Maar wanneer ga je nou écht op zelfverdediging?

Als ik aan vrouwen vertel dat ik lesgeef in zelfverdediging, is de meestgehoorde opmerking: “Gaaf! Maar ik zou alleen op zelfverdediging gaan als ik het écht nodig heb.”

Als eerste reactie begrijp ik dit – want het is natuurlijk een eng onderwerp en met enge onderwerpen hebben we liever niks te maken. Maar toch is dit idee een misverstand. Er zijn genoeg redenen waarom het juiste moment om op zelfverdediging te gaan altijd “nu” is.

Wat pak je aan?

Tijdens een van mijn eerste baantjes moesten mijn collega’s en ik om 6:00 ’s ochtends beginnen. Onze baas kwam meestal om 10:00. Maar de problemen deden zich natuurlijk veel eerder voor: collega’s die niet waren ingeroosterd, collega’s die ziek waren, kapotte apparatuur, enzovoorts.

Mijn collega’s waren zeer loyaal en zeer harde werkers. Dus als er om 7:00 een probleem was, gingen ze keihard aan het werk om dat zo snel mogelijk op te lossen. Zeer lovenswaardig, maar als onze baas dan om 10:00 aankwam, waren de problemen al grotendeels opgelost. En dus was er totaal geen aanleiding voor hem om iets aan de omstandigheden te verbeteren.

Dit probleem hebben we op een bepaalde manier allemaal. Als je de eerste 16 jaar van je leven bent doorgekomen, heb je allemaal dingen aangeleerd om met problemen om te gaan. Je kunt onbeperkt door blijven modderen.

Het jammere is dat het oplossen van al die individuele problemen je veel moeite en energie kost. Moeite en energie die je anders zou kunnen stoppen in een meer fundamentele aanpak – want de kans is groot dat er onder alle kleine problemen die je hebt een gemeenschappelijke factor ligt.

In plaats van je af te vragen of dít wel het moment is om dat onderliggende probleem aan te pakken, kun je je beter afvragen of het zin heeft om door te blijven gaan met rondrennen en brandjes blussen.

Maak het concreet

Want als ik die opmerking waarmee ik deze post begon nou eens heel serieus neem – maak eens een concreet beeld bij “als ik het echt nodig heb?” Hoe ziet dat eruit? Waar ben je dan, en wat maakt dat je nu vindt dat je het écht nodig hebt?

Heb je dat concrete beeld voor ogen? Oké, dan nu de vraag: als je nu in die situatie bent en je beslist dat je op zelfverdediging gaat, denk je dan dat je nog op tijd bent? Inclusief een school zoeken die bij jou past, en die een training aanbiedt op het moment dat jij het nodig hebt?

Dat is namelijk het probleem met rond blijven rennen en brandjes blijven blussen: op een gegeven moment besef je dat je omringd bent door brandjes. En dan heb je geen tijd meer. Om het op een negatieve manier te zeggen: het moment om op zelfverdediging te gaan, zal jou nooit goed uitkomen; het past nooit in je agenda, het past nooit in je plannen.

Het juiste moment is altijd “nu”

Maar ik maak het liever positief. Zelfverdediging is een vaardigheid die hoort bij jou als mens. We zijn hiervoor gemaakt. We hebben spieren, botten, pezen, een huid; we kunnen rennen, springen, klimmen, kruipen, valbreken, slaan, schoppen, bijten, gooien – en gezondheid voor ons betekent al die dingen gebruiken.

De mens is een functioneel wezen: we zijn geëvolueerd om te overleven, om regelmatig butsen en blauwe plekken op te lopen, om eens een keer ziek te worden of geblesseerd te raken. Al die dingen zijn gezonder voor ons dan in een zachte kantoorstoel hangen, achter het stuur van een auto zitten, op de bank te liggen en ons leven in luxe door te brengen.

Alleen al door het actief aangaan van de onplezierige problemen die we bij zelfverdediging in de ogen kijken, wordt je overlevingsdrang geactiveerd. Gevechtsmethodes als tai ji quan en andere “gevechtskunsten” zijn gezond niet ondanks, maar omdat ze over gevechtsbewegingen gaan.

Maar dat is alleen nog maar het fysieke gedeelte, en dat is het minst belangrijke van zelfverdediging. Belangrijker is dat het je mentale vaardigheden kan leren die in onze maatschappij vaak verloren zijn gegaan.

Dat begint al met onplezierige dingen onder ogen zien. Dat geeft je perspectief om te beseffen wat je wel en niet in je leven wilt – wat je missie is.

Daarop volgt de realisatie dat de wereld oneerlijk is – en dat je het toch niet gaat opgeven. Het besef dat je niet altijd krijgt wat je “verdient”, en dat je, ook als de dingen zwaar zijn, door zal moeten werken of door zal moeten vechten. Dat je “rechten” niet altijd bepalen wat je daadwerkelijk krijgt – en dat je dat kunt hebben.

Dat je dus dingen uit de taboesfeer gaat trekken. Taboes zijn eng omdat je er niet naar durft te kijken. Maar de enige manier om er ook maar enigszins mee om te leren gaan, is juist wél te kijken. We durven vaak niet naar geweld te kijken – en dat maakt geweld gevaarlijk.

Dat daden consequenties hebben, en dat elke keuze die je maakt, een bewuste keuze is. Dat je gaat kiezen wat je wel en niet in je leven wilt – omdat je begrijpt dat je zal moeten kiezen. Daar begint bewust leven.

Dat je gaat leren “nee” te zeggen, omdat je begrijpt dat je pas echt “ja” kunt zeggen als je echt “nee” kunt zeggen.

Dat je gaat leren waarderen wat er nú is, wat je nu hebt. Meditateren in een stille ruimte in een prachtig oosters klooster is één ding, maar daar is mediteren niet voor bedoeld. Meditatie gaat niet over opladen; het gaat over in evenwicht blijven in je dagelijks leven. Als je zelfverdediging kunt integreren met jezelf, heb je je meditatie altijd bij je.

Empowerment

Maar mochten al deze positieve dingen je niet overtuigen, dan zegt het je misschien wel wat dat heel veel krachten in deze wereld liever niet willen dat jij voor jezelf kunt opkomen.

Kristi Coulter beschrijft in een blogpost hoe ze erachter komt hoeveel vrouwen bereid zijn te accepteren – als ze maar alcohol krijgen. Als ex-alcoholist ziet ze de wereld als nieuw, en voelt ze scherp hoeveel boosheid vrouwen wegstoppen door alcohol:

“Is het echt zo moeilijk, om een First World vrouw te zijn? Is het echt zo erg om de carriere te hebben en de man en de huisdieren en de kruidentuin en de buikspieroefeningen en de oh-ik-werd-gewoon-zo-wakker-makeup en de botox en de Uber chauffeur die misschien een verkrachter is? Is het zo moeilijk om 10 uur te werken voor je 77% van een salaris, naar huis te lopen langs een dronkelap die je uitnodigt om hem af te zuigen, en dan de TV aan te zetten en de mannen die dit land runnen te horen praten over hoe ze je gaan beschermen tegen abortus door je te dwingen kinderen te laten groeien in jouw lichaam?”

Het antwoord is natuurlijk JA – het is zwaar. Maar alcohol is niet het antwoord. Meegaandheid is niet het antwoord.

Boosheid is taboe in onze maatschappij – zeker voor vrouwen. Maar de innerlijke booshied die hieraan ten grondslag ligt is de natuurlijke, positieve aggressie die jou de mogelijkheid geeft om weg te gaan van wat niet goed voor je is, en toe te gaan naar wat wel goed voor je is.

“Ja” zeggen

In feite is dát wat er mis is met rond rennen en brandjes blussen. Het is negatief bezig zijn, omdat je niet “nee” kunt zeggen tegen de dingen die niet goed voor je zijn. Leren voor jezelf op te komen, leren je weerbaarheid te vergroten – op alle gebieden van je leven – is leren “ja” te mogen zeggen.

Het is beginnen met “ja” zeggen tegen jezelf. Ik denk dat dat het grootste misverstand over zelfverdediging is: dat het gaat over het afwenden van gevaar. Ik geloof niet dat het zo werkt. Ik denk zelfs dat als je het zo bekijkt, zelfverdediging niet voor je gaat werken.

Ik geloof dat het alleen werkt als je op zoek gaat naar het positieve voor jezelf. Met al je overlevingsdrang, als je levenslust en al je positieve aggressie. Dát is de reden om dit keer echt op zelfverdediging te gaan: omdat het de poort is naar alle andere positieve dingen in je leven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *