd voor de held om iets slims te verzinnen om op de landmijn te leggen zodat ‘ie niet afgaat. Slim bedacht, maar landmijnen gaan juist af als je er op stapt, niet als je er weer af stapt. Als je er op stapt, is immers je hele lichaam boven de mijn en dat levert de meeste schade op.

Duizenden doden!

Een beetje kostuum- of fantasyfilm heeft een tragische scene waarin de held gewond over een strijdveld strompelt, tussen de lijken van duizenden soldaten die in de veldslag zijn gestorven. In de werkelijkheid blijken de lichamen van zulke veldslagen nogal lastig te vinden. Dat kan natuurlijk zijn omdat een lijken nogal lastig te vinden is op een paar vierkante kilometer. Maar er zou ook een andere reden kunnen zijn.

Als we kijken naar “natuurlijke” oorlogvoering, bij bijvoorbeeld hedendaagse jager/verzamelaarvolkeren of bij straatbendes, dan ziet oorlog er meestal als volgt uit: twee rijen soldaten tegenover elkaar die elkaar uitschelden en uitdagen. Er wordt met projectielen gegooid, soms rent een dappere “held” naar voren en dan weer snel terug. Als het tumult een piek bereikt, gaan twee soldaten elkaar te lijf en valt er een dode of zwaargewonde. De verliezende partij vertrekt om voor de gevallene te zorgen, en de winnaars gaan naar huis om feest te vieren.

Mensen hebben heel hoge drempels om anderen dood te maken. In de Tweede Wereldoorlog gebruikte 80% van de geallieerde soldaten die direct werden geconfronteerd met de vijand, hun wapen niet eens. Het zou dus zomaar zo kunnen zijn dat een veldslag er heel anders uit zag dan wij tegenwoordig denken.

Op het moment dat een van de partijen zich overgeeft, wegrent of zichzelf duidelijk als zwakker inschat, kunnen wel grote slachtpartijen plaatsvinden. het vreemde aan geweld van mensen tegen andere mensen, is dat dat geweld erger wordt als je je niet verdedigt. Maar die slachtpartijen vonden vaak buiten het oorspronkelijke slagveld plaats, en de lijken van de slachtoffers liggen misschien ergens anders, of zijn verbrand.

Kogels werken direct!

In de film vallen mensen die neergeschoten zijn, direct neer. Meestal liggen ze gelijk roerloos – dood. In de echte wereld zit dat iets vreemder in elkaar. Politiemensen vallen vaak gelijk neer en proberen zichzelf te verzorgen. Maar criminelen rennen vaak weg. Een verklaring die hiervoor is geopperd is dat politiemensen leren zich aan de regels te houden, en de regels (alle films die je hebt gezien) zeggen dat je op de grond valt als je wordt neergeschoten. Terwijl criminelen per definitie valsspelers zijn, en de regels breken om maar niet gepakt te worden.

Whatever – als je neergeschoten wordt, ga dan niet op de grond liggen en een goeie openingszin voor de man met de zeis verzinnen. Maak dat je zo snel mogelijk bij een ziekenhuis komt. Als je binnen een uur medische hulp weet te bereiken, is de kans op overlijden maar ongeveer 10%. Als je op de grond gaat liggen en je ogen dichtdoet is die natuurlijk 100%.

De blok met de broedende blik

Deze gaat over blokken in hand-tot-hand gevechten. Op het cruciale moment haalt de slechterik uit naar de held – en de held blokt de slag. Zijn hand is een vuist, zijn spierballen rollen… We zoomen in op de broedende blik van de held; de slechterik kijkt verbaasd; en – bam – de held slaat terug!

Blokken is niet een ding. Onze hersenen hebben tijd nodig om te zien wat eraan komt en daarop te reageren. We kennen natuurlijk de “1 seconde regel” uit het verkeer: het duurt gemiddeld een hele seconde voor een fitte, waakzame automobilist de rem intrapt, vanaf het moment dat ze heeft gezien dat er iets mis is. Tijdens echt geweld heb je simpelweg niet genoeg tijd om een klap aan te zien komen en daar ook nog een blok tegen neer te zetten.

In afgesproken gevechten (“consensual violence”), zoals boksen en MMA, zijn blokken wel mogelijk, omdat je daar weet wat gaat komen, de afstand meestal groter is, en je al bent ingetraind. Bij een verrassingsaanval (wat echt geweld per definitie is) gaat dit hem niet worden.

Alles is kogelvrij!

Zodra er geschoten wordt, zoekt de hoofdpersoon dekking, achter – van alles en nog wat. Een eettafel wordt omgegooid, een koelkastdeur opengehouden, en natuurlijk het bekende autoportier. Alleen: geen van deze dingen zijn kogelvrij. Een automotor, ja, die kan wel wat tegenhouden. Je Ikea-tafel niet.

Op YouTube zijn er een paar kanalen als Demolition Ranch en Paul Harrel die met allerlei wapens op allerlei dingen schieten en een beetje een idee geven van wat wel en niet een kogel kan tegenhouden.

Explosies!

Eh tja wat zal ik zeggen. Er explodeert in films en series van alles dat in het echt niet zou exploderen, maar tegelijkertijd doen explosies veel minder schade dan in het echt. Mensen worden van hun voeten geblazen maar hebben kennelijk geen interne schade van de enorme luchtdruk waarmee dat gepaard gaat. En scherven – wat ongeveer het werkzame ingrediënt van explosies is, zijn er al helemaal amper. Bij een echte explosie vliegt er van alles door de lucht, en al die dingen vliegen zo hard dat ze je zwaar kunnen verwonden. Die vuurbal die je in films ziet, komt in het echt niet voor, maar de schade is des te harder.

Schouderwond!

Als de held een dramatische verwonding moet krijgen waar hij of zij toch nog mee door kan vechten (en waarbij bovendien tegelijk het verbeten gezicht in beeld blijft) wordt meestal gekozen voor de schouderwond. Meestal zie je dan een rond gat met een beetje bloed; er gaat een verband omheen – en de held kan weer aan de slag.

In het echt is een schouderwond veel serieuzer. De schouder is in de Chinese zwaardvechtkunst zelfs een voorkeursdoelwit. Er loopt namelijk een grote slagader doorheen. Bovendien is het schoudergewicht nogal ingewikkeld en niet heel stabiel (daarom kun je er zoveel bewegingen mee maken), dus als daar een zwaard of een kogel ingaat, loop je de kans om (heel snel) dood te bloeden of een hele hoop reparaties aan het gewricht te moeten krijgen.

Maar ook hier geldt natuurlijk: niet op de grond gaan liggen – snel medische hulp halen! Dan zijn je kansen echt wel goed.

Mooi vechten

Laat ik eerlijk zijn: ik heb maar één echt realistische vechtscène gezien, en dat is die in “Bridget Jones’ Diary” (zoek maar op). Over het algemeen zijn vechtscènes per definitie onrealistisch. De bewegingen van beide partijen zijn namelijk bedacht door één persoon: de choreograaf. Daardoor zijn de bewegingen precies op elkaar afgestemd en dat ziet er spannend uit. Tegenwoordig zijn er veel goede choreografen die gevechten schrijven die bijdragen aan het verhaal en aan de karakters, maar het blijft wat het is: een dans. Een echt gevecht is dat niet. Een echt gevecht is lelijk.

De goede gangster

Het is zo’n mooi romantisch beeld, de “goede” gangster, die naast zijn werk als afperser, geweldpleger, dief en martelwerker nog vrijwilligerswerk doet om een of ander kind of vrouw in nood te helpen – en dan leert dat hij ook een goed mens kan zijn, maar dan – oh tragedie! – toch weer voor zijn gangsterbaas moet werken.

Prachtig voor in de film, maar er wordt dan even totaal voorbijgegaan aan het feit dat die gangster een hele ontwikkeling heeft doorgemaakt waardoor hij steeds dieper in de criminaliteit is terecht gekomen. Daar is zoveel mentale verharding voor nodig, dat schud je niet even van je af om een gevoelige vrouwenhelper te worden. En hij kiest al jaren voor dit pad. Denk je dat hij nog genade en liefde zal kennen voor een nieuw slachtoffer, als hij al die jaren gewend is de menselijkheid van slachtoffers te ontkennen, en ze genadeloos te mishandelen?

De slechterik kan alles

Vooral in horrorfilms zijn slechteriken niet alleen slecht, ze zijn ook nog eens sterk, snel, onvermoeibaar en ze blijken naast hun expertise ook nog allerlei random skills te hebben waarmee ze elk probleem de baas kunnen. Vanuit de echte criminaliteit weten we dat criminelen vooral geloven dat ze overal goed in zijn. Maar oefenen om al deze vaardigheden op te doen… dat klinkt teveel als werk. En daar word je geen crimineel voor; dan kan je net zo goed een echte baan nemen. Hoef je ook niet de hele tijd over je schouder te kijken.

Dit geldt trouwens ook voor de helden in films – als je al hun training omrekent in uren dan denk je – “Hebben die mensen nooit op school moeten zitten? Hebben ze geen werk?”

Ingeblikt lukt niks

In veel films worden ridders met harnassen voorgesteld als logge, moeilijk bewegende blikjes mens. In het het echt woog een harnas tot meer dan 25 kilo, maar al dat gewicht was goed verdeeld over het hele lichaam. In een harnas kun je rennen, springen, radslagen doen, valbreken en meer – zoals dit filmpje laat zien: Can you move in armour?

Speel mee!

Heb je ze allemaal al eens langs zien komen? Heb je een serie of film gezien waar ze allemaal in zitten? Of juist eentje die alle bullshit vermijdt? Misschien ken je wel een serie of film waarin juist deze dingen op de hak worden genomen? Speel mee en laat het weten in de comments!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *