Kun je hem nog kwader maken?

Bij een workshop die ik afgelopen weekend heb gegeven, kreeg ik de vraag of je, door jezelf te verdedigen, de aanvaller niet nog kwader maakt. Deze vraag krijg ik wel vaker, dus het leek me goed hier iets over te zeggen.

Wij mensen zijn een beetje rare wezens. Bij veel dieren vindt binnen de soort wel agressie plaats, maar dat is sociale agressie. Kijken wie het sterkst is. Kijken van wie het territorium is. Die gevechten eindigen vaak niet met de dood of ernstige verwondingen.

Tegenover sociaal geweld staat roofdiergeweld. Dat is iets heel anders. Een leeuw vecht niet met een hert, en al zeker niet om te kijken wie het sterkst is. Je zou kunnen zeggen dat er helemaal geen communicatie is tussen de leeuw en het hert.

Waar wij mensen raar in zijn, is dat wij ook roofdiergeweld kunnen gebruiken tegen onze soortgenoten.

Even voor de goede orde: mensen die dat doen zijn niet normaal. Het overgrote deel van de mensheid, 75 tot 96 procent, doet zoiets niet. De legers van deze wereld moeten enorme moeite doen om soldaten zo gek te krijgen dat ze onbekenden overhoop schieten, want soldaten schieten veelal expres mis.

Maar er zijn dus mensen die met een roofdierinstelling naar andere mensen kijken. Bijvoorbeeld een aanrander. Die wil iets van jou, en het maakt hem niet uit wat jij daarvan vindt.

Maar is hij ook kwaad? Is een leeuw kwaad op het hertje dat hij zo gaat opeten?

Het probleem van dit soort geweld is dat wij, de mensen zonder roofdierinstelling, kijken vanuit onze blik van sociaal geweld. Wij denken dat wij nog in communicatie zijn met onze aanvaller. Als ik me niet verdedig, wordt hij misschien niet kwaad.

Maar er is helemaal geen communicatie. Je kunt je zelfs afvragen of die ander jou wel als mens ziet.

Als het hertje zich niet verdedigd, betekent dat dus niet dat de leeuw haar wel met rust zal laten.

Wat wij moeten leren, is dus om niet te denken dat we in gesprek zijn met onze aanvaller. Onze aanvaller moet worden uitgeschakeld, simpelweg.

Dat betekent dus ook dat we niet gaan “vechten” zoals een gevecht in een film of een gevecht tussen twee mannen die willen zien wie de sterkste is.

Wij gaan snel, hard, op eigen initiatief en met doorzettingsvermogen ingrijpen om te zorgen dat wij straks veilig naar huis kunnen.

En het beste daarvan is dat wij daardoor iets heel belangrijks van onszelf te weten komen: wij zijn geen hertjes. En als wij dat van ons weten, is er een grote kans dat een aanvaller dat ook aan ons merkt, en ons met rust laat.

Tot ziens bij de training!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *