Zelfverdediging is heel praktisch – en altijd al geweest. Het gaat over leven en dood en over het voorkomen van lijden, dus alles wat je leert, moet een hoge kans van slagen hebben. Daarom probeer ik alles wat ik in de lessen en in deze artikelen stop, zoveel mogelijk te baseren op wetenschap, ervaring, en onderbouwde redenaties.
Toch is het al heel lang zo dat beoefenaars het idee hebben dat zelfverdediging meer toevoegt aan hun leven dan alleen een hogere overlevingskans. Wat voor bijkomende voordelen zijn er, en op welke risico’s moet je voorbereid zijn?
Het fysieke heeft invloed op het mentale
Op de allersimpelste manier doet fysieke training ook iets met je mentaliteit. Gewichtstraining heeft een positieve invloed op je gemoed. Als je deadlifts doet of andere krachttraining, merk je vaak dat je meer kunt dan je denkt, en dat geeft je een goed gevoel over jezelf.
Dat geldt ook voor gevechtstraining. Door bezig te zijn met het zoeken naar oplossingen, wordt “de grote enge buitenwereld” minder groot en minder eng. Je bent minder verrast door nare gebeurtenissen, en het feit dat je opties hebt die je kunt inzetten, zogenaamde “handelingsperspectieven”, betekent dat je kalmer wordt in crisissituaties.
Dus tot zover: ja, krachttraining doet meer dan alleen je spieren trainen, en zelfverdediging doet meer dan alleen maar trainen tegen gevechtssituaties. In het Japan van de 16de en 17de eeuw schreven twee zeer ervaren soldaten, Musashi en Yagyu, brieven aan een zen-meester. Zij hadden ook het idee dat gevechtstraining meer is dan alleen maar fysiek sterk worden. Musashi is ervan overtuigd dat alle inzichten over een individueel gevecht ook gelden voor oorlogvoering. En Yagyu schrijft dat het goed inrichten van een kamer, met alles op de juiste plek, eigenlijk ook gebaseerd is op de principes van gevechtstraining.
Waarom? Omdat ze allebei inzagen dat mindset de belangrijkste factor is in al die zaken. Ze waren op zoek naar wat de beste manier is om je mentaal voor te bereiden op gevechten – en op de onzekerheid van het leven in het algemeen. De zen-meester, Takuan, schreef hen de antwoorden zoals hij die kende vanuit het zen boeddhisme. Het boeddhisme is immers dé filosofie die leert hoe je kunt omgaan met het lijden in de wereld, zonder dat je het hoeft weg te maken of er een hogere betekenis aan hoeft te geven.
Het mentale en het spirituele
“Spiritueel” heeft twee betekenissen: 1) alles wat met de geest te maken heeft en 2) alles wat te maken heeft met religie en het bovennatuurlijke. Je zou dus kunnen zeggen dat ook krachttraining en zelfverdediging iets spiritueels zijn, aangezien ze iets doen met je geest. Maar vaak is dat niet wat bedoeld wordt met “spiritueel”. Met “spiritueel” wordt meestal bedoeld: dat wat buiten normale ervaringen en alledaagse wetenschap ligt. En daar wordt het lastig.
Wat wij “wetenschap” noemen, is een methode. Het zijn spelregels voor hoe je onderzoek uitvoert, en die spelregels zijn erop gebaseerd dat de uitkomsten van onderzoek zo bruikbaar mogelijk moeten zijn. Die uitkomsten noemen we een “theorie”. De zwaartekrachttheorie bijvoorbeeld, geeft aan dat voorwerpen zullen vallen als je ze loslaat en hoe ze zich dan gedragen. Die theorie is heel bruikbaar voor allerlei dingen: van ingewikkelde projecten zoals het ontwerpen van een kite tot alledaagse handelingen zoals het oppakken van fles water. Hij is bruikbaar omdat de dingen die je in het echte leven ziet, overeenkomen met de voorspelling die de theorie doet.
Die methode hebben we nog niet zo heel lang. Daarom zijn we er in rap tempo achter gekomen dat gedachten die we vroeger hadden over hoe dingen werkten, niet blijken te kloppen. Een heleboel verouderde kennis hebben we dus weggedaan. Maar het gekke is dat verouderde kennis uit andere werelddelen ons erg blijft trekken.
Een voorbeeld van zulke verouderde kennis bij ons is het idee dat als je in een spijker bent gaan staan, je die spijker moet vernietigen om weer beter te worden. Dat is geen bruikbare theorie, want het vernietigen van die spijker voorspelt niet goed of je heelt of niet (omdat het er uiteraard niks mee te maken heeft). De wond schoonmaken, steriel verbinden, en eventueel een vaccinatie tegen tetanus halen voorspelt heel goed dat je heelt. De meeste mensen zouden het onzin vinden om terug te gaan naar een gebruik waarbij je voorwerpen waar je je aan gestoten of gesneden hebt, kapot maakt om te helen.
Maar bij voorbeelden uit andere culturen ligt dat anders. In het verouderde lichaamsbeeld uit China, bijvoorbeeld, wordt een plek ca 7cm onder de navel gezien als de bron van een bepaald soort energie, “chi” genaamd, en als je die bron op allerlei manieren voedt, wordt je sterker. Met die energie zou je tegenstanders kunnen verslaan.
Dit wordt door veel mensen hier in het Westen serieus genomen, terwijl het net zo onzinnig is als het vernietigen van de punaise waar je in bent gaan staan. Wat we tegenwoordig weten, is dat de plek die in het Chinese lichaamsbeeld de bron is van je “chi”, in werkelijkheid het zwaartepunt van je lichaam is. Als je die plek beweegt, beweeg je het maximale van de massa van je lichaam, en dan kun je dus het hardst slaan. Want f = m · a, oftewel de kracht die je kunt ontwikkelen is gelijk aan de massa die je in beweging brengt, maal de versnelling waar je die massa mee in beweging kunt zetten.
De theorie van f = m · a voorspelt heel goed hoe hard je kunt slaan, en de theorie van “chi” voeden door van alles te doen, doet dat niet. Bovendien kleven er nogal wat risico’s aan.
Drie soorten risico’s
Risico 1: je geloof komt niet uit
Het eerste risico is natuurlijk heel basic: de uitkomst die je verwacht, verschijnt niet. Je laat een smid de roestige spijker waar je in bent gaan staan tot helemaal niks omsmelten, maar toch krijg je tetanus. Je gelooft dat je door allerlei eten en oefeningen je “chi” sterk kunt maken, zo sterk dat je je tegenstander zonder hem aan te raken tegen de grond kunt slaan, maar hij loopt dwars door je “chi” heen en slaat je op je gezicht.
Dat laatste is wat een aantal “chi”-meesters al is overkomen. In een poging hun “no-touch knockout” voor de camera te demonstreren, werden ze binnen een paar seconden uitgeschakeld. Voor hen erg vervelend en behoorlijk gênant, maar niet levensgevaarlijk. Voor hun leerlingen wel. Dit is de belangrijkste reden dat ik erg kritisch ben over wat ik in de les toelaat: het zal je maar gebeuren dat je alle vertrouwen hebt in jouw speciale techniek en dat die op het allerbelangrijkste moment niet werkt!
Mensen dingen laten geloven die goed zouden zijn voor hun gezondheid maar dat in werkelijkheid helemaal niet zijn, heet “kwakzalverij”. We hebben in Nederland inmiddels een Vereniging tegen de Kwakzalverij, die artikelen publiceert om mensen te waarschuwen voor dit soort oplichting. Een van de bekendste slachtoffers van kwakzalverij in Nederland was actrice Sylvia Millecam, die door “medium” Jomanda is misleid om een “alternatieve” therapie tegen borstkanker te gebruiken. Millecam overleefde dit niet. Helaas krijgen niet al deze zaken zoveel belangstelling.
De dood is niet de enige uitkomst van dit soort kwakzalverij. Enkele jaren geleden kwam aan het licht dat allerlei tantra-masseurs, intimiteitscoaches en “yoni yoga” goeroes seksueel geweld plegen tegen hun cliënten. Vrouwen die hulp zoeken bij problemen met hun seksualiteit worden misbruikt op het moment dat ze zich openstellen voor dit soort “therapeuten”.
Dit eerste risico draait dus om hoe allerlei “alternatieve” zienswijzen beloven je gezondheid of weerbaarheid te verbeteren, maar eigenlijk juist schaden. In een eerder artikel beschreef ik al een aantal manieren van lesgeven in zelfverdediging die meer schade dan goeds brengen.
Er is natuurlijk ook kwakzalverij die in eerste instantie minder schade oplevert: denk aan allerlei vormen van reiki, healing, homeopathie, “the law of attraction”, en “persoonlijkheidstests” zoals MBTI. Of je je een beetje beter voelt na een “healing touch” sessie of dat je denkt dat je je nieuwe handtas te danken hebt aan “manifesteren” is misschien niet zo erg. Maar meegaan in kwakzalverij maakt je wel kwetsbaarder voor andere oplichting. Met dus soms dodelijke gevolgen.
Risico 2: Je wordt ingelijfd in een sekte
Voor oplichters is het natuurlijk beter als ze je niet één keer, maar keer op keer kunnen blijven oplichten. In het stukje hierboven noemde ik al de tantramasseurs en de seksyoga goeroes. In het laatste voorbeeld werden vrouwen naar een “retreat” in Thailand gelokt, waar de goeroe en zijn helpers – uiteraard ook vrouwen – ze overhaalden om zich keer op keer te laten verkrachten door de sekteleider.
Dit soort “retraites” zijn de beste plekken voor predators om hun gang te gaan. Door vrouwen uit te zoeken die geloven in “iets anders” naast de wetenschap, heeft de predator een prima excuus om “andere” regels te laten gelden. En door te werken met een groep die afgeschermd is van de buitenwereld, is het makkelijk een groep te manipuleren om alles te doen wat zij willen.
In principe werken alle sektes zo. Een sekte is gewoon een lopende band die slachtoffers aanlevert aan de sekteleider. Een vorm van een misbruikfabriek, dus. Maar een beetje slimme predator hoeft niet per se een commune te beginnen; door in de “behandelkamer” een bepaalde ambiance te creëren en flink gebruik te maken van charme, kan hij een heel eind komen.
En de beste reclamemakers voor sektes zijn… sekteleden. Vaak word je zelf ingezet om ook andere vrouwen in te palmen. Soms zelfs in een “pyramidespel”, waarbij jij beloond wordt voor het aanbrengen van nieuwe leden. Je bent dan onderdeel geworden van de lopende band die slachtoffers aanlevert aan de sekteleider.
Risico 3: Je wordt onderdeel gemaakt van extreemrechts
Tijdens de opkomst van extreemrechts de afgelopen zes jaar werd er al vaak gezien dat “yoga moms” makkelijk gerekruteerd werden door extreemrechts. Op het eerste gezicht lijkt dit raar. De wereld van wellness en yoga gaat toch altijd over verbinding en liefde? Zouden “spirituele” mensen niet het tegenovergestelde van nazi’s moeten zijn?
Ook in Nederland zien we dit fenomeen. Een demonstratie tegen de anti-covid maatregelen stond vol met vlaggen en paraplu’s met hartjes, er werd gesproken over liefde en verbinding, en er was een galg meegebracht en de doodsbedreigingen waren niet van de lucht.
Deze combinatie is niet voor het eerst. Ook de oorspronkelijk nazi’s zagen veel heil in wellness. Ze pronkten graag met sport en met natuurgenezing. Onder de toen alternatieve geneeswijzen was het nazi-gedachtengoed ook populair. De rode draad is namelijk racisme. Het geloof dat er verschillende “rassen” zouden bestaan, en dat het ene ras beter, sterker of fitter zou zijn dan het andere. En dat dit ras natuurlijk geen hulpmiddelen nodig heeft, maar “natuurlijke” voeding en “natuurlijke” medicijnen, omdat het van zichzelf al beter is. Gebruik je iets anders dan alleen plantmedicijnen en chiropractie? Dan ben je vast van nature zwak en hoor je niet bij het “meesterras”.
Een van de groepen mensen die door de nazi’s op grote schaal is vermoord, zijn mensen met beperkingen of ziektes. Deze mensen werden als “onzuiver” gezien en werden dus vermoord. Hun beperking, hun ziekte, werd tot hun eigen schuld gemaakt. Bij covid in Nederland zien we dat ook. Mensen die ziek worden van covid worden als “kwetsbaren” aangemerkt, er wordt gezegd dat ze vast al wel onderliggende problemen hadden, en ze worden uitgesloten van de maatschappij en van goede zorg. In anti-maatregelen-kringen wordt zelfs geopperd om hen helemaal geen medische zorg meer te bieden, omdat dat resources weghoudt van andere zorg.
Ditzelfde gedachtegoed zien we ook bij dingen als de “law of attraction” en “manifesteren”: het idee dat als je iets maar hard genoeg wil, je het ook zal krijgen. Met andere woorden: mensen die ziek zijn, hebben gewoon niet hard genoeg gewenst dat ze beter zijn. Mensen die arm zijn, hebben niet hard genoeg rijk willen zijn. Alle ellende is je eigen schuld, dus we hoeven jou niet te helpen. Dit is natuurlijk een verschrikkelijk wrede manier om naar je medemensen te kijken, maar er worden een hoop boeken mee verkocht.
Er bestaat dus al van voor de twintigste eeuw een natuurlijke overlap tussen nazisme en “alternatieve” of “natuurlijke” levenswijzen. Mensen die erg bezig zijn met het alternatieve of het “natuurlijke” kunnen daarom gemakkelijker extreemrechts binnengetrokken worden. Meestal gebeurt dit door hun woede tegen de moderne wetenschap op te stoken en hen een vijandbeeld te bieden waar ze zich op af kunnen reageren.
Dit vijandbeeld is net zoals bij de nazi’s in de jaren ’30 en de christenen in de 14de eeuw: de joden. Nu beschreven als “de cabal”, “reptielmensen” “Soros” enzovoort: extreemrechts is altijd gebaseerd op antisemitisme, de schuld van alles geven aan de joden. De weg van de yogamat of de plantgeneeskunde naar het vermoorden van “niet-zuivere” mensen is kennelijk goed geasfalteerd.
Tegenmaatregelen
Als je met spiritualiteit aan de slag wil, is het dus essentieel om te zien wanneer je bezig bent met aan jezelf werken, en wanneer je wordt ingelijfd om iets anders te doen. Daarvoor moet je beter worden in analytisch nadenken en in reflecteren.
In een recente studie is gekeken naar welke factoren ertoe leiden dat mensen meer of minder geloven in “pseudo-diepzinnige bullshit“. Het blijkt dat we allemaal wel enigszins gevoelig zijn voor bullshit: we hebben allemaal wel enigszins de neiging om van die “inspirational quotes” te zien als betekenisvol, ook al zijn ze totaal nietszeggend of zelfs onzinnig.
Maar er zijn wel factoren die voorspellen of mensen meer of minder gevoelig zijn voor onzin. Het lijkt erop dat mensen die sowieso al meer geloven in religie, alternatieve geneeswijzen en paranormale toestanden, vatbaarder zijn voor bullshit. Deze mensen hebben dus al een achterstand als ze benaderd worden met oplichterij, want ze zijn al minder geneigd om kritisch te kijken naar wat hen wordt voorgeschoteld.
Een andere factor lijkt te zijn: hoe goed ben je in nog eens een keer kijken naar wat je eigenlijk al geaccepteerd hebt? Mensen die niet zo goed zijn in hun eigen overtuigingen nog een keer tegen het licht houden, zijn een makkelijker doelwit voor bullshit.
Dit is relevant, want seksueel geweld, seksueel misbruik en huiselijk geweld werken in verreweg de meeste gevallen op basis van oplichting. Zoals in het geval van de tantra-coaches en het Thaise retreat is de bullshit natuurlijk gewoon het excuus om vrouwen te misbruiken. Het lijkt diepzinnig, maar de inhoud doet er niet toe. Het is alleen maar een manier om goedgelovige slachtoffers uit te zoeken.
Om jezelf te beschermen tegen oplichterij is het dus belangrijk om kritisch te kijken naar “alternatieve” verklaringen, en om, ook nadat je een bepaalde alternatieve verklaring hebt geaccepteerd, die later nog eens kritisch te ondervragen. Daarnaast is er denk ik nog een derde check. Is het alternatieve verhaal dat ik aanhang helpend? Of schaadt het mensen?
Veel van de praktijken die de ronde doen in de “spirituele” wereld zijn vooral gericht op jezelf. Dit wordt ook wel “spiritueel narcisme” genoemd: op Insta vertellen wat een prachtige inzichten je allemaal hebt en hoe je bent gegroeid, zonder dat iemand anders daar iets mee opschiet. Zolang je oprecht bezig bent met voor jezelf zorgen en groeien, is dat natuurlijk geen probleem. Maar zodra het een manier wordt om je beter te voelen dan de anderen, wordt het foute boel.
Naast de demonstraties met doodsbedreigingen hebben we nog veel meer ellendig gedrag gezien van “spirituele” mensen die tegen anti-covid-maatregelen zijn. Opzettelijk hoesten naar mensen met een mondkapje of hen in het gezicht spugen, dreigen met dood of verkrachting, ziekenhuispatiënten lastig vallen en ziekenhuispersoneel uitschelden.
Mensen met mondkapjes bespugen, ervoor pleiten dat covidpatiënten niet meer geholpen worden, en mensen die in het ziekenhuis liggen lastigvallen en uitschelden, helpt natuurlijk niemand. Dit brengt alleen maar meer lijden en schade in de wereld. Als je hiermee bezig bent, ben je al lang over de grens van “helpende” spiritualiteit en ben je gewoon bezig met ordinair vandalisme en intimidatie.
Ik denk dat iedereen al deze drie checks kan leren doen. Persoonlijk zou ik mezelf niet “spiritueel” noemen – ik heb niets met religie of met het paranormale. Dus in dat onderwerp kan ik je niet begeleiden. Maar ik denk dat iedereen kan leren om haar eigen overtuigingen nog eens onder de loep te nemen, kan leren zichzelf de tijd te geven om kritisch te zijn voor je iets accepteert, en ik denk dat iedereen wel kan leren zien wat lijden veroorzaakt en wat niet.
Ik denk dat als je op een goede manier met spiritualiteit bezig wil zijn, je bezig bent met de wereld een beetje beter maken. Lijden verlichten, niet verergeren. Ik denk dat goede spiritualiteit juist iets zou moeten zijn dat je empathie met andere bevolkingsgroepen vergroot. Dat het je meer begripvol maakt voor mensen met een beperking, en dat je beter jezelf in een ander kunt verplaatsen.
Ik denk dat mensen als Musashi, Takuan en Yagyu al een idee hadden dat “spiritualiteit” heel makkelijk problematisch kan worden. Zij zagen lijden niet als “eigen schuld”. Ze beschrijven niet meer dan wat iedereen kan zien. Musashi schrijft zelfs: “De gevechtsposities zijn dan misschien in vijf houdingen verdeeld; ze zijn allemaal bedoeld om mensen dood te maken.” Ik denk dat hij bedoelde: “Geloof niet in pseudo-diepzinnige bullshit.”