“Train je lichaam alsof je een jonge man bent,” schreef veiligheidsexpert Rory Miller onlangs, “maar train je vaardigheden alsof je een geniepige oude vrouw bent.” Aan dat laatste besteed ik veel tijd, want iemand die jou probeert aan te vallen of aan te randen, is meestal groter en sterker.
Laatste redding
15 jaar geleden begon ik met de Japanse zwaardvechtmethode iaido. Dat lijkt niet erg relevant – wie loopt er nou nog met een zwaard rond tegenwoordig? Maar er zijn wel belangrijke lessen uit te halen voor zelfverdediging.
Iaido bestaat uit het uitvoeren van voorgeschreven series technieken (kata). Tot zover gaat het over controle, balans, timing en concentratie. Maar tegen het eind van elke kata is er altijd een moment waarop de ingebeelde tegenstander op de grond valt, en dan komen de gemene trucjes tevoorschijn.
Op dat moment gebruiken we houten oefenzwaarden. Een van ons, mijn leraar of ik, gaat op de grond liggen alsof hij zojuist is neergeslagen. De ander staat in de voorgeschreven houding uit het kata.
Dan gaan we uitzoeken wat degene die op de grond ligt nog allemaal kan doen – als laatste redding. Daarbij is alles toegestaan: gebruik van het zwaard, schoppen, stoten, klemmen en natuurlijk combinaties van alle technieken die je kunt verzinnen.
En dat zijn dus altijd oplossingen vanuit een positie van zwakte, niet vanuit een positie van kracht. In die situatie kun je alleen maar gebruik maken van de zwakke punten van je tegenstander.
Geen kracht
Het mooie aan iaido is, dat je gemakkelijk kunt leren geen kracht te gebruiken. Het zwaard is scherp, dus je hoeft niet hard te slaan.
Dat komt je van pas als je gaat leren hoe je met gewrichtsklemmen iemand naar de grond kunt werken.
Want daarbij heeft iedereen de neiging veel kracht te gebruiken. En dan gebeurt eigenlijk altijd het volgende:
1. Tot op zekere hoogte werkt kracht
2. Dan komt er teveel tegenkracht, of het gewricht is geblokkeerd
3. “Kracht werkte net, dus dat moet nu ook!” je probeert tevergeefs verder te dwingen
4. Je voelt frustratie en emotie
5. Je emotie belemmert je reactie
6. Je schouders en zwaartepunt komen omhoog, en je tegenstander kan je omgooien
Gemene trucjes
Ik noem de technieken die ik train wel eens lachend “gemene trucjes”, maar de gemeenste truc is natuurlijk dat iemand jou probeert te intimideren of aanvallen terwijl hij veel sterker is. Hij heeft de kracht, hij bepaalt het tijdstip en de plaats, en hij kiest zijn “slachtoffer” uit. Dat is pas gemeen.
Dus moet jij een slimme manier gebruiken om hem te laten doen wat jij wilt, zonder kracht te gebruiken.
Dat is meestal een combinatie van 3 dingen:
* schrikeffecten
* pijn
* druk
Geef een uitweg
Belangrijk daarbij is dat je hem een uitweg geeft. Iemand die geen uitweg heeft, zal zich een weg naar buiten slaan, en iemand die in die modus zit, kan over heel veel kracht beschikken. Daar werkt pijn niet meer tegen.
Iemand die een uitweg heeft, zal die uitweg zoeken. Bijvoorbeeld bij een gewrichtsklem: je laat de tegenstander bewegen in de richting waarin hij voelt dat de druk minder wordt.
Je geeft hem dus een uitweg, alleen brengt die uitweg hem waar jij hem wilt hebben. Met kracht krijg je hem daar niet, dus zul je hem zelf moeten laten kiezen naar die plek te bewegen.
Wil je ook het verschil leren voelen tussen kracht en techniek? Schrijf je dan in en kom meedoen met de volgende cursus!
Tot ziens bij de training!