Een eed voor docenten zelfverdediging?

Een eed afleggenElke training, elke cursus, elke therapie die je met mensen doet, kan een positief of een negatief gevolg hebben. Er zijn interventies waarvan we weten dat ze geen schade kunnen opleveren, zoals EMDR, maar er zijn ook een heleboel interventies waarvan we gewoonweg niet weten of ze ook verkeerd kunnen uitpakken.

Negatieve uitkomsten van therapie

Het veld van negatieve uitkomsten van therapie is nog grotendeels onontgonnen terrein. In meta-studies worden schattingen gedaan van 5 tot 20% gevallen van negatieve uitkomst, maar dat is natuurlijk een heel brede schatting. Hoe gevarieerder een therapie, hoe moeilijker het is te meten hoeveel uitkomsten goed zijn en hoeveel negatief; hoe meer geprotocolleerd (zoals dus bijvoorbeeld EMDR) hoe makkelijker.

Ik ben geen therapeut en ik benadruk in mijn lessen ook altijd dat ik geen therapeut ben. Ik ben vrij snel met doorverwijzen, omdat ik simpelweg weet dat er dingen zijn die ik niet weet en die waarschijnlijk anders werken dan ik rationeel kan beargumenteren.

Toch houdt ik altijd het principe van “First, do no harm” in gedachten. Dit is een principe dat zorgverleners altijd in het achterhoofd behoren te houden: gaat de interventie waar ik aan denk helpen, of is er ook een kans dat het de situatie erger maakt?

Specifieke uitdagingen voor de kwaliteit van lessen zelfverdediging

Zelfverdediging is natuurlijk een ongereguleerd vak; iedereen kan er les in geven. Daarnaast is het niet afgekaderd. Er zijn twee andere activiteiten, te weten “vechtsport” en “martial arts”*, die vaak worden verward met zelfverdediging. Er zijn zelfs docenten vechtsport en martial arts die niet weten dat ze geen les in zelfverdediging geven. Zij presenteren hun activiteiten als “zelfverdediging”, zonder te beseffen dat dit drie heel verschillende vakgebieden zijn. Daarnaast zijn er nog cursussen of scholen vanuit politie of militaire achtergronden, terwijl ook dat weer compleet andere vakgebieden zijn dan zelfverdediging.

Een ander probleem is dat de mensen die les geven in deze vakken vaak goed zijn in de uitvoering van de activiteit zelf, en op basis daarvan docent zijn geworden, in plaats van op basis van competentie in de didactiek. Vaak geven mensen les zoals hun eigen docent les gaf, zonder zelf te weten waarom. Of er wordt lesgegeven op een spectaculaire “harde” manier, met het idee dat dit overeenkomt met een “militaire” opleiding.

Daarnaast is natuurlijk de opzet van veel martial arts en vechtsportlessen zo dat je niet aan de docent twijfelt en geen kritische vragen stelt. Er wordt gewerkt met rangen of gekleurde banden, en er wordt veel nadruk gelegd op respect. In dat opzicht zijn die twee vakken dan ook het tegenovergestelde van zelfverdediging, waar “wantrouw autoriteit” juist een belangrijk principe is.

Behalve deze uitdagingen zijn er natuurlijk ook nog de bekende kwakzalverij-praktijken, zoals allerlei “zelfverdedigingsproducten” of “wapens”, de belofte van “geweldloze zelfverdediging” en allerlei vormen van energie/chi/ki-werk.

Zelfverdediging wordt dus vanuit tenminste vijf verschillende invalshoeken gegeven, is niet gestandaardiseerd of vast omlijnd, kent veel opvattingen die als “traditie” zijn doorgegeven zonder aan de werkelijkheid te zijn getoetst, en wordt onderwezen op een manier die niet altijd bevorderlijk is voor het vak. Wat kunnen we dan doen om toch kwaliteitscontrole toe te passen?

Hoe kunnen we de kwaliteit van lessen zelfverdediging verhogen?

De eerste gedachte die ik had om hier iets aan te doen, is dat er misschien meer geprotocolleerd en gecertificeerd moet worden. Als je een cursus zelfverdediging zou standaardiseren, kun je ook beter onderzoek doen met controlegroepen. Daarnaast kun je dan docenten certificeren en een kwaliteitscontrole gaan doen op mensen die lesgeven volgens die gestandaardiseerde methode.

Maar de kans is groot dat je daarmee weer een “wereldje” opzet, met rangen en standen en autoriteiten en privileges. En we hebben nou net gezien dat de hele sportwereld, van judo tot voetbal en van turnen tot dansen, vergeven is van de wereldjes waar seksueel misbruik plaatsvindt. Zelfverdediging is eigenlijk niet geschikt voor wereldjes.

In martial arts wordt vaak gesproken over het leren van respect – maar om te ontkomen aan dit soort misbruikwereldjes is het juist zeer belangrijk om dat respect af te leren. Zoals veiligheidsexpert Rory Miller eens zei: “Ik kan jou geen zelfverdediging leren als jij voor mij moet buigen.”

Er zijn nog andere redenen, maar dit is voor mij een belangrijke reden waarom ik denk dat een “zelfverdedigingsinstituut” of gecertificeerde opleidingen niet de wenselijke methode zijn om te proberen de kwaliteit van cursussen zelfverdediging te verhogen.

Wat wel een goed idee zou zijn, is om “zelfverdediging” als vak te definiëren. Ik zou zeggen dat zelfverdediging het beste als volgt omschreven kan worden:

“Kennis en vaardigheden die helpen om de kans op slachtofferschap in de breedste zin van het woord te verlagen; fysiek, mentaal, sociaal of seksueel geweld te voorkomen, af te slaan, of te ontlopen, gebaseerd op een realistisch begrip van de dreigingen voor de onderhavige doelgroep.”

Een “artseneed” voor docenten zelfverdediging?

In de zelfverdediging-“scene” wordt veel geëxperimenteerd en worden via YouTube, Patreon en allerlei andere kanalen theorieën geopperd en fel betwist. Er zijn een aantal grote namen die vaak goede kwaliteit leveren: Miller, Kane, Grossman, Demeere, en anderen. In de gevechtssport en gevechtskunst-domeinen zijn er ook een aantal mensen die veel discussies produceren: Sinclair, Icy Mike, Abernethy, Wilder en anderen. Er zijn uiteraard ook heel erg veel dubieuze figuren en mensen die zichzelf veel beter inschatten dan gerechtvaardigd is. Maar ik denk dat iemand die oprecht op zoek is beter te worden als docent genoeg materiaal kan vinden om van te leren.

In zekere zin denk ik dat deze diversiteit ook heel wenselijk is, om het vak levend te houden en te zorgen dat we niet “wijsheden” blijven doorgeven die gebaseerd zijn op oude opvattingen of situaties die niet meer bestaan. Dit zou ook tegen het idee van “één instituut” spreken. Wellicht dat dit in de toekomst anders zou kunnen, maar voor nu is het de situatie waar we mee te maken hebben.

Waar het – denk ik – vooral aan ontbreekt is een richtlijn die ervoor zorgt dat je door al dat experimenteren en discussiëren de kwaliteit ook echt verhoogt, en niet ergens in een konijnenhol belandt. En ik denk dat daar iets als een “artseneed”, zoals gebruikt in de medische wereld, best wel eens kan werken. Ik zou dan ook graag de volgende tekst willen voorstellen. Uiteraard hoop ik dat hier veel reactie op komt. Dit zijn best woorden die fel betwist mogen worden.

Een eed voor docenten zelfverdediging

“Ik beloof dat ik het vak van docent zelfverdediging zo goed als ik kan zal uitoefenen ten behoeve van mijn medemens. Ik zal preventie bevorderen, gezonde eigenschappen aanspreken, en lijden helpen verlichten.

Ten eerste zal ik geen schade aanrichten. Indien ik vermoed dat een student geen voordeel, of zelfs nadeel zal trekken uit de lessen, zal ik die student geen les geven. Indien ik twijfel of een oefening geschikt is voor een student, zal ik ervanaf zien. Ik erken dat ik onderdeel ben van een keten aan zorg, en als ik twijfel of ik kan helpen, zal ik doorverwijzen. Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen, met name naar eventuele andere betrokken zorgverleners.

Bij de uitvoering van mijn vak zal ik me bewust zijn van mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving. Ik zal geen liefdes- seksuele, financiële of andere relatie aangaan met studenten. Ik zal bewaken dat machtsverhoudingen zoveel mogelijk vermeden worden, en geen systemen van autoriteit opzetten. Ik zal lering uit ervaringen van studenten enkel geanonimiseerd gebruiken.

Ik stel het belang van de cliënt voorop. Ik zal zelf verantwoordelijkheid nemen voor alles wat ik onderwijs, en alleen onderwijzen wat de student nodig heeft en niet wat mijn of hun voorkeur geniet.

Ik zal me blijven ontwikkelen en mijn lesprogramma aanpassen bij nieuwe inzichten. Ik zal me baseren op feiten en wetenschap, op cijfers en de staat van de kennis wereldwijd. Wat ik onderwijs, zal gebaseerd zijn op de daadwerkelijke risico’s en gevaren voor mijn doelgroep, en op het recht van mijn doelgroep op een vrij, veilig en gelukkig leven.

Zo zal ik het beroep van docent zelfverdediging in ere houden. Dat beloof ik.”

Zoals gezegd, ik hoop dat hier veel reacties op komen. Geef je zelf les in zelfverdediging? Wat mis je dan in deze eed? Wat zou je anders opschrijven? Waarom zou je wel of niet een eed afleggen? Laat het weten in de comments!

———————————————————————-
* Ik blijf het zeggen: ik houd niet van het woord “martial arts” of “gevechtskunsten”. In oorspronkelijke teksten wordt niet gesproken van “kunsten” maar van methoden (法) – een echt “met beide voeten in de klei” woord. Meestal wordt gesproken over de “militaire methode” of “soldatenmethode” en wordt er een onderscheid gemaakt tussen deze zeer praktische expertise en een eventueel hoger doel.

2 gedachten over “Een eed voor docenten zelfverdediging?

  1. Marcel

    Ik lees je artikelen graag, omdat deze op mijn werkzaamheden en interesses veel raakvlakken hebben.

    Vanuit mijn eigen opgebouwde ervaring zijn vechtsport en zelfverdediging verschillende dingen.

    Vanuit mijn eigen bedrijf geef ik gezamenlijk met een psycholoog trainingen aan zorgprofessionals bedrijven en instellingen hoe om te gaan met agressie. Hiernaast geef ik lessen in weerbaarheid en agressieregulatie vanuit een zorg instelling. En geef ik als instructeur Krav Maga. Voor mij totaal andere lessen, thema’s, scenario’s, uitgangspunten, mindset en doelen.

    Ook al zijn er natuurlijk overeenkomsten.

    Het is zoals je al aangaf dat een hoop mensen denken zelfverdediging te geven, en ik veronderstel dat ze dit met eer en geweten doen (ik wel) een aantal daargelaten. Als eeuwige leerling heb ik gelukkig veel verschillende inzichten mogen krijgen. Wat voor mij duidelijker heeft gemaakt wat kan werken en wat niet. Dit heeft voor mij als instructeur een duidelijke realistische visie gegeven.

    Ik zou een groot voorstander zijn om de kwaliteit en kennis van zelfverdediging te verhogen. Je bent immers nooit uitgeleerd. Maar in welke vorm en wie gaat dat bepalen?

    Met bonden en organisaties krijg je altijd te maken met ego’s, geld, vriendjespolitiek, accreditaties, verplichtingen enz. Maar kun je een kwaliteitssysteem opzetten zonder?

    Ondanks dat ik een eed afleggen een nobel streven vind om een trainer bewust te maken van zijn verantwoordelijk. Zal dit naar mijn bescheiden mening niet direct het kaf van het koren scheiden als hier geen eisen aan worden gesteld?

    Ik sta er zeker open voor een dergelijk initiatief en denk dat er genoeg anderen zijn die kennis en inzichten willen delen. Uiteindelijk willen we denk ik allemaal het zelfde, het best mogelijke doorgeven aan je leerling.

    Groetjes,

    Marcel

    Reageren
    1. Valeer Bericht auteur

      Dank voor je reactie, Marcel! Ik deel je twijfels zeker. Ik denk ook niet dat een eed alleen alle problemen gaat oplossen. Ik denk dat de meeste mensen het heel goed bedoelen, maar goed bedoeld is nog lang niet goed gedaan. En mensen met slechte intenties zijn heel goed in eden zweren en het niet menen. Misschien is dit ook meer een mental note voor mensen die naar eer en geweten bezig willen zijn.

      Reageren

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *