Ongehoorzaamheid redt levens

Onlangs zag ik op facebook onderstaand filmpje voorbijkomen:


Stoer toch? Al die kinderen die vette moves doen. Mooi muziekje eronder…

Even voor de cijfers: de kinderen die de grote demonstratie op het plein doen – dat zijn er 36.000.

Iemand krijgt het dus voor elkaar dat 36.000 kinderen perfect gesynchroniseerd een choreografie uitvoeren. Wat denk je dat daar voor een discipline voor nodig is?

En ehmm….

Wat denk je dat daar voor een autoriteit voor nodig is?

Spelen, leren, en je kop dicht houden

Kinderen leren razendsnel. Door met dingen aan te klooien. Wij volwassenen hebben die mogelijkheid ook. Mits het er nooit uit is geramd. Als ik een nieuw computerprogramma installeer, lees ik nooit de handleiding. Ik ga wel lekker rondklikken, kijken of dingen doen wat ik denk dat ze moeten doen.

Dat is spelen, en dat is een manier om razendsnel ervaring op te doen. Tijdens de lessen zelfverdediging die ik geef, is spelen essentieel. We kunnen 10 minuten gaan praten over of iets wel of niet werkt, over wat je allemaal zou kunnen verzinnen. Je kunt het ook gewoon uitproberen. Dan weet je het binnen 30 seconden.

Maar daar is een vrijheid voor nodig. Je moet dat durven, en je moet niet bang zijn dat het er gek uitziet. Sterker nog: je moet jezelf de toestemming geven om beter te worden dan ik.

Als ik naar dat filmpje kijk, denk ik: wat verschrikkelijk. Walgelijk. Wat een perversie.

Waar is de creativiteit? Dit zijn kinderen. Waar is het spelen? Kijk hoe ze over hun littekens praten. Deze kinderen zijn binnen een paar jaar omgeturnd tot ouderen.

Wat heb je nodig in een gevecht?

Vergis je niet. Dit is precies hetzelfde als Westerse kinderen die met hun armen over elkaar in de schoolbank moeten zitten en hun kop dicht houden. Hier is 0 toestemming. Hier is 0 spel.

Deze kinderen hebben vast 300 moves om te gebruiken als ze ooit in een vervelende situatie terecht komen. Maar gaat dat ook werken? Uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat geleerde moves pas bij je vijfde gevecht gaan helpen. Daarvoor is je beste gok: kunnen improviseren.

Kunnen deze kinderen improviseren? Als er iets totaal onverwachts op ze afkomt, kunnen ze dan iets doen dat niet esthetisch, niet door traditie goedgekeurd is?

Maar belangrijker nog: kunnen deze kinderen zichzelf de toestemming geven om te handelen als dat nodig is?

Wat gebeurt er als hun aanvaller het uniform van een leraar aanheeft? Of de kleding en de uitstraling van het hoofd van de school? Van een overheidsfunctionaris?

Om deze kinderen die choreografie te leren, heb je een ijzeren discipline, en dus een ijzeren autoriteit nodig. En dat is precies wat je iemand niet wil leren als haar zelfverdediging je ter harte gaat.

Want aanvallers maken bij uitstek gebruik van hun autoriteitspositie. Zelfs als het niet leraren of managers zijn, maken ze dankbaar gebruik van allerlei verbale technieken om je te kleineren.

Als je iemand leert eerbied te hebben voor traditie en autoriteit, leer je die persoon een slachtoffer te worden. Terwijl:

Als je veerboot in brand staat, kun je maar het beste zo ongehoorzaam zijn om op te staan terwijl iedereen blijft zitten.

Als een groep gewapende mannen kalmpjes je gebouw binnenlopen, kun je maar beter zo ongehoorzaam zijn om hem stiekem te smeren.

Als je in een nare situatie zit, en iedereen blijft lachen, kun je maar beter zo ongehoorzaam zijn om weg te gaan.

Als iemand je bij je arm pakt, en zegt “Loop met me mee en maak geen stennis”, kun je maar beter zo ongehoorzaam zijn om niet mee te lopen en wel stennis te schoppen.

Gevechtskunst is politiek

Zoals ik al vaker zeg: ik heb een hekel aan het woord “gevechtskunst”. Vechten is geen kunst. Vechten is mensen kapot maken. Dat is soms nodig om jezelf te verdedigen. Maar het is nooit kunst. Ik heb een sterke weerzin tegen de esthetiek waarover zoveel wordt gepraat. Wat ik mensen leer, is een gevechtsmethode. Niks moois aan.

Daarom wil ik niet dat leerlingen mij “sifu” noemen, voor me buigen, of dat soort onzin. Ook niet bij tai ji. Ik heb zelfs liever niet dat ze “u” tegen me zeggen, en ik daag ze uit om me erop aan te spreken als ze vinden dat ik iets onzinnigs zeg.

Voor een overheid is een gevechtsmethode echter alleen maar gevaarlijk. Welke overheid wil er nou dat haar burgers zichzelf kunnen verdedigen?

De Chinese overheid in elk geval niet. Haar nieuwste uitvinding is een spel waarmee gehoorzaamheid ge-gamified wordt.

Ze maken een gevechtsmethode tot het tegenovergestelde van waar het voor bedoeld was.

Zelfs de Nederlandse politie zet maximaal in op “predictive policing”: voorspellen wie er een misdaad gaat plegen door iedereen’s gedrag te analyseren. Digitale burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom somt het als volgt op:

Gevechtskunst is het tegenovergestelde van gevechtsmethode. Gevechtskunst is politiek. Als je als overheid 36,000 kinderen een perfecte choreografie kunt laten uitvoeren, dan is je werk gedaan. Je hebt een staat van volgers gecreëerd.

Een staat van slachtoffers.

Wil je jezelf leren verdedigen? Dan kun je je maar beter niet zichtbaar onschuldig en voorspelbaar gaan gedragen. Je wilt niet worden uitgezocht door daders. Dus wees onvoorspelbaar. Dat is een van de belangrijkste vaardigheden die je kunt leren. Geen enkele aanvaller wil een onvoorspelbaar slachtoffer.

Maak van een gevechtskunst weer een gevechtsmethode

“Gevechtskunsten” kunnen je een hoop mooie dingen leren. Doorzettingsvermogen. Discipline. Meditatie. Gebruik van je lichaam. Maar als je je gevechtskunst als zelfverdedigingsmethode wilt gebruiken, moet je je echt serieus gaan afvragen wat al dat groeten, al die autoriteit, al dat gedoe met banden en buigen met je geest doet.

Zou de grondlegger van jouw school zich voorspelbaar hebben gedragen? Zou hij of zij zich aan de regels hebben gehouden? Zou hij of zij autoriteit hebben eerbiedigd? Of zou zij hebben gezegd, “Fuck dit, ik ga mijn eigen weg. Fuck jullie allemaal, het maakt me niet uit of het er dom uitziet, ik ga gewoon proberen of dit werkt of niet.”

Persoonlijk denk ik dat je “gevechtskunst” je nog veel meer kan leren als je er door de bril van zelfverdediging naar kijkt. Als je het helemaal naar het hier en nu haalt, en je afvraagt: hoe zou het eruit hebben gezien als het gisteren was bedacht. Als het moet werken voor wat ik nu van aanvallers weet.

Maak van je gevechtskunst je gevechtsmethode. En train je ongehoorzaamheid. Dat is het allerbelangrijkste dat ik je kan leren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *