Over toestemming, tolereren, ja en nee

Toen Emmeline May haar inmiddels beroemde thee-analogie voor toestemming schreef, begon ze met “Even een korte update”… Waarschijnlijk had ze geen idee dat ze in korte tijd wereldberoemd zou worden.

Blue Seat Studios heeft er een overduidelijke video van gemaakt:

Wat is toestemming?

Het belangrijkste aan deze analogie vind ik het eerste stukje: dat iemand enthousiast “ja” zegt. Ik heb eigenlijk ook nooit begrepen waarom je seks met iemand zou willen die niet echt heel graag seks met jou wil. Jij bent de moeite waard! Jij bent leuk! Jij bent goed in bed! Als iemand niet echt seks met jou wil, dan neem jij toch het initiatief om te zeggen: “Dan niet”?

De afgelopen jaren heeft Europa gewerkt aan een nieuwe privacywet. Daarin komt het woord “toestemming” heel vaak voor. Het wordt als volgt beschreven: een “vrije, specifieke, geïnformeerde en ondubbelzinnige wilsuiting”. Dat vind ik eigenlijk wel een mooi voorbeeld.

Toestemming moet “vrij” zijn: je moet de keuze zonder enige dwang kunnen maken.
Ze moet “specifiek” zijn: ik geef toestemming voor één ding, niet voor alles.
Ze moet “geïnformeerd zijn”: ik wil vooraf weten wat we gaan doen.
En ze moet “ondubbelzinnig” zijn: het “oh my god fuck yes” uit de video.

Is het dat niet, dan is het geen toestemming.

Maar eigenlijk vind ik het hele idee van “toestemming” een beetje raar. Toestemming is altijd reactief. Iemand wil iets van jou, en jij geeft daar antwoord op, je stemt er mee in. Maar het initiatief kwam van de ander. Dat zou je bij seks toch wel iets anders willen, toch?

Niet-nee is nog geen ja

Toestemming klinkt voor mij een beetje als een “niet-nee”. En dat is nog geen ja. Ik zou hopen dat mensen die seks met elkaar hebben, er allebei vanuit hun eigen initiatief aan gaan beginnen. Omdat seks het mooiste is dat er bestaat. “Het is het dichtst dat je bij een ander mens kunt komen,” hoorde ik onlangs, in, of all places, de Science Fiction-serie Travelers. Dat lijkt me iets om aan te beginnen met iets meer dan een “meh, vooruit dan maar.”

Ja en nee zijn niet alleen elkaars tegenpolen. Ze zouden allebei even sterk moeten zijn. Ze zouden allebei jouw interne initiatief moeten tonen. Als je niet echt “nee” kunt zeggen, kun je ook niet echt “ja” zeggen.

Als je van jezelf geen “nee” mag zeggen, ga je dan met me naar de film omdat je zo waanzinnig zin hebt om met mij naar de film te gaan, of omdat je geen “nee” mag zeggen? En hoe zit je daar dan straks, in de bioscoop?

Er is ook een Nederlandse vertaling van de thee-video, voor kinderen. Supergoed dat dit wordt gedaan, en juist voor kinderen. Want je kunt hier niet vroeg genoeg mee beginnen.

Wat ik er wel jammer aan vind, is dat het kind in de video zegt “Nee dankje. Daar word ik verlegen van. Ik zwaai liever.” Het was heel mooi geweest als het bij “Nee dankje” was gebleven, want dat is de beste manier om nee te zeggen.

Een “nee” met een uitleg is geen “nee”; dat is een voorwaardelijke “ja” (“Oh maar het is niet erg als je er verlegen van wordt hoor, kom maar hier.”) En bij “nee” hoort al helemaal geen alternatief (“ik zwaai liever”). Je bent absoluut niet verplicht een alternatief te geven alleen omdat een ander iets wil.

En even in de herhaling: “Ik kan niet” betekent “ja”. Het betekent: “Er zijn omstandigheden en daarom gaat dit niet door. Als die omstandigheden er niet waren, ging het wel door. (ik wil dus wel).”

Oh ja, en dan nog over dat hele bewusteloos zijn-verhaal: dat heb ik nooit begrepen. Bij EHBO heb ik geleerd dat bewusteloosheid altijd een medisch noodgeval is. Of je nou probeert seks met iemand te hebben of zijn/haar sokkenla opnieuw wil inrichten maakt niks uit. Zolang je geen medische hulp inroept, ben je bezig iemand in levensgevaar te laten terwijl je zou kunnen helpen. Dat lijkt me op z’n minst nalatig.

Naar een echte “ja” en een echte “nee”

Toestemming zoals beschreven in de video van May is nog steeds geen oplossing als je geen “nee” kunt zeggen. Laat ik even heel duidelijk zeggen: als ik van jou vermoed dat je geen “nee” kunt zeggen, neem ik al je “ja”s met een grote korrel zout. In het geval van seks zou ik er gewoon niet aan beginnen. Het risico is te groot dat je “ja” niet echt is.

“Kunnen” zeg ik hier, maar dat is natuurlijk onzin. Iedereen kan “nee” zeggen: het zijn maar drie letters, en twee ervan zijn hetzelfde. Het probleem is dat we onszelf niet de toestemming geven om “nee” te zeggen. Dat wil de maatschappij graag van ons, en dat zou al reden #1 moeten zijn om hier iets aan te doen.

De beste manier die ik ken om je “ja” en je “nee” te versterken is om je eigen initiatief te versterken. Niet bedenken wie je toestemming zou geven om jou te knuffelen. Dat is alleen maar tolereren. Als jij nu vijf mensen mocht uitnodigen om jou te knuffelen, wie zouden dat zijn?

Ik blijf erbij dat zelfverdediging gaat over je dagelijks leven. Dus de belangrijkste veranderingen die je kunt maken, zijn in je dagelijks leven. Wat wil je? En mag je van jezelf daarvoor gaan?

Als je niet goed weet wat je wil, begin dan eens met eten. We weten meestal wel wat we wel en niet lekker vinden. Bloemkool ja, broccoli nee. En mag je daar dan voor gaan? Probeer eens een week lang alleen te eten waar je zin in hebt, op het moment dat je er zin in hebt.

Heb je hier moeite mee? Dan kan ik van harte aanraden om een assertiviteitstraining te gaan doen. Het is belangrijk dat je tegelijk aan je “nee” en je “ja” werkt. Maar belangrijker nog is te gaan inzien dat ze allebei voort komen uit jou.

Frans Veldman, grondlegger van de haptonomie, noemt dit “vitale verlangens”*. Hij zegt dat we niet alleen de drang hebben om te overleven, een soort negatieve drang om te voorkomen dat we sterven. Hij zegt dat we ook een positieve drang hebben om het beste in de wereld te beleven.

Dat is precies wat zelfverdediging is. Niet alleen de wens om niet beschadigd of gedood te worden. Maar ook de positieve wens om de goeie dingen van het leven te ervaren.

Als je het moeilijk vindt om goed voor jezelf te zorgen, zie jezelf maar als je beste vriendin. Geef je je beste vriendin alcohol, sigaretten en junk food omdat je dan makkelijk van haar af bent? Of gun je haar iets beters? Laat je je beste vriendin hele dagen op de bank hangen, of gun je haar uitdagingen, zodat ze de kracht kan vinden om steeds beter en sterker te worden?

Ik denk dat we voorbij het idee moeten gaan van toestemming en tolereren, en naar een begrip van “vitale verlangens”, verlangens die vitaal voor ons zijn. Dat wil zeggen, die goed voor ons zijn, die ons levend en levendig houden.

En als je dan toch per sé rekening wilt houden met die ander: realiseer je dan dat het voor die ander óók fijner is om jouw echte “ja” en echte “nee” te ervaren. Te zien en te horen wat jou anders maakt dan alle andere mensen. En een onechte “ja” is net zo goed een leugen als elke andere onwaarheid.

Maar uiteindelijk denk ik dat het gaat om handelingsperspectief. Dat je gaat handelen naar jouw vitale verlangens. Dat je gaat meedoen in de wereld. Dat je jouw aandeel aan actie gaat opeisen. Dat je actief “ja” gaat zeggen tegen wat jij wil. Dat jij net zoveel ruimte krijgt als ieder ander.

———————————————————
*: Veldman, F. Levenslust en levenskunst. Blaricum: Van der Veer Media, 2007.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *