Sherlock Holmes

Als Sherlock Holmes vecht, kiest hij van tevoren zijn doelen, en zet vervolgens zijn strategie uit als een serie zetten in een schaakspel. Kun jij dat ook leren?

Sherlock Holmes blijft fascineren (en nee, dames, niet alleen als hij door Benedict Cumberbatch of Robert Downey Jr gespeeld wordt). Hij is de verbeelding van ons geloof in het rationele denken.

Stukje geschiedenis…

In de 18de eeuw waren er 2 denkrichtingen:
1) Iemand die rationeel denkt, kan elk probleem oplossen;
2) de mens is wel in staat tot denken, maar leeft ook met zijn gevoel, en soms is de ratio niet genoeg.

Ergens is er iets met de 2de stelling gebeurd, want we lijken wel heilig te geloven in #1.

Het rationele brein

Voor zover we nu weten, wordt het rationele nadenken – “Hm, welke zet zal ik nu doen in dit spelletje? Hoe zal ik deze zin opschrijven?” – gedaan door het voorste gedeelte van je hersenen, de “prefrontale cortex”, eventueel in samenwerking met een netwerk dat de voorkant en de achterkant van je hersenen met elkaar verbindt.

Het zijn dus niet je hele hersenen die dit soort gedachten denken. Maar ondertussen staat de rest niet stil.

“Je gebruikt maar 10% van je hersenen”

We nemen vaak aan dat moeilijke gedachten meer energie kosten dan makkelijke. Alleen lijkt het bewijs dat nogal tegen te spreken. Je hersenen gebruiken eigenlijk altijd min of meer dezelfde hoeveelheid energie. Als het al verhoogt bij complexe taken, is dat maar ergens in de buurt van 1%.

Want die complexe taken zijn het “bewuste” denken: we weten dat we erover na aan het denken zijn.

Sherlock Holmes voert al zijn gedachten zo uit, en zijn aantrekkingskracht ligt erin dat we denken dat als wij dat ook zouden kunnen doen, we elk probleem zouden kunnen oplossen en altijd gelijk zouden hebben.

Dit is de befaamde mythe dat we allemaal maar 10% van onze hersenen zouden gebruiken, en wat we allemaal voor elkaar zouden kunnen krijgen als we de volle 100% zouden gebruiken.

Onbewust nadenken

Zoals het energieverbruik laat zien, is dat dus onzin. We gebruiken altijd onze hele hersenen.

En we hebben het ook helemaal niet nodig om steeds bewust na te denken. Onze hele hersenen staan constant aan en leveren de informatie die we nodig hebben.

Als ik voor mezelf een kopje thee inschenk, hoef ik daarbij niet bewust te denken “hoe krijg ik die theepot nou recht boven dat kopje?” – dat gaat onbewust.

Hoe snel kun je denken?

Bewust nadenken is langzaam.

Het duurt ongeveer 300 milliseconden voor een stukje onbekende informatie wordt herkend. Ter vergelijking: een goeie vuistslag duurt tussen de 300 en 100 ms. Dus als je bewust moet nadenken, kun je een klap nooit zien aankomen.

Onbewust denken kost ongeveer de helft van de tijd. De gedachte hoeft langs minder cellen, en onbewuste herkenning van een aanval wordt onmiddellijk omgezet in een verdediging.

Daarom is het zo belangrijk te leren voelen. Je kunt niet loskomen uit een klem, of zelf een klem plaatsen, of op korte afstand vechten, als je niet kunt voelen, want nadenken duurt veel te lang.

Leren voelen

Een van de dingen die je zult moeten leren is je gevoel “uitbreiden” over je hele lichaam. Alsof je een alarmsysteem installeert, dat jou waarschuwt zodra er iets mis is.

Gelukkig hebben we allemaal zo’n alarmsysteem, en is het een kwestie van inschakelen. Zoals Stephen Pinker schrijft in How The Mind Works:

“We zijn allemaal intuïtieve natuurkundigen, biologen, ingenieurs, psychologen en wiskundigen.”

Intuïtie

Want dat is wat voelen is: gebruik maken van je intuïtie.

Weet je hoeveel zintuigen de mens heeft? Meestal zeggen we 5. Maar het zijn er meer dan 15.

Alles wat we waarnemen is een combinatie van de informatie die binnenkomt door al die zintuigen, en hoe die informatie constant verandert.

Dat is een heleboel informatie.

En dat wordt allemaal ergens in je hersenen verwerkt. Er wordt over nagedacht zonder dat je weet dat erover wordt nagedacht.

Misschien ken je het gevoel wel: je weet zeker hoe dat nummer heet, maar je kunt nu net even niet op de titel komen. 2 uur later weet je het ineens, zonder dat je erover hebt nagedacht.

Natuurlijk heb je er dan wel over nagedacht: je hebt alleen niet geweten dat je erover hebt nagedacht.

Onbewust, dus.

Beveiligingssysteem

Okee, dus je lichaam heeft een alarmsysteem dat onbewust jouw situatie afspeurt op zoek naar gevaar. Maar hoe klinkt het alarmsignaal dan?

Veiligheidsexpert De Becker* beschrijft 13 “gevoelens” die je vertellen dat er iets mis is. Dat onzekere gevoel in je buik? Die onweerstaanbare impuls om een grap te maken over hoe deze situatie plotseling heel vervelend kan worden? Dat zijn manieren waarop je hersenen de onbewust overdachte informatie als antwoord aan jou leveren.

Sterker nog, hij beschrijft dat bewuste alertheid juist in de weg kan staan van je intuitie. “Als je constant bang bent voor alle mensen, dan is er geen signaal meer over voor de momenten waarop je het echt nodig hebt.”

Het O-woord

Ja, ik gebruik het O-woord nogal vaak. Ontspannen is belangrijk.

We gebruiken piekeren vaak als een soort excuus voor onszelf: kijk maar, ik ben erover aan het nadenken, ik ben ermee bezig.

Maar eigenlijk kunnen we beter ontspannen. En luisteren naar onze intuitie als we een keer echt bang zijn. Als je dat kunt, ga je veel meer ontspannen door het leven. En heb je nog eens meer kans om gevaar te zien ook.

Wees geen Sherlock Holmes

Met andere woorden: wees geen Sherlock Holmes. Je onbewuste gedachten zijn veel sneller dan je bewuste gedachten. Op je gevoel kun je beter vechten dan met je ratio alleen.

En als je ophoudt met voortdurend piekeren en bewust over alles nadenken, ben je veel meer ontspannen en sta je veel meer open voor de signalen van je hersenen – en al het moois om je heen.

*G. De Becker. The Gift of Fear, p279, 305.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *