Geweld gebeurt op plaatsen

Aanhouding tijdens de rellen in Pijnacker

Aanhouding tijdens de rellen in Pijnacker (bron: AD)

Geweld gebeurt op voorspelbare plaatsen, om voorspelbare redenen, op voorspelbare manieren. Dat vergeten we vaak als we in een cleane sportzaal trainen.

Geweld ontstaat vaak in sociale situaties, en daarom is het belangrijk dat we dat sociale aspect goed begrijpen. Want in het echt is je tegenstander meestal niet herkenbaar als tegenstander. Degene die met fysiek geweld begint, kan best een vriend of bekende van jou zijn. En allerlei sociale processen kunnen ervoor zorgen dat je jezelf niet in veiligheid brengt.

Geweld gebeurt op voorspelbare plaatsen

Het standaard rijtje van plaatsen waar geweld ontstaat ziet er als volgt uit:

  1. Waar jonge mannen samenkomen in groepen
  2. Waar mensen hun geest laten veranderen: alcohol, drugs, muziek, religie
  3. Waar grenzen ter discussie staan
  4. Bonuslocatie: waar je de regels niet kent

Mensen plegen nooit zomaar geweld. Geweld heeft altijd redenen, en die redenen zijn voorspelbaar. Voor elke geweldpleging moet de pleger namelijk een drempel over. Ieder mens heeft een aantal ingebouwde mechanismen die ervoor zorgen dat we ons er echt toe moeten zetten om geweld te plegen.

Op plaatsen waar die mechanismen buiten werking kunnen worden gesteld, vindt geweld dus makkelijker plaats. Jonge mannen, bijvoorbeeld, gaan ook niet zomaar met elkaar op de vuist, maar ze kunnen die drempel over als ze het idee hebben dat ze in hun eer aangetast worden. Dan ontstaat de dominantiestrijd die we de “Monkey Dance” of “Escalato” noemen: een aangeboren, voorspelbare vorm van geweld.

Ook als mensen hun geest laten veranderen, kan dat die ingebouwde mechanismen onklaar maken. Dat kan doordat stoffen in alcohol en drugs iets doen met hoe je hersenen werken. Maar het kan ook doordat geestelijk leiders toestemming geven om die drempel over te gaan, of muziek je daarvoor in de stemming brengt.

Waar grenzen ter discussie staan, hoeft ook niet altijd geweld uit te breken, tenzij een of meer van de partijen vindt dat een compromis niet toelaatbaar is. Zelfs dan kan er nog een “koude oorlog” plaatsvinden, als beide partijen niet van standpunt willen veranderen, maar ook niet willen overgaan tot geweld.

Op plekken waar je de regels niet kent, hoef je ook niet altijd in geweld terecht te komen, als je bereid bent de regels te leren en op te volgen. Wat natuurlijk niet altijd kan en wat je misschien, wegens je eigen overtuigingen of voor je eigen welzijn niet wil.

Een vijfde locatie

Maar eigenlijk is er nog een belangrijk soort plek waar geweld plaatsvindt. De regels hierboven gaan over plaatsen waar de drempel van tevoren wordt verlaagd. Maar een ander soort plek is waar je van tevoren weet dat je achteraf een geldig excuus hebt voor het geweld dat je gaat plegen.

In zijn boek Violence gebruikt Randall Collins de term “moral holiday” (p99). Een “vakantie van je geweten”. Dat kan natuurlijk niet echt, maar er zijn plaatsen die ons het idee geven dat het wél kan. Alcohol is daar natuurlijk onderdeel van. Maar ook feesten of tradities kunnen dat excuus verschaffen.

In Nederland is carnaval daar een goed voorbeeld van. Cultuurwetenschapper Mikhail Bakhtin maakte een beschrijving van de achterliggende gedachte van carnaval. Carnaval accepteert onacceptabel gedrag. Carnaval, met behulp van maskers, brengt mensen van verschillende standen met elkaar in contact, zodat in theorie de laagste handwerker met de hoogste regeringsfunctionaris kan drinken, zingen, vechten, of wat dan ook. Carnaval trekt alles door het slijk: alles mag bespot worden, ook dat wat als heilig wordt gezien.

En wat je ziet is dat mensen die traditie met hand en tand verdedigen. Vorig jaar was er scherpe kritiek op antisemitische kostuums in Aalst, dus dit jaar werden die kostuums gewoon weer gedragen, juist uit overtuiging dat kritiek hierop niet mag tijdens carnaval. Een jonge vrouw in Tilburg die kritiek leverde op racistische carnavalsliedjes, werd in elkaar geslagen en met een mes gesneden.

Ook het anonime aspect is van groot belang: niet alleen kun je met een masker zelf dingen doen zonder herkend te worden; je kunt ook doen alsof je niet wist wie die ander was. Je kunt dus achteraf makkelijk je verantwoordelijkheid ontkennen.

Kortom, een feest waar alle regels buiten werking worden gesteld, kan goed een moral holiday worden, en dat kan leiden tot verschrikkelijke misdaden. Dat betekent niet dat de mensen die die misdaden plegen, “onschuldig” zijn, of dat dingen “zomaar opeens” gebeuren. Wat ik bedoel is dat situaties die een moral holiday-karakter hebben, een flink verhoogd risico op geweld en ellende hebben.

Een voorbeeld daarvan zijn de rellen in Pijnacker, 2006, waar politieman Ray van Broekhoven PTSS oploopt. Een duidelijk signaal dat dit een moral holiday was, is ook hier weer de woede tegen de politie en elke vorm van kritiek op hoe mensen zich daar gedragen. In dit geval worden politie-agenten uitgescholden, op de grond in elkaar geslagen, en rijden mensen met auto’s op hen in.

In al deze voorbeelden zie je terug dat mensen het idee hebben dat ze recht hebben op hun moral holiday. “Wij willen onze moral holiday, en iedereen die daar tegenin gaat, slaan we in elkaar of rijden we dood.” Zowel mannen als vrouwen gaan helemaal op in het plegen van geweld. Van Broekhoven beschrijft het als “massahysterie”.

Zijn er grenzen tijdens carnaval?

Zijn er dan geen grenzen tijdens zo’n feest? Als je op vakantie bent van je geweten, zou je kunnen zeggen dat alles mag en dat er dus inderdaad geen grenzen bestaan. Maar ik denk dat het net anders zit.

Je hebt ethiek, en je hebt regels. Ethiek zit van binnen: het is overal. Ieder mens weet wat goed en slecht is. Daartegenover: regels zitten van buiten. Ze worden bepaald door alle mensen die op dat moment op die locatie aanwezig zijn.

Dat laatste wordt niet goed genoeg begrepen. Wij denken vaak dat we onze regels met ons meenemen, waar we ook gaan. Maar als je een kamer binnenloopt waar drie mensen doen wat zij “normaal” vinden, dan gelden daar hún regels. Hou jij je daar niet aan, dan heb je grote kans dat zij hún regels gaan handhaven.

Grenzen zijn alleen grenzen als je ze in stand kunt houden. Anders zijn ze alleen maar strepen op de grond waar iedereen die daar zin in heeft, overheen kan stappen. Als jij dus naar een “regelloze” plaats gaat, en je wil je grenzen intact houden, dan zul je harder moeten optreden dan normaal. Je zal waakzamer moeten zijn dan normaal, en je zal zelf over hogere drempels moeten stappen om niet mee te gaan in de regels van de locatie.

Bovendien zal jij, met je regels, daar de vreemde eend in de bijt zijn, en loop je grote kans dat anderen zich tegen je keren. Even voor de duidelijkheid: tijdens een moral holiday is het niet mogelijk situaties te de-escaleren, en praten of in discussie gaan zal de boel alleen maar escaleren. Je enige kans is weggaan.

Vermijden en ontsnappen

Het lastige aan dit soort situaties is juist dat het sociale situaties zijn. Wij mensen gaan het liefst mee met de stroom die om ons heen voert. Actie ondernemen is dus altijd tegen de stroom inzwemmen, en dat is moeilijk. Daar krijgen we allerlei reacties tegen: angstzweet, een gevoel van vertraging of verlamming, het idee dat het aan jou ligt of dat jij het niet goed ziet.

Daarom is het belangrijk om van tevoren al nagedacht te hebben wat je gaat doen in zo’n situatie. En, uiteraard, of je er ueberhaupt in wil gaan. Wil je meedoen aan een moral holiday? Wat wil je precies uit deze situatie halen, op wat voor manier is deze situatie goed voor jou? Ben je bereid alle consequenties te accepteren van het feit dat er geen regels zijn?

Maar overal waar je in gaat, wil je ook weer uit kunnen. Dus ten eerste: zoek van tevoren uit hoe je daar weer wegkomt. Letterlijk. Bekijk een kaart, maak een plan. Loop het door in je hoofd zodat je weet hoe je kunt ontsnappen.

Ten tweede: de kans is groot dat jij de enige bent die er goed over heeft nagedacht. Dat betekent dus ook dat jij de leiding neemt over je eigen gedrag. Ongetwijfeld zullen er veel mensen om je heen zijn die zeggen “Joh doe niet zo flauw” of “We kunnen nog wel even blijven, toch?”

Ook als je daar met vrienden en vriendinnen bent – jij neemt de beslissing. Hoe meer je met een groep moet beslissen, hoe minder je beslist. Daarom is het belangrijk je eigen onafhankelijkheid te houden. “Ik ga nu weg. Wie mee wil kan mee, maar ik ga niet wachten.” Weggaan is altijd een goede optie.

Besef je ook dat handelen dus moeilijk is. Dat je drempels in jezelf moet overwinnen. Dat als je eenmaal gaat reageren, je laat zal zijn. Het is belangrijk dat we begrijpen waar geweld plaatsvindt, en hoe, zodat we betere oplossingen kunnen verzinnen om heelhuids weg te komen.

Wil je goed voorbereid zijn op een moral holiday? Zorg dan dat je de autonomie en het handelingsperspectief hebt om dit soort plekken te vermijden of te ontsnappen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *