Waarom je niet mag winnen

Zelfverdediging is geen hogere wiskunde. Er is best veel dat je kunt doen om in korte tijd je veiligheid, vrijheid en levensgeluk een flink stuk te vergroten. Zelfverdediging zelf is het probleem niet.

Het probleem ligt bij de weerstand die je hebt om het überhaupt te gaan leren. En één van die vormen van weerstand is dat je van jezelf helemaal niet mág winnen.

Wat houd je tegen om jezelf te leren verdedigen?

Eerder schreef ik al over het eerste obstakel: dat zelfverdediging leren niet eerlijk is, aangezien hij jou lastigvalt.

Ook schreef ik over waarom het moeilijk is om iets te leren als je niet eerst weet dat je okee bent.

Ten derde heb ik gekeken naar waarom de maatschappij eigenlijk helemaal niet wil dat je dit gaat leren.

Maar het ergste obstakel komt misschien wel vanuit jezelf.

Ik zie het heel vaak in de lessen maar ook daarbuiten: iemand doet iets, het lukt, en hij of zij gaat vervolgens allerlei manieren verzinnen waarop het toch eigenlijk niet zo’n grote overwinning was.

“Ja, hier lukt het, maar in het echt zou ik het niet kunnen.”
“Bij jou lukt het want bij jou voel ik me veilig.”
“Jij werkte mee.”

Of gewoon:

“Ik kan dit echt niet.”

Je eigen overwinningen vernietigen

Die laatste vind ik altijd het meest bizar. Huh? Je hebt het net gedaan! Hoe kun je dan zeggen dat je het niet kan? Je ontkent gewoon de realiteit!

Ik begreep nooit goed waarom mensen dit deden. Was het een misplaatste bescheidenheid? Ik ben tenslotte maar een beetje op onderzoek uitgegaan.

Ten eerste: helpt dit? Helpt het om dit te zeggen?

Wat bereik je hiermee? Je maakt je eigen overwinning onwaar. Je wist hem uit het verleden. Hij bestaat niet meer.

Waarom moet dat? Waarom ben je weer tevreden als je die overwinning hebt uitgewist?

Omdat je van jezelf niet mag winnen.

Zelfverdeding is oerpragmatisch

Zelfverdediging is oerpragmatisch. Het gaat alleen om wat werkt en wat niet. Vandaar dat ik vraag: helpt dit?

En ja, je eigen overwinningen vernietigen helpt je als je niet mag winnen. Waarom je niet mag winnen? Dat heeft een ingewikkelder antwoord.

Zoals wel vaker gezegd, gebruiken we in de zelfverdediging vaak het model van de drie breinen: de Hagedis, de Aap en de Mens.

Dat is een model. Het is niet de werkelijkheid. We zijn geen wetenschappers. We zijn niet op zoek naar de waarheid, en we kijken niet objectief naar situaties. We hebben namelijk een verborgen agenda: veilig thuiskomen. En met een verborgen agenda kun je niet objectief kijken.

We gebruiken modellen omdat ze ons helpen dingen voor elkaar te krijgen.

Waarom mag je niet winnen?

De eerste realisatie is dat je van jezelf niet mag winnen omdat dat in strijd is met overtuigingen over jezelf – over wie jij bent. Die overtuiging kennen we allemaal:

“Ik mag niemand pijn doen.”

Als je nee zegt, als je van iemand wint, als je jezelf tegen iemand verdedigt, doe je iemand pijn. Mag je dat niet van jezelf, dan is het heel vervelend om erachter te komen dat je dat wel kúnt.

Dat noemen we in de psychologie cognitieve dissonantie. Als je iets doet wat je van jezelf niet mag, voelt dat vervelend, en gaan je hersenen allerlei manieren verzinnen om van dat vervelende gevoel af te komen. En een van die manieren kan dus zijn om je daden te ontkennen, bijvoorbeeld door je overwinningen omlaag te praten.

Doe je dit bewust? Nee, natuurlijk niet. Het gebeurt voordat je er erg in hebt. En daarom helpt het model van de drie breinen ons zo goed. Want daarmee kun je snappen: Wij zijn niet ons brein. Je bent niet je geest. Je bent niet je gedachten. Je bent veel meer dan dat.

We weten inmiddels genoeg van allerlei programmeerfouten in onze hersenen waaruit blijkt dat we niet alles dat ons brein serveert voor zoete koek moeten slikken. Door ons brein te zien als kleine eenheden met elk hun eigen taak, kunnen we onze gedachten relativeren en het overzicht houden.

En dan nu de hamvraag: waar komt die overtuiging eigenlijk vandaan?

Ik hoor hem vaak als volgt:

“Ik ben helemaal niet sterk genoeg om mezelf te verdedigen. En trouwens, ik wil toch niemand pijn doen.”

Valt je hier iets aan op? De twee helften van de uitspraak spreken elkaar tegen. Als je niet sterk genoeg bent, kun je ook niemand pijn doen. Dus daar hoef je dan ook niet bang voor te zijn.

Is dit rationeel? In de drie breinen, is dit een uitspraak van de Mens? Of komt hij ergens anders vandaan?

Overtuigingen die niet rationeel zijn

In het optimale geval doen de drie breinen elk waar ze voor gemaakt zijn. De Hagedis vecht ons uit gevaarlijke situaties, de Aap zorgt dat ons sociale verkeer soepeltjes verloopt, en de Mens neemt rationele beslissingen.

Helaas is de werkelijkheid niet bepaald “het optimale geval”. Wat erop neerkomt dat de Hagedis en vooral de Aap vaak de teugels in handen hebben in gevallen waarin je eigenlijk de Mens aan het stuur wil.

Jezelf niet mogen verdedigen tegen iemand die jou kwaad wil doen, is geen rationele overtuiging. Het zou betekenen dat die ander meer rechten dan jij heeft. Het zou betekenen dat die persoon het recht krijgt om wél anderen pijn te doen, en jij dat recht niet krijgt. Het zou betekenen dat mensen met kwaad in de zin meer rechten hebben dan de mensen die zij tot slachtoffer willen maken. En vergis je niet: dat gaat niet alleen over jou. Als je daders dat recht geeft, geef je ze ook het recht om anderen tot slachtoffer te maken. Om nog maar te zwijgen van hoe slecht je als voorbeeld voor je kinderen bent als je jezelf niet mag verdedigen.

Ik zeg het nog maar even heel simpel: “Ik mag niemand pijn doen” is een onzin-overtuiging.

Dit komt dus niet bij de Mens vandaan. Tja, en we weten maar al te goed dat dat kan gebeuren. In de meeste gevallen worden dit soort overtuigingen gemaakt door de Aap. Voor de Aap is de groep het enige van belang. Let wel: De groep. Niet de specifieke samenstelling van individuen die die groep vormt. Iedereen mag lijden of sterven als de vlag maar blijft wapperen. Dat is volslagen irrationeel. Een groep is geen levend wezen: een groep is een abstractie. De groep zou het individu moeten dienen. Op het moment dat individuen gaan lijden voor een groep, gaat er iets vreselijk mis.

Soms komt de overtuiging van nog dieper gelegen: van de Hagedis. De Hagedis heeft normaal gesproken de opdracht om ons te helpen overleven. De Hagedis kan daarom prima vechten – dat is zelfs iets wat je perfect aan de Hagedis kunt overlaten. Maar als haar overlevingsdrang al op heel jonge leeftijd is beschadigd, kan ze er ook aan vasthouden dat je juist níet moet vechten.

Dit zie je vooral bij mensen die als kind seksueel zijn misbruikt of op andere wijze door ouders of andere mensen met overmacht zijn beschadigd. Het normale menselijke stress-instinct is bevriezen. Bevriezen is een overgave. Je geeft iets (bijvoorbeeld een arm of been) weg aan het roofdier zodat jij kan overleven. Als dat één keer heeft gewerkt in een zeer stressvolle situatie, is de kans groot dat de Beschadigde Hagedis denkt dat dit altijd zal werken.

Dit is zo ongeveer de verschrikkelijkste manier waarop het systeem fout kan gaan: de Aap of de Beschadigde Hagedis nemen een onzin-beslissing en de Mens mag het daarna rationaliseren. Let wel: daarna. De Aap en de Hagedis werken namelijk onbewust en dat gaat véél sneller dan de Mens kan denken. Dus die beslissing heb je al lang genomen.

De Aap zegt: “Ik mag mezelf niet verweren want dan mag ik niet meer meedoen met de groep”*. De Mens mag dat achteraf rationaliseren met: “Ik mag niemand pijn doen.”

De Beschadigde Hagedis zegt: “Ik ga me niet verweren want vroeger heb ik het overleefd als ik me niet verweerde”. De Mens mag dat achteraf rationaliseren met: “Zo erg als vroeger wordt het toch nooit meer, ik kan het maar beter ondergaan.”

Mensen laten zich verkrachten op basis van dit soort achteraf gerationaliseerde, irrationele overtuigingen. Dat is misschien wel de ergste verschrikking die ik ken in deze wereld.

Als je niet ziet dat deze overtuigingen onzinnig zijn en van een irrationeel gedeelte van je geest komen, dan denk je dat jíj het bent die deze beslissingen neemt. En dan kun je nooit aan je eigen veiligheid, vrijheid en levensgeluk gaan werken.

Als je niemand pijn mag doen, heeft het geen enkele zin om zelfverdediging te leren, want je gaat het toch niet gebruiken.

Wat is er voor nodig om wél te mogen winnen?

Deze overtuigingen zijn moeilijk te veranderen. Dat ten eerste. Maar ik denk wel dat het kan. En voor mij begint dat bij zoiets als het model van de drie breinen. Jij bent niet de Hagedis. Jij bent niet de Aap. Jij bent zelfs niet de Mens. Aha – dacht je dat? Nee, jij bent ook niet de Mens!

Jij bent: (je geest + je lichaam + je gedachten + je gevoelens + je overtuigingen + je daden + je intenties + wat je leuk vindt en wat niet + …). Datgene wat jij “bent” staat daar dus allemaal boven. En daarmee kun je alles in perspectief plaatsen. Je kunt best een gedeelte veranderen; dat betekent echt niet dat jij het straks niet meer bent.

Het eerste waar je mee kunt beginnen, is de Mens te laten ophouden onzinnige overtuigingen te rationaliseren. Je bent een levend wezen en dus per definitie waardevol. Je hoeft je niet te laten verkrachten. Je hebt absoluut niet de verplichting, tegen niemand, om je iets aan te laten doen. Je hoeft jezelf niet te laten afslachten.

Bij de fysieke trainingen is de truc om te begrijpen dat het niet persoonlijk is. Niets is persoonlijk. Daar gebruiken we in de les allerlei oefeningen en technieken voor.

Daarnaast gaat het om erkennen en oefenen. Erkennen dat de Aap en de Beschadigde Hagedis en de Mens ook hun mening hebben, en dat je daarin niet mee hoeft te gaan. En oefenen met andere dingen doen dan vroeger. De Aap en de Hagedis laten zien dat het ook anders kan.

Zelfverdediging kan je bij al deze dingen heel goed helpen. Maar alles begint bij een beslissing. Ergens zul je de beslissing moeten nemen dat je wél de moeite waard bent. Dat je wél “nee” mag zeggen. Dat je je niet hoeft te laten verkrachten. Dat je een levend wezen bent, met evenveel waarde en rechten als elk ander.

Elk levend wezen kan vechten. Er is geen dier dat dat niet kan. Zelfs planten hebben vaak verdedigingsmechanismen. Een basis van zelfverdediging is voor mij een voorwaarde om een heel mens te zijn. En dat mag jij ook. Jij mag ook het gat in jezelf opvullen met wat daar hoort te zitten.

Maar het heeft geen zin als ik je toestemming geef om dit te gaan leren. Het gaat alleen gebeuren als jíj jezelf die toestemming mag geven.

Mag je dat?

———————————————————————-
* Groepen hebben altijd een “toelatingsexamen”. Meestal bestaat dat eruit dat je wordt vernederd (“ontgroenen”). De groep wil namelijk weten of je je nog steeds aan de regels blijft houden ook als je wordt beschadigd. Want voor de groep is het bedreigend als jij je eigen beslissingen neemt. Ik herhaal: niemand doet dit voor de andere groepsleden, maar voor het abstracte idee van “de groep”. Niemand wordt hier beter van; het zorgt er alleen voor dat iets van een groep met deze symbolen blijft bestaan ook als alle leden van de groep eraan onderdoor gaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *