Ik krijg vaak de vraag op welke vechtsport mijn lessen zijn gebaseerd. “Geen enkele,” is daarop het antwoord, maar dat moet ik eigenlijk een beetje uitleggen. Een sport is voor mij iets met competitie. Zelfverdedigingstechnieken zijn simpelweg te gevaarlijk om voluit op elkaar te oefenen, dus worden die vaak veranderd of afgezwakt voor de competitie.
Tai ji (ook wel bekend als tai chi) wordt meestal zonder competitie-element beoefend, en daardoor zijn de technieken nog net zo effectief als ze zijn bedoeld. Daarom noem ik tai ji een “gevechtskunst” en niet een vechtsport. Maar eigenlijk geldt voor tai ji hetzelfde als voor vechtsporten: als je het als verdedigingstechniek wilt gebruiken, moet je het eerst nog vorm geven.
Waarom moet ik dan aan inktvissen denken? Nou – er zijn inktvissen die niet alleen hun kleuren kunnen aanpassen; ze kunnen ook hun vorm en hun huid veranderen. Zo kunnen ze hun armen lang en dun of juist kort en dik maken, en hun huid glad of juist geplooid. Ik stel me zo voor dat hun lichaam, vóór ze er iets mee doen, een soort kleurloze, vormloze klei is. Met ongekende mogelijkheden.
Dat zijn gevechtskunsten ook. Bij tai ji kun je dat goed zien. Elke beweging is een aanval of een verdediging, alleen heeft het nog geen echte vorm. Een hand die naar voren beweegt kan een duw zijn, een slag, onderdeel van een klem, een wering… net hoe je hem vorm geeft. Tot die tijd is het alleen maar… een hand die naar voren beweegt.
Ik zei al eerder dat bij vechtsporten de bewegingen vaak zijn aangepast om ze veiliger te maken voor het houden van wedstrijden. Soms wordt bijvoorbeeld een trap gegeven naar de spieren van het bovenbeen, terwijl je, als je iemand buiten gevecht wilt stellen, beter een stukje lager kunt trappen, tegen de knie. Hier moet je dus je training aanpassen van sport naar verdedigingstechniek.
Dan komt het volgende niveau. Nu gaan we niet meer alleen kijken naar wat voor vorm de Kung Fu Inktvis moet aannemen om zich te kunnen verdedigen. Nu gaan we kijken naar wat déze inktvis moet doen om zich te verdedigen. Met andere woorden: hoe kun jij de technieken aanpassen aan jouw lichaam, aan jouw situatie.
Daarvoor is het belangrijk van alles te oefenen. Tijdens mijn lessen geef ik daarom af en toe de ruimte voor “vrij spel”. Ik geef een probleem op, bijvoorbeeld iemand die je schouder vastgrijpt. Daar mag je zelf mee aan de slag. Ik geef niet van tevoren het antwoord. “Het” antwoord bestaat namelijk niet.
Jouw antwoord op de situatie is vast anders dan mijn antwoord. En dat is goed zo. Als het werkt, is het een goed antwoord. Werkt het niet, dan moet je iets anders proberen. Tai ji is daarvoor een geschikte basis.
Het is bijvoorbeeld niet gebaseerd op de bewegingen van 1 dier, zoals bepaalde kung fu wushu stijlen. In elke techniek zitten een aantal dieren verborgen. Je kunt als het ware de jas van die dieren aantrekken, om te zien hoe die vorm van bewegen jou past. Dat moedigt je aan om van alles te proberen.
Als je dat kunt, dan kun je ook naar het volgende niveau. Dan zul je merken dat zelfs als tijdens een training dezelfde persoon dezelfde aanval op je uitvoert, je misschien toch elke keer iets anders doet om je te verdedigen.
Als je dat kunt, en het niet erg vindt; als je steeds nieuwe dingen kunt doen, afhankelijk van wat je lichaam je vertelt over de situatie, dan ontwikkel je het initiatief en de flexibiliteit om met elke vervelende situatie om te kunnen gaan.
Kom trainen bij udemushi en probeer de lessen van de Kung Fu Inktvis voor jezelf uit!