De meeste dingen bestaan helemaal niet

Ik zit hier aan tafel mijn nieuwe blogpost te typen, en ik heb een leuk vraagje voor je. “Wat is echt?”

Laten we beginnen met deze situatie, hier en nu. De tafel. Is die echt? Ik kan er op kloppen, mijn scheen ertegen stoten, en ik kan er niet dwars doorheen lopen. Klinkt vrij echt allemaal tot zover. Toch bestaat die tafel helemaal niet.

Wat is een tafel?

“Tafel” is namelijk helemaal niet iets dat echt bestaat. We hebben met z’n allen afgesproken dat dit ding een tafel is, en dat we hem als tafel zullen behandelen. Hij is bedoeld om aan te eten of te schrijven, en hooguit om op te leunen om te praten, maar officieel hoor je op een stoel te zitten.

We houden ons allemaal netjes aan die afspraak, en daardoor vergeten we meestal dat dit helemaal geen tafel is. Wat is het dan wel?

Het is een rechthoek van geverfd hout, met vier uitsteeksels, waar hij op dit moment op staat. Ik zou hem ook anders neer kunnen zetten. Wat zou ik er mee kunnen?

  • Ik kan hem neerzetten op wat nu de zijkant is. Dan heb ik een soort muur. Waarachter ik me zou kunnen verstoppen.
  • Ik kan er een deur mee barricaderen, als ik hem ergens tegen kan klem zetten.
  • Ik kan hem onder de deurklink duwen, zodat iemand de deurklink niet naar beneden kan duwen.
  • Ik kan hem met het blad naar onderen leggen. Dan heb ik 4 opstaande uitsteeksels. Daar kan ik een tent mee bouwen.
  • Ik kan de uitsteeksels (“poten”) gebruiken om was aan op te hangen of touw aan vast te binden.
  • Misschien drijft hij wel. Ook als hij mijn gewicht niet houdt, kan ik er spullen op leggen die ik niet nat wil hebben, en dan kan ik hem al zwemmend voortduwen.
  • Op de zijkant kan ik hem tegen zand of aarde aan zetten om een soort bunker te maken.

Dit zijn pas 7 mogelijkheden. Rory Miller vertelde dat hij in het leger een oefening kreeg om 20 dingen op te schrijven die je met een lepel kunt doen die niets met eten opscheppen te maken hebben. Ik weet zeker dat je met een tafel ook wel 20 verschillende dingen kunt verzinnen.

Een tafel is een tafel zolang je je aan de afspraak houdt

Dat is niet alleen een leuke oefening; je bent ook bezig te leren wat dat ding dat wij een “tafel” noemen nou eigenlijk is. We hebben allemaal als kind geleerd niet op tafel te klimmen, niet eronder te gaan zitten, en ons netjes te houden aan de afspraak van wat Grote Mensen vinden dat een tafel is.

Zoals ik in mijn vorige blogpost schreef, leren we tijdens ons opgroeien niet voor onszelf op te komen. We leren niet op een goeie manier onze grenzen aan te geven. En dat is ook logisch. Want de maatschappij is een groep, en over groepsgedoe is onze interne Monkey de baas. Voor de Monkey mag elk individueel mens kapot gemaakt worden, zolang de groep maar blijft bestaan.

Dus sterker nog: het is niet dat we niet leren om voor onszelf op te komen; we leren om niet voor onszelf op te komen. We leren ons te houden aan de afspraken, tot we alleen nog maar de afspraken zien, en niet de dingen die er daadwerkelijk zijn. We zien door de tafels de rechthoekige stukken hout niet meer.

We leren dat we om de tafel heen moeten lopen. We leren dit zo goed, dat het niet eens meer bij ons op komt om er overheen te klimmen.

De maatschappij bestaat alleen uit afspraken

We hebben dit probleem niet alleen met tafels. We hebben het bijvoorbeeld ook met “nee” zeggen. Mensen zien “nee” zeggen vaak als een onderhandeling. Jij hebt voor jouw “nee” argumenten, en de ander voor zijn “ja”. Zijn je argumenten niet goed genoeg, dan gaat jouw “nee” niet door.

Maar ook dat is weer een afspraak. Een afspraak die de groep dient, ten koste van jou. Want een “nee” ontstaat in jou, net zoals je voorkeur voor aardbeien en chocola en niet voor mango en framboos (om maar wat te noemen). Voor een “nee” heb je net zo min argumenten nodig als voor je keuze van een ijsje. Sterker nog, als je het moet beargumenteren, is het helemaal geen “nee” meer*.

De reden dat ik mijn “nee” hard kan maken, is dat ik zie dat de onderhandeling maar een afspraak van de groep is. En ik hoef me niet aan die afspraak te houden – want ik heb hem zelf niet gemaakt.

Dus ik kan teruggaan naar wat er echt is: ik sta hier, de mevrouw die iets van mij wil staat tegenover me. Om te laten gebeuren wat zij wil dat er gebeurt, moet ook ik iets doen. Maar ik hoef datgene helemaal niet te doen. Ík heb controle over mijn lichaam, niet zij. Het enige dat ik hoef te doen om te zorgen dat wat zij wil niet gebeurt, is dus… niet doen wat zij wil. Dat besluit heb ik allang genomen: mevrouw, wat u wilt, gaat niet gebeuren.

Wil zij iets voor elkaar krijgen, dan betekent dat dat zíj moet escaleren. En daar kan ik dan wel weer iets mee. Maar dat zien we wel als het gebeurt. Als het gebeurt. Want mensen willen helemaal niet escaleren. Universele regel voor de mensheid: “Niemand wil gezeik.”

Afspraken zijn er meer dan je denkt

Afspraken zijn eigenlijk overal. En eigenlijk zijn het vooral afspraken die jij niet gemaakt hebt, maar die vóór jou gemaakt worden. Over het algemeen is het niet erg je er aan te houden. Je aan de maximum snelheid houden, niet telefoneren achter het stuur en op de fiets, dat zijn afspraken die ook jou helpen overleven.

Sociale afspraken zijn minder goed voor je, zoals ik hierboven liet zien. Maar erger nog zijn de afspraken waarvan je helemaal niet doorhebt dat ze er zijn. Randall Collins beschrijft in zijn sociologie van geweld** hoe de uitkomst van een gevecht in heel veel gevallen niets te maken heeft met wat de fysieke omstandigheden zijn.

Een meerderheid van 6 tegen 1 die ervan overtuigd zijn dat ze niet kunnen winnen, is geen uitzondering. Door de hele geschiedenis heen zie je dat mensen ophouden zich te verdedigen als ze denken dat ze verloren zijn, ook als ze nog steeds alle mogelijkheden hebben om makkelijk te winnen. 6 tegen 1. Dat win je zelfs nog zonder wapens. Als je die strijd opgeeft, dan baseer je je beslissing dus op iets dat niet echt is, en negeer je wat wél echt is.

Collins beschrijft heel accuraat de afspraak die ontstaat zodra één van de strijdende partijen kwetsbaarheid laat zien. Op dat moment raakt het beoogde slachtoffer in de ban van de aanvaller. Hoe meer je jezelf slachtoffer voelt, hoe minder je geneigd bent jezelf te verdedigen. En hoe minder je jezelf verdedigt, hoe erger het geweld dat de aanvaller op je loslaat.

Ik durf te wedden dat bijna niemand deze afspraak kent. Niemand weet dat deze afspraak maar een afspraak is, en toch reguleert hij een groot gedeelte van ons leven.

Even voor de duidelijkheid: alles wat hier bepalend is, is niet echt. De dominantie van de 1-tegen-6 minderheid die denkt dat ze gewonnen hebben, het gevoel van de overwonnen meerderheid die denken dat ze toch niet kunnen winnen:

Al deze gedachten en gevoelens zijn niet echt.

Wat we hier zien is dat we niet worden verslagen door wat er werkelijk is. Sterke nog: als we de werkelijkheid konden zien, zouden we helemaal niet verslagen worden.

Stel je eens voor hoe dat zou zijn.

Afspraken maken je klaar om gemanipuleerd te worden

De Monkey werkt niet in jouw voordeel. Ja, vroeger, toen het om te overleven van belang was niet uit de groep verstoten te worden. Maar hij overdrijft een beetje. Hij wil alleen maar dat de groep blijft bestaan. Of jij daarvoor gemarteld, verkracht of erger moet worden, maakt hem niet zo uit.

Onze maatschappelijke afspraken dienen de Monkey. Mensen met kwaad in de zin, of het nou oplichters, verkrachters, manipulators of wat voor slag aanvallers dan ook zijn, zijn meesters in het werken met afspraken. Hun expertise bestaat eruit jou zo te laten focussen op de afspraken, dat je de echte wereld niet eens meer ziet.

Geen wonder dus dat mensen die professioneel met geweld te maken hebben, als onderdeel van hun training hebben om weer te gaan zien wat er daadwerkelijk is. Die oefening van “20 dingen die je met een lepel kunt doen” is een hele mooie.

Een ander voorbeeld is een zintuig-oefening om je uit de wereld van de afspraken weg te scheuren en je weer in het hier en nu te brengen. Sluit je ogen, en benoem 4 dingen die je hoort… Benoem 4 dingen die je ruikt… Benoem 4 dingen die je voelt tegen je huid.

Geluk hebben is meestal gewoon een kwestie van zien wat er is. “Zien wat er is” is een simpele manier om te beschrijven wat zen en meditatie hopen te bereiken.

Het is ondertussen een stokpaardje van me: ik vind niet dat je zelfverdediging alleen moet leren om nare dingen te voorkomen. Ik denk dat het alleen voor je werkt als je er een positieve wending mee geeft aan je hele leven.

Ik geloof niet zo in “Dingen anders doen”. Het is moeilijk om bestaande gewoontes aan te passen. Daarom geef ik hier ook niet een lijst van wat allemaal niet echt is. Dat zou een hele lange lijst worden.

Ik geloof meer in “Andere dingen doen”. Daarom stel ik voor dat je aan de andere kant begint. Niet kijken naar wat er allemaal niet echt is; kijken naar wat er wél echt is.

—————————————————————————————–
* Aan elke onderhandeling ligt een “ja” ten grondslag. Als er een “nee” zou zijn, zou de onderhandeling überhaupt niet plaatsvinden.
** Collins, Randall. Violence – A Micro-sociological Theory. Princeton, Princeton University Press 2008.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *