De ongemakkelijke waarheid achter “wat als” vragen

“Wat als”-vragen zijn een belangrijk onderdeel van leren weerbaarder te worden. Ze betekenen dat je zelf gaat nadenken over hoe situaties ontstaan en wat je kunt doen om er weer uit te komen.

Maar soms leiden ze de aandacht juist af van het echte probleem. Daarom is het belangrijk ze op de juiste manier te gebruiken.

Hoe waarschijnlijk is je “wat als”-vraag?

In Warrior Mindset schrijven Asken, Grossman en Christensen*: “‘wat als’-vragen moeten altijd beantwoord worden”. Wat ze daarmee bedoelen is dat het niet goed voor je is om met vage angsten te blijven zitten. Als je bang bent dat een bepaald ding gaat gebeuren, maak er dan een tactisch plan voor. “Als X gebeurt, ga ik …”

Dat is een heel goed advies, maar als je nogal vaak bang bent, dan bestaat de kans dat je de hele dag bezig bent met in je hoofd allerlei horrorscenario’s door te lopen. Het eerste filter zou dus moeten zijn: hoe waarschijnlijk is het dat dit in jouw leven gaat gebeuren? De eerste vraag is dus: “Hoe vaak ben je al in dit soort situaties terecht gekomen?”

Komen bepaalde situaties vaker voor in jouw leven, dan is het zinnig om daarvoor de “wat als”-vraag te beantwoorden. Niet om jezelf op je kop te geven omdat je het achteraf anders zou hebben gedaan. Dat heeft geen zin, en dat is niet waar zelfverdediging over gaat. Je beantwoordt de “wat als”-vraag om te zorgen dat je het in de toekomst anders gaat doen.

De blinde vlek van “wat als”-vragen

Ik krijg natuurlijk heel veel “wat als”-vragen. En vaak zijn die nogal extreem. “Wat als je op de grond ligt en iemand ligt op je en je wordt vastgehouden” is een vraag die ik vaak krijg. En in de les ga ik daar uiteraard op in. Maar de manier waarop de vraag gesteld wordt, verbloemt een andere, veel belangrijkere vraag.

Hoe ben je in die situatie terecht gekomen?

Die vraag is ongemakkelijk. Vaak wordt hij niet gesteld, omdat het als een verwijt klinkt. Het klinkt alsof je het slachtoffer de schuld geeft. Maar dat is niet zo: de schuld ligt bij degene die het initiatief neemt om een anders’ grens te overschrijden.

De reden om die vraag te stellen, is dus niet om jezelf de schuld te geven. De reden is om – op een afstandelijke manier – te kijken naar welke factoren tot deze situatie hebben geleid. Want situaties ontstaan niet zomaar, ineens. De vraag “Wat als je op de grond ligt en hij ligt op je” doet het lijken alsof dat het begin van de situatie is. En dat is het natuurlijk niet. Deze situatie is al veel eerder begonnen.

De eerste belangrijke stap is dus om terug te gaan naar het begin van die situatie. Dat kun je doen door, eventueel met pen en papier, te gaan zitten en steeds de vraag te stellen “wat gebeurde er daarvoor? En daarvoor? En daarvoor?”

Het is belangrijk dat je die vraag zo objectief mogelijk beantwoord. Zo afstandelijk alsof het over iemand anders gaat. En dat je bij elke stap probeert alle factoren te achterhalen die geleid hebben tot die situatie. Totdat je stap voor stap terug bent gekomen bij het moment dat je nog veilig was.

Zoek de dingen waar jij invloed op hebt

Vervolgens ga je kijken naar de factoren in deze reeks situaties waar jij invloed op hebt. Sommige dingen heb je geen invloed op. Je kunt het gedrag van anderen niet controleren. Hoe die ander zich gedraagt, daar heb jij simpelweg geen macht over. Dus daar hoef je ook niet te gaan zoeken naar invloed.

Maar kijk eens naar de andere factoren, en vraag je af of, als je ergens een andere keuze had gemaakt, de situatie niet was ontstaan of anders was gelopen? Nogmaals, dit gaat niet over schuld.

Als het goed is heb je nu een lijst met stap voor stap “en toen gebeurde dit en toen gebeurde dit”, met daarin een aantal keuzes die je volgende keer anders zou kunnen doen.

Achter veel van de “wat als”-vragen die ik krijg, schuilen sociale situaties. En dat maakt het vaak moeilijk. We willen de sfeer niet verpesten, we willen niet gelijk veeleisend zijn of moeilijk doen. Dus de eerste keer dat iemand gedrag vertoont dat we eigenlijk niet zo fijn vinden, laten we dat vaak maar gaan. “Ik ga er niet gelijk iets van zeggen,” denken we dan, omdat we het gevoel hebben dat we de relatie eerst nog moeten opbouwen. En de volgende keer zeggen we weer niks, want “Ik ga er pas wat van zeggen als het écht erg wordt.”

En dat is jammer, want datgene wat je terugkrijgt als je er wél tegenin gaat, geeft jou heel veel informatie over hoe die ander zich zal gedragen tegen jou. Je kunt direct je grenzen bepalen – en misschien respecteert die ander je grenzen wel. En zo niet – dan kun je dus al veel vroeger gaan beslissen over of je met deze persoon in zee wil of niet.

En dat is gelijk dan ook het tweede moeilijke punt. Over het algemeen beschouwen we “iemand uit je leven zetten” als het allerlaatste, allerzwaarste middel dat we kunnen gebruiken. Liever proberen we op allerlei manieren de relatie of de interactie nog te redden. Terwijl, problematische mensen uit je leven weren is een heel belangrijke, goede en simpele manier om een gelukkiger leven te vinden.

In het sociale verkeer vinden we het niet netjes om zomaar te verdwijnen. Er is zelfs een woord voor: ghosting, en dat wordt vaak negatief gebruikt. Ik ben het daar niet mee eens. Ik zou zeggen: ghost erop los. Een verbinding als een nachtkaars laten uitgaan is een goeie manier om zonder allerlei haken en ogen weg te komen.

Sociale oplossingen voor sociale problemen

“Wat als”-vragen focussen vaak op fysieke oplossingen. “Hoe sla ik iemand van me af”. En ergens denk ik dat dat gewoon leuker is om over na te denken. Lekker tegen een kussen slaan.

De kans is echter groot dat het belangrijkste ding waardoor je in deze situatie bent terecht gekomen, het feit is dat je met deze persoon een huis deelt. Of een relatie hebt. Of omgaat. Dat je bij die ene persoon in de auto bent gestapt. Dat je bij die persoon bent blijven slapen terwijl je behoorlijk wat gedronken had. En zo verder.

Maar meestal kijken we liever niet naar die kant van het probleem. Ik heb toch het recht om te feesten? Om stomdronken te worden als ik daar zin in heb? Als ik dingen moet gaan laten omdat ze me onveiliger maken, dan moet ik vrijheid opgeven! Terwijl het toch de schuld is van die ander?

Dat klopt. En dat is niet eerlijk. Maar niets aan dit leven is eerlijk. En zelfverdediging gaat niet over waar je recht op hebt. Het gaat helemaal niet over recht of onrecht. Het gaat over veilig thuiskomen.

Hulpverlener Moviera heeft een aantal keer een experiment uitgevoerd waarbij meisjes in het uitgaansleven werd gevraagd om mee te gaan naar een hotel: de meisjes zouden 300 euro krijgen in ruil voor een naakt-fotoshoot. De helft van de meisjes ging mee.

Dat is een schrikbarend cijfer. Met onbekenden die je in het uitgaansleven bent tegengekomen meegaan naar een hotel is echt een heel slecht idee. “Sommige meisjes zeiden niet te begrijpen hoe slachtoffers mee konden gaan met loverboys, terwijl ze net daarvoor toestemming hadden gegeven om mee te doen aan een fotoshoot,” schrijft Slachtofferwijzer. Daar ligt veel meer het probleem dan bij een eventuele fysieke situatie die later, in dat hotel, kan ontstaan.

Nog steeds: het is niet jouw schuld. In een ideale wereld zou je stomdronken mee moeten kunnen gaan naar een 300-euro naakt fotoshoot in een hotel als jij dat nou eenmaal wil, en zouden de “fotografen” je verder met rust moeten laten. Helaas, we leven niet in een ideale wereld. Helaas, fotografen laten het niet altijd bij fotograferen.

Preventie kost minder

Bij veiligheid is preventie nou eenmaal véél beter dan bestrijding. De kosten voor jouw leven als je de verkeerde mensen eenmaal je leven binnen hebt gelaten, zijn torenhoog: ellende, verwondingen, lijden, rechtszaken, contact met de politie, ritjes in de ambulance of wachten in de rij bij de eerste hulp. Preventie heeft al deze kosten niet.

Iemand die op je zit is een fysieke aanval en die vraagt om zware middelen. Terwijl, hoe eerder je in het proces ingrijpt, dus nog voor het fysiek wordt, hoe lichter de middelen die je kunt gebruiken. Dat is het voordeel van vroeg handelen. Je hebt veel betere kansen als je dingen vroeg aanpakt dan als je ze voort laat duren.

Dé regel voor het omgaan met problematische mensen is: niet doen. Laat ze je leven niet in, geef ze niks, laat ze jou niks geven (want daar moet je later altijd iets voor terug doen) en hou de gesprekken lekker oppervlakkig. Preventie kost minder.

——————————————————————————————–
* Asken, M, Grossman, P and Christensen, L. Warrior Mindset. BookBaby, 2017.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *